Hebt ge nog horen spreken van de inquisitie, en weet ge goed wat voor een instelling de inquisitie was?
De inquisitie, brave lezer, was een afschuwelijke moordpartij, door de priesters gepleegd om het pausdom te redden.
De priesters verbrandden, radbraakten, hingen op, begroeven levende mensen in naam van een God van liefde en barmhartigheid. De priesters ontnamen aan duizenden en duizenden het leven om het pausdom te handhaven, en de almachtige god, door zijn enkele wil, kon zulks verkrijgen en hij deed het niet.
Al de mensen, jongelingen en ouderlingen, mannen en vrouwen, allen zonder onderscheid, die verdacht waren van niet heel goed te leven, zoals mijnheer pastoor het wilde, werden gevangen genomen en voor de rechtbank der inquisitie gebracht.
Die rechtbank bestond meestal uit paters, jezuïeten, enz. Daar werd de verdachte ondervraagd. En, ten einde hem te dwingen van te erkennen dat hij plichtig was, deed men de mensen de schandigste en de gruwelijkste pijnigingen ondergaan. Men streek bijvoorbeeld pek aan de planken der voeten en men bond de persoon dat hij zich niet meer roeren kon, en plaatste hem dan zo dicht mogelijk met de voeten bij een gloeiend konfoor, terwijl het pek aan de voeten kookte, wakkerde de heer pater de gepijnigde aan van zich schuldig te verklaren.
Men bond een zeer zware steen aan de voeten, en een koord aan beide handen. De koord liep in een katrol dat aan het plafond vastgemaakt was. Dan trokken drie of vier sterke paters met geweld aan de koord om de ongelukkige op te trekken en hem vervolgens te laten neerploffen, zodanig dat bij elke schok al zijn ledematen uitgerokken waren. En tussen iedere trek vroeg de ‘goede’ pater of de beschuldigde plichtig was en dat de ‘proef’ (dat was de naam die ze aan de marteling gaven) zou ophouden!
De vrouwen, zowel als de mannen moesten geheel naakt voor die rechters (geestelijken) verschijnen. Heel hun lichaam werd nauwkeurig onderzocht. Een pater inquisiteur heeft zelf een boek geschreven waarin al de punten vermeld staan die in acht genomen moeten worden bij dat onderzoek.
In dat boek leest men de walgelijkste dingen, heel het werk loopt over van de zedeloosheid. De haren rijzen ten berge als men denkt dat eerlijke juffers, moeders en vrouwen dat schandalig onderzoek moesten ondergaan. Ja! Schone heren priesters en paters, u past het inderdaad wonderwel de zuiverheid aan te leren, zoals gij in de tijd van de inquisitie zo ‘zedelijk’ handelde!
Om de palen van de zedelijkheid niet te buiten te gaan, zullen we maar één enkel voorbeeld aanhalen. Er worden mensen gevonden die op hun lichaam donkerbruine plekken hebben. Welnu, volgens de plaats waar de plekken zich bevonden en hun aantal en vorm, besloten de geleerde (?) paters en geestelijken, dat de persoon min of meer in rechtstreekse aanraking met de duivel was geweest. En hij werd bijgevolg veroordeeld om levend verbrand te worden.
Als de beschuldigde eindelijk, door de tourmenten en martelingen afgemat en om aan de pijnen een einde te stellen, bekende dat hij schuldig was, dan werd hij ter dood veroordeeld, en zijn goederen werden verkocht en het geld aan kerken en kloosters geschonken.
Hier kwam nu de wereldlijke macht tussen en de paters gaven de veroordeelde over aan de wet. Er werd een houtmijt op de grote markt gezet, en men bond de veroordeelden er boven op. He vuur werd er aangestoken en …. de assen van hout en mensen werden in de wind geworpen.
De brave priesters en paters hebben zo in ons land van het jaar 1515 tot in het jaar 1600 honderdduizend mannen en vrouwen, tot meerdere eer en glorie van God doen laaien als een ‘oortje keersje’.
–
Uit de krant van 1888 – www.historischekranten.be –