banner
Jan 30, 2015
2793 Views

Toen ik elf was

Written by

‘De klas werd verwarmd met een hoge kolenkachel met een lange buis in de schoorsteen.’ ‘Ze moesten per twee in de bank zitten omdat ze de ‘inktepot’ moesten delen Maar ze moesten veel een leie en een griffel gebruiken.’ Zo was het bij Roger in Klerken. “We waren heel fier als wij een mooi sponsdoosje hadden om onze lei te reinigen”.

banner

‘Ik ging eens op bezoek bij Agnes. Te voet, zoals vroeger. Toen gingen ze altijd Een wandeling van zo’n 5 km, tweemaal per dag, was dan nok geen uitzondering. Sommige zouden zeggen dat dat niet leuk is, te voet gaan naar school. Wel, bij Jozef was dat aders, het was wel leuk, want zij konden spelen langs de weg en er was dan nog niet zoveel verkeer. ’s Zomers was dat geen probleem maar ’s winters wat dat toch een ander paar mouwen. Altijd te voet en al spelend door regen, sneeuw en ijzel.’

En verder leest u heel wat over de kledij. ‘zonder laarzen of lange broek en met een mantel die we reeds de zondag gedragen hadden en die bijna te klein was. We hadden wel grote sjaals rond hoofd en hals en warme handschoenen of wanten. Als wij op onze knieën zaten, moest het kleed de grond raken’, wist Laura nog. ‘Altijd kleren met lange mouwen en nooit korte mouwen hé ..’, zei Gusta uit Geluveld.

En de leraressen?

‘De zusters van Beselare hadden een zwart lang kleed aan en een kapje met een witte boord’. Sommige kinderen vonden dat kapje een nogal geheimzinnig ding, stelden zich allerlei vragen en gingen op ontdekking. Een 11-jarige schreef het interview-antwoord niet in het ‘Schoon Vlaams’ op, maar in het dialect. “Min leroresse was e nunne. Mo twos a vieze wi. Sa zie zukku kaptje an En kan dor e ki probeern onder te kikken en va nijgens sat gevoeld om dak kik bezig was met min potlood eur kaptje omoge te duwn. Ze droei eur omme en vroeg wek dak ik dije en doste nietn zeggen ee. en ket to vanijgens…’

Maurice wist nog dat de jongens verplicht waren een stofjas te dragen op school. “Opa droeg ‘galoschen’. Dat waren leren schoenen met houten zolen Een broek tot onder de knie droeg hij ook met een soort sportkousen lot aan de knie. Hij had een kapmantel aan. waarbij je armen onder de jas zaten. ‘Opa, bedoelde je soms een ‘caban’?

Goed ingeduffeld en meestal nog wat vóór tijd om te kunnen spelen, kwamen de kinderen op school aan… ’t Werd tijd om met de lessen te starten … ‘Als de speeltijd begon en eindigde, moest Zuster-Overste aan de bel trekken en in de rij moesten we altijd zwijgen’.

De schole begon te nachtnouf. Am bin kwam in klasse moeste we us Weesgegroetje bidn en een Onze Vader. ‘Als Albert binnen ging in de klas. baden ze eerst het Morgengebed. Elke dag was er een godsdienstles met o.a. het boek ‘Catechismus’.

En bij André zat het zo: “Godsdienst, rekenen, schrijven op een lei. daarna ofwel aardrijkskunde. geschiedenis, beleefdheidsleer, schoonschrift of een opstel In het zesde leerjaar kreeg hij Frans en de examens waren moeilijk’.

”Vaderlandse geschiedenis dat was wel heel erg tegen mijn zin. want ik kon die datums nooit onthouden Op woensdag moest ik ook naar school We leerden dan koken en wassen Op ‘donderdag naaiden en breiden we bijna heel de namiddag We hadden maar één iemand voor alle vakken.’ Zo liet Laura het opschrijven.

‘We hadden niet veel cijferen. We moesten het allemaal uit het hoofd kennen. We konden dat glad van buiten.’ ‘Albert uit Passendale vertelde dat ze ook een schooltuin hadden, waar nu en dan een paar jongens mochten in spitten en zaaien. Dat deed hij heel graag.’

‘Ze konden niet eens gaan zwemmen’, vertelde Gusta, ‘want dat deden ze niet in die tijd’. ‘De punten speelden geen belangrijke rol. Enkel na een lange ziekteperiode was er kans dar je moest blijven zitten, anders niet’, vertelde Godelieve.

‘De klas werd verwarmd met een hoge kolenkachel met een lange buis in de schoorsteen.’ ‘Ze moesten per twee in de bank zitten omdat ze de ‘inktepot’ moesten delen Maar ze moesten veel een leie en een griffel gebruiken.’ Zo was het bij Roger in Klerken. “We waren heel fier als wij een mooi sponsdoosje hadden om onze lei te reinigen ” Dat was natuurlijk een meisje…’

‘We hadden wel al leerboeken, maar we mochten die niet meedoen naar huis. alleen maar schriften. In onze schriften schreven wij met potlood en met een pennestok’.

Over huiswerk vertelden enkele geïnterviewden ook;

‘Niw. widder kregen geen uswerk’ Soms am straffe kregen, mo ik ke n’en nooit geen uswerk gekregen!’ ‘Als huiswerk moesten we meestal opstellen maken.’

Julien vertelde: We kregen redelijk veel huiswerk Ik maakte het langs ‘strate’. Tegen dat ik thuis kwam. was mijn huiswerk gemaakt Ik had goede punten: altijd meer als 90%. Maar er waren er toch die het niet maakten, omdat ze moesten werken.‘ A’k kik thus kwomme krijge kik een seule en moeste k’ik de ruitn go wosch’n en den afwos doen. Kielpe kik min oders vele. Ak kik thus kwomme woster osan iemand thus om min werk te geven. Min moeder wos en kusvrouwe “

Bij Germain was het anders… ‘Zijn vader was altijd geïnteresseerd in wat hij deed op school Hij moest zijn huiswerk tonen, vertellen wat hij geleerd had. Op een dag toen hij thuis kwam. keek hij boos en verdrietig. Zijn vader vroeg: ‘Wat is er?’ ‘Ik heb ‘straf’ Hij kreeg toen een klap tegen zijn kaak. Zijn vader bromde: ’t Is omdat je ’t verdiend hebt.’ ‘Er waren ‘straffe leerkrachten’. “Soms kreeg’n widder straffe mo vele wos da niet, en a’m toen straffe kregen wos dat ton een por zinnetjes skrifn.’

‘Als ze in de klas van Jozef gestraft waren, moesten ze met hun blote knieën in de klompen zitten.’ Elisa had precies een beetje heimwee naar die tijd of toch niet? “Het was zuster Stanislas van het eerste die de stregste was. Oh, waar is de tijd? Als ik iets misdeed, moest ik met m’n schor over mijn hoofd in de hoek staan.’ ‘Ja. ik heb nog straf gekregen om te babbelen of om niet te groeten als we binnenkwamen.’

‘Wanneer ik mijn huiswerk niet wilde maken, wat nu en dan eens gebeurde, moeste ik achter het bord gaan staan.’

‘Hij was linkshandig en dat mocht met Daarom werd hij veel gestraft en heeft hij veel slaag gekregen van de lat en de regel op zijn kneukels.’ Cyriel…’Ik herinner me nog dat ik 100 keer moest schrijven: ‘We zijn hier in geen slachthuis’. Toen had hij zijn maat geslagen zodat zijn neus bloedde Ik moest soms nablijven Dan moest ik mijn straf op school schrijven. Ik was een ’totetrekker’’. ‘Van één meester had hij veel straf gehad. Hij moest ‘ezeloren’ dragen.’

Een 70-jarige verdedigt de leerkrachten.

‘Ze waren misschien wel heel streng, maar de kinderen waren ook niet altijd braaf” “Lachen en moppen tappen waren niet van de partij. We waren engeltjes, maar er eens buiten vochten we met de jongens. Die maakten nogal wat ruzie op de speelplaats en dat werd dan uitgevochten na school. Er werden groepen gevormd en dan gingen ze mekaar tekeer in de dorpstraten. Waar ze woonden was van geen belang. Ik had een tweelingbroer, een klein pienter ventje die het niet aankon om te vechten en ik die veel groter was. deed het dan in zijn plaats Ik ging eens langs de Doornkouterstraat, al was mijn weg de Grote Roeselarestraat. Even buiten hel dorp hoorde ik stenen rollen achter mijn rug. Ik draaide me om en zag Twee jongens die me volgden: Marcel en Jerome Ik zat ze achterna. Marcel was gauw thuis, maar Jerome nam even later een andere weg en over een brugje over de gracht met water, daar had ik hem te pakken en gaf hem een duw waardoor hij struikelde en er met een nat pak vandoor ging.’

‘Soms als de zuster de klas verliet, dan traden de kinderen in actie en babbelden en lachten ze zo luid dat ze niet hoorden wanneer de zuster terugkwam. Zo kregen ze soms een flink pak rammel.’ Tijdens het schooljaar gingen sommige kinderen ’s middags naar huis om te eten, dat was wel een halfuur stappen. Het gebeurde wel eens dat deugnieten naar de tuin van de dokter trokken Daar plukten ze fruit zonder dat de dokter het wist. Dat moest wel snel gebeuren, want om halftwee herbegonnen de lessen op school.’

‘Soms spijbelden ze en gingen ze spelen in het bos maar als dat uitkwam werden ze streng gestraft door hun ouders, die ze dan soms een pak slaag gaven met een klein zweepje gemaakt van een tak van een knotwilg.’

‘Meester Lesaffer was een rare Hij pakte eens een kind dat op z’n buik moest liggen bij de benen en zei: ‘Kortwagen rijden’, als er iemand durfde lachen werd hij gestraft. De meester vertelde ook moppen.’ ‘In die tijd hadden sommige leraars en leraressen een bijnaam zoals de Roste, Wipneuze, de Hane,..’ Vier uur., daar gaat de bel. De school is uit…. ‘Of moet ik nog een beetje vertellen?’.

Uit Zonneheem van 1997

Article Categories:
vergeten geschiedenis
banner
http://www.dekroniekenvandewesthoek.be

Vlaamse geschiedenis zoals je die nog nooit beleefd hebt!

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *