Donaaske’s vader en moeder waren Romeinen. Als piepjong manneke werd hij door een knecht in het water gesmeten. Zijn ouders waren radeloos. Ze baden seffens met hart en ziel om raad. Ze wierpen een wiel met vijf brandende kaarsen op het water.
De hoogten van Terrest en van de de Kaaiaard zijn bekleed met keivelden (silex of vuursteen, koppekeien). Die silexen werden ter plaatse bewerkt, wat blijkt uit de splinters die daar lagen. Ook moeten bewerkte silexen overgebracht geworden zijn uit Henegouwen (Spiennes).
Het christelijk geloof sijpelt binnen in de loop van de 4de eeuw. Het wordt verspreid door meestal onbekende zendelingen. Enkelen onder hen kennen we. Zo bijvoorbeeld Vitricius, een gewezen Romeinse soldaat, die het na het volbrengen van zijn taak als missionaris, het zal schoppen tot aartsbisschop van Rouaan.