Met 26 december op de teller zijn we weer begonnen aan onze lotdagen. Meer informatie hierover staat neergeschreven in deel 7 van ‘De Kronieken van de Westhoek’. Het is een ideaal moment om nog eens terug te keren op onze vermaarde weervoorspellers…
Wie heeft zich ooit afgevraagd hoe onze voorouders zich schoon maakten van de resten en de sporen van hun ‘achterlijk’ werk?
Misschien is elk leven gewoon maar een echo
van al de levens voordien,
de weergalm van de dingen
die onze voorouders leerden
en nu naar ons terugkaatsen.
Neerplonzend in iets nieuw
en nog veel meer.
Vanuit hun haast ondoordringbare schuilplaatsen drongen de Morinen en de Menapiërs het legerkamp van de Romeinen te Roeselare binnen. Een plotse aanval bij de Nerviërs in het jaar -57 was geslaagd, maar Julius Caesar, de beroemde veldheer, had de tactiek van de inwoners door en in een minimum van tijd stond zijn leger (ongeveer 80.000 man) slagvaardig. Ondanks de heldenmoed van de streekbewoners moesten ze terugtrekken tot in de bossen en van daar verder.
Rechtstreekse beledigingen aan het adres van God, de heilige maagd of de heilige kerk zijn taboe. Ook hier velt de vierschaar verschillende vonnissen. Een zekere Meulin Heerbrecht wordt aan de schandpaal gebonden en vervolgens met afgekorte tong voor zeven jaar in verbanning weggestuurd: ‘pour les despiteuses inhonestes et innaturèlez parolez blas fèmes qu il dist sour notre Seigneur Jhesu Crist et de la glorieuse benoite Vierge Marie’. De poorter Eloy Mazin wordt voor 7 jaar verbannen ‘de destourbir le ville des parolles qui dist au contraire de sainte eglise…’. Menselijke Majesteitsschennis.
Dat was op d’ hofstede van Marcel Pieters op Godewaersvelde en die hofstee heeft verzonken […]