1 maart 1815. Voormalig keizer Napoleon die door de coalitiepartners van de geallieerden verbannen was naar het eiland Elba heeft het daar niet bij gelaten. Als een duivel uit een doos duikt hij op in Cannes aan de zijde van zijn lijfwacht, zowat 600 oudgedienden die mee verbannen waren
1 maart 1815. Voormalig keizer Napoleon die door de coalitiepartners van de geallieerden verbannen was naar het eiland Elba heeft het daar niet bij gelaten. Als een duivel uit een doos duikt hij op in Cannes aan de zijde van zijn lijfwacht, zowat 600 oudgedienden die mee verbannen waren. In Frankrijk is het sinds zijn vertrek bijzonder woelig geweest en daar wil Napoleon nu ten volle van profiteren. Tijdens zijn mars naar Parijs sluiten de mensen zich bij zijn leger aan. Op 20 maart bereiken ze de hoofdstad. Daags voordien hebben koning Lodewijk XVIII, al zijn familieleden en de hooggeplaatsten van zijn hof al de plaat gepoetst en zijn ze op de vlucht geslagen naar België. In de vroege ochtend van paaszaterdag 25 maart laten de illustere vluchtelingen Rijsel achter zich. Lodewijk en zijn gevolg kiezen de weg naar Menen en trekken naar Gent waar de koning zijn intrek neemt in het hotel van graaf d’Hane de Steenhuyse.
De graaf van Artesië, broer van de koning en de later Karel X en zijn tweede zoon, de hertog van Berry kiezen met hun gevolg de weg naar Ieper. Ik merk even op ten behoeve van de lezer dat sinds de terugkeer van Napoleon op Frans grondgebied alle versterkte steden in België onmiddellijk in opperste staat van alarm werden gebracht. Het krioelt dan ook overal van de Huzaren die overal voorposten opstelden om de wegen rond Ieper te bewaken. En dan voornamelijk in de richting van Frankrijk.
Het zijn die Huzaren die op zaterdag 25 maart de komst van de Fransen signaleren. Om 10u ’s morgens, ter hoogte van het gehucht Sint-Elooi op de kasseiweg tussen Waasten en Ieper spotten ze een groep ruiters die op komst is van Rijsel. De voorpost stuurt onmiddellijk zes ruiters naar Ieper om gouverneur Von Heldring te informeren dat er belangrijk volk op komst is.
Al om 11u zetten de gouverneur en zijn hoofdofficieren zich op hun paarden en reppen ze zich met een eskadron Huzaren naar Sint-Elooi om daar kennis te maken met de bezoekers die er halt houden. Hoewel het zoals elke zaterdag een marktdag is in Ieper blijven de stadspoorten de hele dag hermetisch gesloten. Enkel aan de goed gecontroleerde balie mag er binnengekomen of vertrokken worden.
Rond de middag doen generaal Von Heldring, zijn stafchef en zijn escorte hun intrede in Ieper. Ze vergezellen de Franse prinsen en hun gevolg, ongeveer 100 ruiters van alle rangen en wapens. De graaf van Artesië en de hertog van Berry arriveren hier zonder bagage. Alleen het paard onder hun gat om het plastisch te zeggen. Het is duidelijk dat het hoog gezelschap in zeven haasten op de vlucht moest slaan.
De Fransen krijgen het hotel van markies de Harchies in de Elverdingestraat toegewezen. De rest van de functionarissen en officieren mag logeren in de woningen van de Ieperse notabelen. De volgende morgen, op de hoogdag van Pasen laat de Franse delegatie zich al om 5u opmerken tijdens een vroegmis in de Sacramentskapel van Sint-Maartens. Om 9u verlaten ze de stad met de bedoeling om zich bij de koning aan te sluiten in Gent. Tijdens de week na Pasen zullen hier in Ieper nog meerdere officieren en leden van de koninklijke garde aanspoelen om dan telkens verder te reizen naar Gent.
De intrede van Napoleon zorgt voor het herinstalleren van de Franse republiek. Die zal het precies honderd dagen volhouden, tussen 20 maart en 27 juni 1815. Tijdens die periode werken Engelse ingenieurs zich in het zweet om de Ieperse versterkingen te restaureren en waar mogelijk te versterken.
Ze krijgen daarbij hun bevelen van kolonels-ingenieur Carmichael-Smyth. De mannen optimaliseren de borstweringen, de palissades, de bewapening en kijken er nauwkeurig op toe hoe de overstromingsgebieden van Mesen, Belle en de Paddevijver onder water blijven en dat er ook voldoende water staat in de slotgrachten. Op het einde van de Elverdingestraat bouwen ze een soort hoornwerk.
Ter hoogte van de Torhoutstraat komen er ook extra versterkingen. Engeland voorziet Ieper en andere steden van de nodige artillerie, extra kanonnen en een aanzienlijke hoeveelheid munitie. Het is duidelijk dat ze er niet gerust in zijn. Al dat materiaal komt binnen via de haven van Oostende en arriveert hier in Ieper via het kanaal van Nieuwpoort.
De nederlaag van het Frans leger te Waterloo op 18 juni 1815 zorgt ervoor dat al die oorlogsvoorbereidselen nutteloos waren. Na de geallieerde victorie wordt de opperste staat van alarm opgegeven in Ieper, net zoals in alle andere versterkte steden. Het zal toch nog duren tot 2 december 1815 vooraleer het Hannoverse garnizoen Ieper-stad zal evacueren. Er komt wel een nieuwe bezetting.
De Duitsers worden vervangen door drie bataljons infanteristen en enkele artillerie-compagnies, allemaal Hollanders. Deze vervanging maakt wel een eind aan de zware belasting voor de Ieperse burgers die moesten instaan voor al die militaire logementen sinds de intrede van de geallieerden op 5 mei 1814 en hun vertrek op 2 december 1815. De nieuw aangekomen Hollanders zullen nu weer logeren in de kazernes.
Deze plekken zijn waarlijk gene vette. De beschikbare kazernes bevinden zich in een sterk verwaarloosde toestand waardoor het magistraat zal moeten bijspringen om die verblijven wat op te kalefateren. Dat is vooral het geval voor het oud militaire hospitaal in de Tegelstraat. In 1815 verhuizen ze dan maar het militair hospitaal naar de gebouwen van de verdwenen wezenschool in de Diksmuidestraat.
Het vertrek van de geallieerde troepen vanuit alle Belgische locaties gebeurt ten gevolge van een algemeen vredesverdrag dat op 20 november 1815 gesloten werd te Parijs. Dat werd beslist door Oostenrijk, Groot-Brittannië, Pruisen en Rusland aan de ene kant en Lodewijk XVIII, koning van Frankrijk aan de andere kant.
De partijen leggen bepaalde principes vast om Europa te bevrijden van de nog bestaande bedreigingen. Een geallieerd leger zal Frankrijk bezet houden voor een periode van vijf jaar terwijl de Franse overheid 750 miljoen frank schadevergoeding moet betalen om de aangebracht oorlogsschade te herstellen.
Dat gaat vooral over versterkingen in de Nederlanden en Duitsland. Daarbij komt nog een herstelbetaling van 300 miljoen frank voor individuele claims van getroffen burgers. Om Frankrijk helemaal te bevrijden van zijn verplichtingen en om de buitenlandse bezetting af te kopen zal de koning op 25 april 1818 akkoord gaan met een lening van 24.251.175 frank voor wat betreft de betaling van de openstaande schuldvorderingen.
Dankzij die regeling zal de regering van de Nederlanden in staat zijn om een defensie-systeem van twee versterkingslijnen op te bouwen aan de zuidelijke kant van het land, uiteraard is dat de grens met Frankrijk. De voorbereidende werken voor deze nieuwe versterkingsinfrastructuur gaan van start in het jaar 1816 voor wat betreft de eerstenlinie-steden. Een lijn die zich uitstrekt tussen Oostende en Luxemburg.
Meer bepaald de versterkingen van Oostende, Nieuwpoort, Ieper, Menen, Doornik, Bergen, Philippeville, de kastelen van Dinant en Bouillon en Luxemburg-stad. Later zal men beginnen aan de werken van de tweede linie met de bouw van een nieuwe citadel in Gent om de controle op de Leie en de Schelde te garanderen. Met daarbij ook nog versterkingswerken in Oudenaarde, Ath, Charleroi, Namen en het kasteel van Hoei en de bouw van het chartreusefort te Luik. Tussen Gent en Antwerpen krijgt Dendermonde aan de Schelde ook extra versterkingen toegemeten. De belangrijke stad van Antwerpen vervolledigt de defensielijn van de Schelde. Tussen al de versterkte steden van de eerste linie tussen Oostende en Luxemburg moeten militaire verbindingen in staat zijn om de soldaten toe te laten om zich snel te verplaatsen van de ene naar de andere stad.
Kasseiwegen tussen de steden onderling krijgen een upgrade en worden aangevuld waar nodig. Vereecke geeft een voorbeeld van dit laatste. Tijdens de jaren 1821 en 1822 pakken ze de lacune aan in de kasseiverbinding tussen Ieper en Veurne. Het traject tussen Elverdinge en het gehucht van de Kortekeer op een afstand van 3.250 meter. De route vertrekt in Oostende en komt voorbij Nieuwpoort, Veurne, Ieper, Menen, Kortrijk, Doornik, Saint-Ghislain, Bergen, Beaumont, Philippeville, Dinant, Neufchâteau, Aarlen tot in Luxemburg.
–
Uit deel 10 van ‘De Kronieken van de Westhoek’ – verschijnt einde 2020 –


