banner
Jul 13, 2025
70 Views
Reacties uitgeschakeld voor Diksmuide in zijn jonge jaren

Diksmuide in zijn jonge jaren

Written by
banner

De Westhoek en Dixmude zijn in de jonge jaren van het graafschap van Vlaanderen heel centraal gelegen. De Vlaamse grenzen bevinden zich ten zuiden aan de Aa en ten oosten aan de Leie. Brugge en Ieper zijn de belangrijke steden maar regionale centra, waaronder Nieuwpoort, Dixmude, Veurne, Torhout, Oostende, Kortrijk en St.-Omer zijn zich in ijltempo aan het ontwikkelen. De Vlaamse graaf speelt een belangrijke rol in de expansie en uitbouw van de Ijzervlakte. In de 10de eeuw is zijn beheer als grootgrondbezitter voornamelijk afgestemd op de schapenteelt en de wolproductie.

De weelderige wol, afkomstig van kudden uit de uitgestrekte schorren, laat de Ieperse lakenindustrie ontstaan. De explosieve groei en bloei van die industrie zal grote invloed hebben op de ontwikkeling van de Westhoek. En eveneens op de economische uitbouw van Dixmude. Dat zien we uiteraard aan het actieve management van de graaf. Zijn goodwill en medewerking uiten zich in de uitbouw van de nodige markt- en opslaginfrastructuur bij de grafelijke verblijfplaatsen zoals Dixmude, Veurne en Lo. Hier en nu worden de fundamenten gelegd van de toekomstige stadsvorming.

leper ziet zich door zijn grote industriële expansie verplicht om zijn handelsverbindingen via het water te versterken. Mede door de ondertussen sterk toenemende landinname doorheen de hele IJzervlakte, blijkt Dixmude de ideale vooruitgeschoven havenpost voor leper te worden. Met natuurlijk de bedoeling om een excellente verbinding te onderhouden met de bruisende Noordzeehaven van Nieuwpoort. De nederzetting Dixmude groeit in de 12de eeuw stilaan uit tot de eerste IJzerhaven. Met dank aan de graaf. In de loop van die eeuw evolueert de stad naar een belangrijk, vitaal en regionaal handelscentrum.

Een levend bewijs van die ontwikkeling, zijn de talrijke vrijheden waar de plaatselijke handelaars van kunnen genieten. Dixmude profiteert van zijn uitstekende ligging. De zeeverbinding, via de Ijzer, naar Nieuwpoort, is van cruciaal belang voor de industriële bloei van de Westhoekeconomie.

Dixmude vormt als het ware het ultieme sluitstuk van het succesvol netwerk van de Vlaamse jaarmarkten van Brugge, Torhout, leper en Rijsel, die via land- en waterwegen met elkaar in verbinding staan. Onder de ingevoerde goederen is wol natuurlijk de ‘numero uno’. Die wol wordt ook op de diverse Westhoekmarkten verkocht. Ze wordt natuurlijk eveneens in grote hoeveelheden geproduceerd in de streek zelf en de opbrengst ervan wordt nog opgedreven dank zij de talrijke nieuwe weilanden die in de 12de eeuw, ten gevolge van het polderwerk, tot stand komen.

De voornaamste kooplieden, zowel voor wol als voor andere goederen, komen van Sint-Omaars, leper, Brugge, Poperinge en Dixmude. In de eerste keure van Sint-Omaars (1127) wordt aan de gilden van Sint-Omaars tolvrijheid toegekend in portus Dixmude en in Grevelingen. Dit bewijst dat de goederen die Sint-Omaars met Engeland verhandelt via Dixmude, Nieuwpoort en Grevelingen verscheept worden. Tijdens de 12de en 13de eeuw zien we een gestage groei van de bevolking langs de toegangswegen van de Ijzer naar het centrum toe waar trouwens een marktplaats aan het ontstaan is.

De centraal gelegen Sint-Niklaaskerk staat op het snijpunt van de belangrijkste toevoerwegen. De Handzamevaart vormt zowat de noordelijke grens van de jonge stedelijke kern. In de loop van de 13de eeuw nemen de inwoners eveneens de lager gelegen gronden aan de zijkant en de noordkant van de waterloop in. De Kleine en Grote Dijk vormen een nieuwe verbindingsas.

Achter dit sas verrijzen een begijnhof en een nieuwe stadswijk die 200 jaar later zullen opgeslorpt worden door een nieuwe muurversterking. De verbinding met het centrum van Dixmude gebeurt via een viertal bruggen over de Handzamevaart. Hiervan blijven anno 2012 enkel nog de bruggen aan de Vismarkt en aan de Oostendestraat over. Waar de stadsmuur de Kleine Dijk en de Handzamevaart doorsnijdt zal later de Westpoort worden opgetrokken, een combinatie van een brug, land- en waterpoort.

Er is meer dan voldoende water in Vlaanderen na de opeenvolgende ‘Duinkerke transgressies’. De kustvlakte is een erg waterrijk gebied. Met de ‘boomende’ economie wordt het voor de Ieperlingen vooral noodzakelijk om het water te kanaliseren en er optimaal gebruik van te maken om goederen en textiel over het water te vervoeren. Brugge, Nieuwpoort? Het water moet absoluut beheerst worden. Een reeks van waterbouwkundige werken zijn in aantocht. Nieuwpoort en Dixmude zijn maar al te gelukkig met de Ieperse en Poperingse initiatieven die zich in hun achtertuin afspelen. Het uitgraven van de diverse kanalen is natuurlijk een titanenwerk in de vroege middeleeuwen. Er is geen sprake van machines. Duizenden mensenhanden moeten het werk doen.

Tussen de kust en Ieper is het land de eerste vijftien kilometer zo goed als vlak waardoor het water amper verval kent. De oevers van de kanalen moeten in staat zijn om het spel van eb en vloed op te vangen. De waterdiepte moet constant en voldoende zijn om jaar in jaar uit een perfecte bevaarbaarheid te garanderen. En dat allemaal terwijl het water zich stilaan weer aan het terugtrekken is na de laatste algemene overstroming van de periode 1050-1100. De ingenieurs staan voor een delicate opdracht.

De werken vangen aan in 1183. Het kanaal tussen Veurne en Dixmude wordt gegraven. In 1187 geeft graaf Filips van den Elzas de toestemming aan de Poperingenaars om een kanaal aan te leggen tussen de Ijzer en Poperinge. In een eerste fase wordt de Vleterbeek tussen Poperinge en Elzendamme uitgediept en gekanaliseerd tot de Poperingevaart. In diezelfde periode wordt Veurne met de Ijzer via het Lokanaal verbonden. De Zarrenbeek en de Krekelbeek tot Handzame worden uitgediept. In 1243 komt er een kanaal tussen Aardenburg en de Noordzee.

In 1251 een kanaal tussen Gent en Aardenburg. Margaretha van Constantinopel geeft in 1251 de toestemming aan de Ieperlingen om het kanaal Ieper-Nieuwpoort aan te leggen. De Ieperlee, de ader die Ieper met de zee verbindt, kent een uiterst wisselvallige bevaarbaarheid. Tussen Ieper en Boezinge moet een hoogteverschil worden overwonnen. Tussen Boezinge en de ‘Knocke’ wordt een nieuw kanaal aangelegd. Er worden een aantal dammen aangelegd waar ‘overdrachten’ worden gebouwd. Naast de Ieperlee wordt er eveneens een nieuw kanaal aangelegd: het ‘Zylinc’. Ieper moet noodgedwongen investeren in waterwerken onderweg naar de kust. Er zit weinig anders op. Sluizen, overdrachten, bruggen. Voortdurend onderhoud van de vaargeulen is essentieel.

De bouw van de sluis tussen 1240 en 1250 in Nieuwendamme is van kapitaal belang om de wisselwerking van de aanvoer van zowel zeewater als binnenwater onder controle te krijgen. In 1251 wordt de Lovaart onder handen genomen. De schepenen van Ieper schenken 6000 ponden Vlaams geld aan Thomas de abt van de abdij Ter Duinen en aan Egidius, de heer van Dixmude om de vaart tussen Ieper en de Broeken uit te diepen. In 1168 kent graaf Filips van den Elzas uitzonderlijke rechten toe aan de inwoners van buurstad Nieuwpoort (Sandeshoveth): ze worden totaal vrijgesteld van het betalen van enige tolrechten, doorgangsrechten en hansarechten. De vrijstelling geldt voor het hele Vlaamse rijk. Het exclusieve handelsvoordeel van de Nieuwpoortenaars stuit echter op verzet van Dixmude.

Het oppergezag te Dixmude is in handen van Diederik VI van Beveren, de plaatselijke kasteelheer. De castelanus. Hij alleen kan beslissen of men al dan niet de tolkeure van Nieuwpoort in Dixmude zal toepassen. Diederik is in 1163 medeondertekenaar geweest van de stadskeure van Nieuwpoort, maar niet van de tolkeure van 1168. Hij weigert deze laatste in Dixmude toe te passen. Dixmude is immers een belangrijk overslagcentrum, een transitpunt voor de scheepvaart tussen Sint-Omaars, Ieper en Nieuwpoort.

De vrijstelling van rechten voor de buurstad dreigt handenvol geld te kosten aan Dixmude en de castelanus wil dit ten kost wat kost voorkomen. De situatie zal uiteindelijk aanslepen tot 22 april 1270 wanneer één van zijn opvolgers, Diederik IX van Beveren en zijn vrouw Margaretha, voor eeuwig de stad Nieuwpoort en haar inwoners zullen vrijstellen van alle tolgelden in Dixmude. Het verbreden en uitdiepen van de waterlopen in de regio rond Dixmude zal niet vreemd zijn aan die beslissing. De aangepaste waterwegen zijn rond 1270 ook een must voor de graaf die via de kanalen van de Westhoek zijn afreis naar het Heilig Land dient te organiseren.

Een nieuwe kruistocht dient zich nog maar eens aan. De stad leper zegt hem hierin ruime bijstand toe in het verschaffen van schepen en voorraad voor zijn leger. Het verbreden van de waterlopen betekent ongetwijfeld ook een maatregel die tot doel heeft het verkeer tussen leper en Nieuwpoort, transithaven voor wat betreft de bevoorrading van het leger dat naar Tunis zal vertrekken, te optimaliseren. Zo goed als alle goederen die vanuit Ieper naar Nieuwpoort verscheept worden, moeten langs Dixmude voorbij. De tolheffing in Dixmude betekent niet alleen tijdverlies, maar betekent ook een schadelijke zaak voor de kruistocht. De man die er profijt van trekt is dan ook de castelanus van Beveren.

De gravin en de steden leper en Nieuwpoort laten de burggraaf verstaan dat dit moeilijk te rechtvaardigen is, hoewel hij het in rechte eigenlijk mag. De gravin wijst er Diederik van Beveren op dat het ogenblik opportuun is om zijn honderdjarig verzet tegen de tolkeure van Nieuwpoort (1168-1270) voor goed op te geven.

De aangekondigde kruistocht verschaft hem immers een perfect alibi om zijn verzet in te trekken, zonder zich bloot te stellen aan aantijgingen van schaamte of zwakheid. Zijn naam zal integendeel in aanzien stijgen, omdat hij het doet voor het welzijn van de kruistocht en de katholieke kerk. De burggraaf van Dixmude zwicht uiteindelijk voor de wensen van de gravin. Dat gebeurt op de dinsdag na ‘quasimodo’ (quasimodozondag is de eerste zondag na Pasen). Op dinsdag 22 april 1270 verklaren Diederik IX van Beveren en zijn vrouw Margaretha dat ze voor eeuwig de stad Nieuwpoort en haar inwoners zullen vrijstellen van alle tolgelden in Dixmude.

En dat in het welzijn van de kruistocht! Tussen 1168 en 1270 is er ondertussen nogal wat water via Dixmude naar de zee gestroomd. Met het aanbreken van de 13de eeuw breekt een periode aan van politieke instabiliteit, geweld en oorlogen waar ook Dixmude zijn deel van zal krijgen. Het komt tot grote spanningen tussen de graaf van Vlaanderen en de Franse koning die het Vlaamse grondgebied meer en meer als zijn leengebieden gaat terugeisen. Na de (vermeende) dood van graaf Boudewijn tijdens de kruistocht, worden Margaretha en Johanna, zijn gedoodverfde opvolgers, aan het Franse hof verder groot gebracht. Koning Filips-Augustus verplicht Johanna te trouwen met de Portugese edelman graaf Ferrand, die aangesteld wordt als graaf van Vlaanderen.

De Ieperse kronieken weten wel beter. Het is Diederik VIII die aan het roer staat in Dixmude aan het begin van de jaren 1200. In 1203 trekt hij naar Palestina. Naast de heerschappij over de heerlijkheid Dixmude, staat hij in 1207 ook bekend als de heer van Deinze. In 1215 verleent hij volledige vrijstelling van tolrechten en doorvoerrechten in de haven van Dixmude aan de nabijgelegen Duinenabdij.

De Duinenabdij en de Diederiks van Dixmude zijn nog altijd twee handen op één buik. Op 15 mei 1222 schenken Diederik en zijn vrouw (met de goedkeuring van zijn broers) een aandeel van de totale palingvangst in de Ijzer. In het geval dat de Ijzer droog zou komen te staan, zal het klooster vergoed worden met een som van veertig Vlaamse ponden die zal toegevoegd worden aan hun eigendom van gronden gelegen in Dixmude. De kwaliteit van de palingen dient behoorlijk te zijn. Indien dit niet het geval is, belooft de burggraaf van Dixmude het jaar erop een dubbele quota van de palingvangst. Diederik VIII heeft een broer die luistert naar de naam ‘Willem’. Willem van Dixmude verleent in 1229 vrijstelling van tolrechten in het Zeelandse Axel aan de abdij Ter Doest.

Op het charter van die vrijstelling staat vermeld: ‘Miles, filius domini Theoderici senioris de Beverna et Castellani de Dixmuda’. Diederik VIII zelf is getrouwd met Isabella van Wallers. De roemruchte familie van Dixmudse burggraven bezit trouwens zijn eigen zegel. Centraal staat een ruiter in harnas met het zwaard in de hand en een wapenschild op de borst. Aan de rand staat ‘THEODERICIDEB EVN A SIGILL’ te lezen. Wat staat voor ‘Theoderici de Beverna castellani de Dixmuda – Clavis Sigilli’. Er bestaat trouwens nog een variante van dit zegel. Het is een ovale zegel met de afbeelding van een vrouw in kloostergewaad met een lelie in de rechterhand. Hier staat op de randen de vermelding ‘DE WALLERS + SISABELLIS’.

Politiek! Aanvankelijk schikt de nieuw aangestelde graaf Ferrand zich naar de wensen van de Franse koning, maar gaandeweg groeit zijn verzet tegen het imperialisme van de zuiderburen. Hij sluit een alliantie met de Jan zonder Land, de koning van Engeland en verzoekt zijn edelen om hem bij te staan in zijn oorlog tegen Frankrijk. Eén van die edelen is Diederik VIII van Dixmude. De oorlog van Ferrand loopt af met een zware nederlaag wanneer de graaf verslagen wordt ter hoogte van het Franse Bovines. We spreken van 27 juli 1214. Ferrand wordt voor twaalf jaar opgesloten in een Franse cel. In de verschillende forten van Parijs worden in totaal driehonderd Vlaamse ridders gevangen gezet. Onder hen Revelin de heer van Lampernisse.

Hij wordt vrijgelaten tegen de betaling van een aanzienlijke som geld. Uiteindelijk worden alle driehonderd ridders vrijgelaten tegen een kostprijs die opgelopen is tot vijfendertig pond parisis per kop. Terwijl Ferrand gevangen zit in Frankrijk, wordt zijn vrouw Johanna de nieuwe gravin van Vlaanderen. En dat betekent op de keper beschouwd, eigenlijk een prima zaak. In 1224 ontstaat er een geschil tussen Diederik VIII van Dixmude en gravin Johanna. Een dispuut rond de visserij in Dixmude. Ze stellen scheidsmannen aan om het geschil te vereffenen. De burggraaf van St-Omaars en een zekere Gilbert van Sotinghem, worden op de maandag van het ascensionsfeest van 1242 aangesteld. Diederik belooft de uitspraak, welke die ook is, te zullen respecteren.

Dit is een fragment uit Boek 2 van De Kronieken van de Westhoek

Article Categories:
fragment uit deel 2
banner
http://www.dekroniekenvandewesthoek.be

Vlaamse geschiedenis zoals je die nog nooit beleefd hebt!

Comments are closed.