banner
nov 9, 2024
157 Views

Brandende teer

Written by
banner

Zaterdag 20 november 1568. Het is een tijdje rustig gebleven. Maar nu breekt er weer zo’n dag van vergelding aan. Een nieuwe marktdag en een nieuw schavot. Boven op een staak wordt een pekton vastgemaakt waar de kleverige brij wordt ingegoten. De staak wordt voorzien van drie kettingen. De bodem van het podium krijgt een laag aarde zodat die niet in brand kan geraken. Rond 14u zijn we zover. Tijd voor Camerlynck de oppergeus. Op de markt staat een omvangrijke menigte. Tussen 14u en 15u staat hij geboeid te luisteren naar de straf die de vierschaar voor hem in petto heeft. Dat ‘geboeid’ mogen jullie best letterlijk opvatten. Voor de rest zal Jan Camerlynck niet al te veel animo voelen voor wat hem te wachten staat. Rond 15u30 wordt de veroordeelde naar de markt gebracht. Recht voor de steger van de lakenhalle. Het afsnijden van de oren als aperitief. Daarna wordt hij vastgesjord op de vlaak. Een teil met hete kolen met daarin een gloeiende tang staan al te wachten. Een extra ingrediënt. De straf moet voelbaar zijn. Met de tang nijpt de beul nu telkens weer in de borst van de veroordeelde die daarbij huilt als een klein kind. De pijn is duidelijk niet te harden.

Daarna volgt de geseling met de roede en het slepen van de vlaak. Maar eerst wordt hij nog eens gevoerd via de Zuivelstraat, voor ‘De Roze Hoed’, door de Diksmuidestraat. Aan elk kruispunt wordt er halt gehouden en krijgt de geus een extra behandeling van de hete tang. ‘God, God, help me’, tiert Camerlynck wanneer hij nu eindelijk op het schavot wordt gehesen. ‘Een beetje geduld’ roept zijn biechtvader. ‘Genade, genade’, de terdoodveroordeelde krijgt nu de kettingen om zijn geblakerde lijf gespannen. Hij blijft maar roepen. Ondertussen zit het vuur al in de pekton boven zijn hoofd. Een kleine vlam wel te verstaan. De brandende teer begint nu ongenadig te druppelen en te sijpelen op zijn lijf. Gelukkig duurt het niet lang meer voor de vlammen de pek in lichterlaaie zetten en zijn geest verzwolgen wordt door een zee van vloeibaar vuur. Zijn lijk wordt nu opgehangen. De overleden Jan Camerlynck moet ergens drieënveertig of vierenveertig jaar geworden zijn.

Dit is een fragment uit Boek 8 van De Kronieken van de Westhoek

Article Categories:
fragment uit deel 8
banner
http://www.dekroniekenvandewesthoek.be

Vlaamse geschiedenis zoals je die nog nooit beleefd hebt!

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *