banner
Jun 7, 2018
1699 Views

Een kristallen vaas met heilig bloed

Written by

De winter van 1126 is verschrikkelijk. De mensen en de beesten vergaan van de koude. De vruchten op het land bevriezen ter plekke waardoor er daarna haast geen voedsel beschikbaar is en er veel mensen sterven van de honger.

banner

De winter van 1126 is verschrikkelijk. De mensen en de beesten vergaan van de koude. De vruchten op het land bevriezen ter plekke waardoor er daarna haast geen voedsel beschikbaar is en er veel mensen sterven van de honger. De goede graaf doet wat hij kan om zijn onderdanen te helpen. Het uitdelen van honderd broden per dag en het laten aanschuiven van honderdvijftig personen aan zijn tafel zijn goedbedoeld maar uiteindelijk toch maar een pleister op een houten been. Karel beteugelt het opkopen van graan om speculatieve doeleinden en verbiedt het gebruik ervan voor het brouwen van bier. Die maatregelen zorgen voor een grote verbittering bij Bertulf, de proost van Sint-Donaas en diens neef Bossaert en zijn huisgenoten die rijk werden door het opkopen van het graan. Hoe duurder en schaarser het graan wordt, hoe rijker ze worden. De graaf gaat nog een stap verder: hij eist dat ze voor zes maanden graan te koop zouden stellen en dat ze een graanmaat moeten verkopen aan elke arme mens die erom vraagt. Deze maatregel zorgt voor zware wraak- en revanchegevoelens bij Bertulf en Bossaert. Ze willen hem dood.

De uitvoering van hun moordplan wordt voorafgegaan door een plundertocht waarop de buit op het kasteel van Burchard te Sint-Andries belandt. De landlieden gaan daarop natuurlijk hun beklag doen bij de graaf die het niet langer kan aanzien. Op 1 maart 1127 vertrekt hij naar Brugge met de bedoeling om de bende te straffen. Bij zijn aankomst ontmoet hij Guido van Steenvoorde, een neef van Bertulf die hem vraagt om de proost en zijn neven te sparen. Een smeekbede waar de goedwillige graaf spijtig genoeg op ingaat. Veel verandert dat eigenlijk niet aan de moordplannen die voorzien zijn voor ’s anderendaags. De graaf is nog maar nauwelijks binnen in de Sint-Donaaskerk als hij neergeknield voor het altaar vermoord wordt. De details kunnen jullie uitgebreid lezen in mijn kronieken. Ook zijn aalmoezenier Tammaert wordt gedood, net zoals de hele aanhang van Karel de Goede.

De volgende passage is me relatief onbekend en schrijf ik hier toch maar letterlijk neer: ‘deze wraakroepende gruweldaden nu gepleegd zijnde, zetten de wangedrochten alle middelen aan het werk om te ontkomen aan hun verdiende straf, maar ze werden allen gevangen en op een wrede wijze ter dood gebracht. De hoofden van de bijzonderste aanstokers werden boven de stadspoorten op spillen gestoken en om deze euveldaad als een eeuwigdurende gedachtenis na te laten werd elk jaar opnieuw en zeker tot op het einde van de 18de eeuw de vervloeking van deze familie in het openbaar afgelezen. Dat gebeurt door de leenmannen tijdens het lof op de middag van de eerste drie vrijdagen van de maand maart, voor de kerkdeur van Sint-Donaas, op de Burg. En pas nadat men de Bruggelingen door trompetgeblaas op koehoorns bijeengeroepen had.’

Na de dood van Karel de Goede ontstaat er nu natuurlijk grote pantomine tussen de personen die hem als graaf van Vlaanderen willen opvolgen. Vlaanderen wordt een schouwspel van veldslagen en gevechten. De koning van Frankrijk, de opperleenheer van Vlaanderen valt het land binnen en stelt zijn schoonbroer Willem van Normandië aan als nieuwe graaf. Op 5 april zweert deze Willem in Brugge trouw aan het land. De twee schoonbroer overtuigen of dwingen de diverse edelen en de inwoners om de nieuwe graaf te erkennen. Dat gebeurt onder andere via de belofte dat de nieuwe graaf het tol- en woonrecht zal afschaffen en dat de bevolking het voorrecht krijgen om zelf mee te beslissen over de wetten van het land. Maar van zodra de koning vertrokken is doet Willem van Normandië natuurlijk het tegendeel. Hij heft zware taksen op eetwaren en dranken en voert ongehoorde tolheffingen in. De postjes kunnen gekocht worden en de misdadigers kunnen hun straffen afkopen. Geld wordt boven de rechters gesteld. En tot overmaat van ramp laat de graaf toe dat Franse krijgsbenden hier te land als soorten van ‘boosheden en buitensporigheden’ bedrijven. Klachten aan de graaf worden naar de koning van Frankrijk gestuurd die niet eens de moeite doet om er op te antwoorden.

Zo geraakt het geduld van de Vlamingen op. Ze sturen gezanten naar Dirk van de Elzas met het verzoek dat hij niet langer zou afzien van zijn erfelijke rechten en het bezit moest nemen van het graafschap van Vlaanderen. Die laat het hem geen twee keer zeggen, verzamelt wat krijgsvolk en biedt zich op 11 maart 1128 te Gent aan waar hij met de grootste vreugde verwelkomd wordt en erkend als graaf van Vlaanderen. Op 26 maart arriveert Dirk van de Elzas in Brugge. Vier dagen later wordt hij op de Vrijdagmarkt door de gemeenten en de gezanten van Gent uitgeroepen tot graaf van Vlaanderen. De volgende dag zweert hij op de relieken van Sint-Donaas en op het evangelie dat hij de voorrechten van het land zal handhaven. Op hun beurt beloven de gemeenten onderdanig te zijn aan de nieuwe graaf.

Willem van Normandië is natuurlijk maar matig gediend met wat die van Brugge en Gent ondernemen. Hij zint op wraak. Willem Clito laat zijn eigen leger uitbreiden met Franse hulpbenden die hij ontvangt van de Franse koning. Ze beginnen samen aan het beleg van verscheidene Vlaamse steden. Iets wat niet te goed lukt. Op 11 april en 29 mei staat Brugge twee keer op het punt om overweldigd te worden. Die laatste keer is Willem van Normandië al tot binnen de stadspoorten binnengedrongen maar de Bruggelingen bieden hardnekkige tegenstand en vechten voor wat ze waard zijn. Ze slagen er in om de Franse troepen te verdrijven en veel van Willems soldaten te doden of te verwonden. Op 19 augustus heeft Willem van Normandië het gemunt op Aalst. Tijdens het beleg daar krijgt hij een projectiel diep in zijn rug tussen zijn beide schouderbladen. Acht dagen later overlijdt hij aan die opgelopen verwonding. De Fransman laat geen kinderen na. Dirk van de Elzas begint nu aan een vreedzame periode van leiderschap over het vermoeide Vlaanderen.

In het jaar 1144 sluiten Brugge en Veurne vrede met elkaar. Zo komt er een einde aan de vijandschap die al sinds de tijd van Karel de Grote heerste tussen beide steden. Na een eerste kruistocht in 1138 vertrekt graaf Dirk voor een tweede keer naar het Heilig Land. Daar etaleren hij en zijn Vlaamse metgezellen een grote dapperheid ten dienste van de christenen ter plekke. Zijn schoonbroer Boudewijn III van Anjou is op dat moment de koning van Jeruzalem. Met toestemming van patriarch Fulco schenkt hij als dank een deel van het zo gezegde heilig bloed van Jezus. Bloed dat Jozef van Arimathea persoonlijk zou afgewassen hebben van het lijk van Jezus nadat hij van het kruis werd gehaald. Dat spul moet dat al meer dan elfhonderd jaar oud zijn. Gailliard omschrijft de terugkeer van Dirk van de Elzas met zijn fles geronnen bloed op een devote manier en dat wil ik mijn lezers niet ontzeggen: ‘Nadat de Turken volledig verslagen waren keerde de graaf met die onschatbare pand naar zijn landen terug.

Hij oordeelde dat zijn handen die zo vaak door mensenbloed bezoedeld waren geweest, nu te onrein waren om het bloed van de goddelijke persoon, die de mensgeworden liefde was, te dragen. Hij vertrouwde het bloed toe aan Leonius, de abt van Sint-Bertinus te Sint-Omer die hem gedurende zijn kruisvaart trouw had bijgestaan als zijn aalmoezenier. Leonius ontving het heilig bloed uit de handen van de patriarch van Jeruzalem. Het zat in een kristallen vat dat aan een ketting bevestigd was. Fulco legde het om zijn hals, en zonder het nog eenmaal van zijn borst te verwijderen legde hij de terugreis naar Vlaanderen af. Zo kwam hij op 7 april 1150 in deze houding samen met de graaf aan in Brugge. De zo lang gewenste terugkeer van Dirk van de Elzas was nauwelijks bekend in Vlaanderen. Toen de inwoners vernamen met welke grote schat het land zou begunstigd worden, liepen ze hen met zijn allen tegemoet en lieten ze voluit hun vreugde blijken.’

‘Toen hij in de buurt van de stad gekomen was, gingen de magistraten hem tot buiten de poorten tegemoet. In het gezelschap van de geestelijkheid, de edeldom, de gilden en de ambachten, allen met hun vaandels, hun standaarden en met brandende fakkels in de handen. Ze waren vergezeld door een ontelbare menigte van volk. Nadat ze de graaf verwelkomd hadden, begeleidden ze hem stoetsgewijs door de stad die wel leek veranderd te zijn in een lustprieel. Al de inwoners, arm of rijk, hadden met de grootste ijver de hand aan het werk geslagen om de voorgevels van hun huizen op zijn prachtigst te versieren en te verlichten. De straten waren met bloemen bestrooid en geflankeerd door sparren. Toen Dirk eindelijk voor de poort van zijn paleis aangekomen was overhandigde Leonius de heilige relikwie die hij onmiddellijk in zijn hofkapel liet plaatsen.’

Nog tijdens datzelfde jaar 1150 laat Dirk van de Elzas een nieuwe kapel bouwen die hij opdraagt aan het heilig bloed. Het nieuwe gebouw komt er naast de bestaande hofkapel die nog gebouwd was door Boudewijn van de Ijzer. Achter het altaar van de oude kapel maakte men een brede opening zodat de relikwie zou kunnen gezien worden vanuit beide kapellen. Vier kapelaans krijgen de verantwoordelijkheid op hun schouders om zorg te dragen voor het bloed van Jezus. Het zijn kanunniken van de heilige Basilius die elk een toelage krijgen om er goddelijke diensten te verrichten. Ze dienen dagelijks een mis voor te dragen in de H. Bloedkapel om dan achteraf ook deze in de Sint-Donaaskerk te gaan meevieren. De vier priesters krijgen elk een eigen woning met tuin, gelegen in de Brouwerstraat en met een toegang tot de Burg, in de Blindezelstraat tussen de kapel en het stadhuis. Naast de vier kanunniken krijgt de nieuwe kapel ook een eigen koster met een halve toelage (ook wel prebende genoemd). Wat Gailliard hier allemaal vertelt vond hij eerder bevestigd in een oud handschrift over de uitbreiding van de stichting die in 1187 uitgevoerd werd door zijn zoon Filips van de Elzas.

Van mijn nieuwe kroniek ‘Kroniek van Brugge’.

Article Categories:
Gelezen in de 10 kronieken
banner
http://www.dekroniekenvandewesthoek.be

Vlaamse geschiedenis zoals je die nog nooit beleefd hebt!

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *