Elverdinge is verre van ‘eenzaam en verlaten’. Paardenfeesten, St.-Livinus, honderden en honderden auto’s, moto’s, camions’, locomobielen en allerhande gerij en gerots. Ook de houten barakken verdwijnen langzamerhand en worden vervangen door lieflijke en bevallige gestichten en gebouwen.
Elverdinge
Kent gij een dorpken, niet vermaard,
Met zestienhonderd zielen?
Gij vindt het op ons Vlaandrens kaart
Nabij het plaatske Brielen
Zijn lichte kanten torenspits
Pas uit zijn puin herboren,
Rijst uit de vlakte als een gids
Om ’t dorpken op te sporen
Heel rustig leeft het ongestoord
In vrede weer zijn dagen;
Gefluit van trein het nimmer hoort,
Wel ’t schomm’len van een wagen.
Er rijdt nochtans naartoe een tram
Maar ‘k zal er niet naar wachten
Zijn effen nieuwe macadam
Geen fietsen zal minachten
’t En is geen stad; het nimmer zag
Een drukte langs zijn straten
Bij ieder ure van den dag
is ’t eenzaam en verlaten
Wat houten barakken langs de baan
Een strate rechtsom keere
Doch pas die strate ingegaan
Ge zijt reeds ’t ende alweere
De gard is roodgestreept heel gaaf
Op broek en op zijn klakke.
Maar kom! De lieden zijn de braaf
Dat hij een boef daar pakke!
Een winkel rechts bij ’t eind der straat
Van allerhande waren.
Daar kocht ik koeken, chocolaad,
Twee eiers en sigaren
X. Antwerpen
–
Die flinke dichter van Antwerpen doet ons veel eer aan Elverdinge te beschrijven. Doch blijft die brave man altijd in de waarheid? Ons Elverdingse volk is te fier om daar geen woordeken op te zeggen.
De dichter spreekt van ‘een dorpken niet vermaard’ en ‘bij ieder ure van de dag is ’t eenzaam en verlaten’ en ‘wat houten barakken’, enzoverder.
De geschiedenis van Elverdinge bewijst het tegenovergestelde. 1e: Romeinse heirweg, 2e versterkt kasteel en heren-graven. Hoofdplaats van de ‘Acht parochiën in Veurne-Ambacht. (die bevatten Elverdinge, Vlamertinge, Watou, Noord- en Zuidschote, Reningelst, Loker en Woesten), hoofdplaats van kanton, enz.
Elverdinge is verre van ‘eenzaam en verlaten’. Paardenfeesten, St.-Livinus, honderden en honderden auto’s, moto’s, camions’, locomobielen en allerhande gerij en gerots. Ook de houten barakken verdwijnen langzamerhand en worden vervangen door lieflijke en bevallige gestichten en gebouwen.
C.T. in ‘De Poperinghenaar’ van 1922 – www.historischekranten.be –


