banner
Jan 20, 2019
1220 Views

Enkele welverdiende oorvijgen

Written by

Besluit hieruit, christelijke moeder, voor alles in het hart van uw lieveling, een oprecht degelijk en diep plichtsgevoel in te prenten. Dan hoeft ge slechts zelden de moeilijke moederplicht van het straffen uit te oefenen en zeker hoogst zelden lichamelijke kastijding toe te passen.

banner

Iets over het straffen van kinderen

Een treurige ondervinding leert, dat zelfs de verstandigste moeder niet klaar komt met altijd liefdevolle woorden het kind op zijn plicht te wijzen, maar dat zij dikwijls stuit op ongehoorzaamheid, eigenzinnigheid enzoverder.

Er blijft dan niets over dan het anders zachte oog van een strenge uitdrukking aan te nemen, en de moeder de fout van haar lieveling ernstig moet straffen. Van deze plicht hangt zoveel af. Laat daarom christelijke moeder, u niet weerhouden door de jeugdige jaren of de tranen van uw lieveling. Later zal uw kind u voor uw verstandige straffen dankbaarder zijn dan voor uw liefkozingen.

Koning Frederik Willem III bleef gedurende heel zijn leven een zekere eerbied bewaren voor de boom, die met zijn lommer het toneel had overschaduwd, waarop hij van de hand van zijn opvoeders de weldaad had ontvangen van enige welverdiende oorvijgen. We hopen van harte dat gij nooit zo hardhandig uw kunt zult behoeden te straffen, maar ge kunt er uit leren.

Hoe pijnlijk dan ook, dikwijls deze plicht van te straffen voor het moederhart mag zijn, toch mag geen christelijke moeder zich daaraan onttrekken. Welke grondstellingen echter hebt gij, moeder, bij deze dikwijls harde moederlijke plicht te volgen? Bij het straffen moet ge letten op de volgende regels:

Bedenkt dat niet hij de beste opvoeder is die het meest straft, maar integendeel hij die het minst hoeft te straffen en toch het kind in tucht en bedwang weet te houden. Straf daarom niet te gauw. Waarschuw eerst uw lieveling met ernst. Hebt ge echter eenmaal met straf gedreigd en uw kind wil desniettemin niet luisteren, wees dan niet zo belachelijk laf om de straf toch niet uit te voeren.

De straf moet rechtvaardig zijn. Ze moet daarom op de eerste plaats verdiend zijn. Daarom is het zaak na te gaan of uw kleine uit onwetendheid of onbedachtzaamheid, ofwel uit moedwil de een of andere fout begaan heeft. Vervolgens moet de straf evenredig staan met de begane misslag. Er zijn moeders die allerstrengst optreden tegen hun kinderen, als ze uit linksheid of onvoorzichtigheid iets breken of bederven, en zo iets veel strenger straffen dan wanneer hun lievelingen zich te buiten gaan door ongehoorzaamheid, liefdeloosheid, leugentaal of oneerbiedigheid in de kerk of bij het gebed.

Neen, men moet het kind straffen, als het werkelijk schuld heeft. Zet ook geen zuur gezicht als uw kinderen vooral tijdens de vakantie al eens wat luidruchtiger zijn dan u misschien op het ogenblik juist gewenst is. Bestraf hen dan niet, klaag zelfs niet over die lastige jongens, maar wees blij als gij ziet, dat ze onder het teder wakend moederoog van een onschuldige vrolijke jeugd genieten, waaraan ze later met dankbare voldoening zullen terugdenken.

De straf dient ook onpartijdig te zijn. Straft een moeder voor één en dezelfde fout het ene kind wel en het andere niet, dan toont ze zich hier ook onrechtvaardig, en verbeurt spoedig bij de kinderen zelf de zo nodige hoogachting.

Ook dient de moeder rekening te houden met het karakter en de leeftijd van het kind. Een kind dat uit trotsheid zich weerspannig en koppig gedraagt moet ze vernederen en beschamen. Wil een ander door flemen en vleien en liefkozen zijn verkeerde zin doordrijven, straf hert dan door een zacht vermanend woord of zelfs door het koel en koud van u af te wijzen.

Een vreesachtig kind moet men omzichtiger en zachter behandelen dan een vrij en frank de wijde wereld in staart. Een meisje dat zachtzinnig en teder van inborst is, voelt zich dikwijls reeds voldoende gestraft door het onttrekken van een liefdevolle blik of een andere blik van welwillendheid. Een wildere jongen bijvoorbeeld moet strenger worden behandeld, maar altijd – en dit is van het hoogste gewicht – moet uw straffen voorkomen uit oprechte en innige liefde, en nooit uit lust om u te wreken. Het kind moet merken en voelen dat ge het straft uit plicht en voor zijn eigen goed en welzijn.

Voelt ge u daarom toornig en opgewonden, stel dan uw straf uit tot ge uw bedaardheid terug hebt gekregen, teneinde niet in een vlaag van opgewondenheid iets te doen tegenover het kind, wat u later zou berouwen. Want nooit, nooit mag de straf de ouderliefde in het kind wegnemen. Wordt uw kind ten gevolge van uw straffen met een slaafse vrees voor u vervuld dan is dit een duidelijk bewijs, dat ge op verkeerde wijze hebt gestraft. Nee; ondanks uw straffen moet ge aan het kind nog dierbaarder maken.

Een punt van allergrootst belang is vervolgens dit: bij het straffen moeten vader en moeder eensgezind zijn. De moeder mag een voldoende en door de vader wijselijk opgelegde straf niet kwijtschelden, of het kind tegenover de vader gelijk geven of het in bescherming nemen. Zulks een handelswijze breekt alle gezag. Hetzelfde geldt ook ten opzichte van de onderwijzers of andere opvoeders. Wacht u, moeder, door ouderliefde verblind, uw kind tegenover hen altijd in bescherming te nemen. Luister eens naar het volgende voorbeeld van een koning van Engeland.

De kleine kroonprins, net als veel kinderen, verfoeide de studie. ‘Goed’, sprak de gouvernante, ‘ge zult uw les leren of ik laat u in de hoek staan’.

‘Ik wil niet leren’, sprak het hooghartig prinsje, ‘en ook niet in de hoek staan’. De gouvernante waarschuwde de koning. De vader kwam en zegde tot zijn vorstelijk zoontje: ‘ga daar eens op dat bankje zitten tot ik terugkom’. Hierop ging hij weg en kwam spoedig met een bijbel en sprak; ‘gij zijt wel prins van Wales, en als ge goed oppast kunt ge koning van Engeland worden. Maar nu zijt ge nog maar een knaapje dat aan zijn vader en aan zijn gouvernante moet gehoorzamen. Ik zal u uit de bijbel iets voorlezen wat in de spreuken van Salomon geschreven staat: wie de roede spaart haat zijn zoon, wie zijn zoon bemint zal hem steeds in de lucht houden.’ Hierop nam de vader een stok, gaf het prinsje er duchtig van langs en verwees hem tenslotte naar de hoek. ‘Daar zult ge blijven zolang de gouvernante dat oordeelt.’

Over het nut en de waarde van zulk een lichamelijke tuchtiging lopen de meningen uiteen. In vroegere tijden werd de roede overal goed voor geacht, en waande men met de stok alle kwaad uit en alle goed binnen te drijven. Tegenwoordig zijn de meningen hieromtrent veel zachter. Zelfs het tuchtlievende Duitsland is omtrent dit punt met grote mildheid gaan oordelen.

‘In Duitsland’, zo getuigt dokter Adolf Matthias, sprekend over het straffen in de scholen, ‘is sedert de vrijheidsoorlogen de grondstelling opgedrongen dat lichamelijke kastijding als ene het eergevoel verstompende straf met wijze gematigheid moet worden aangewend.’ En sedertdien zoekt in Pruisen een menigte van bepalingen in die zin te werken.

‘Diesniettemin’, zo vervolgt dezelfde vrolijke opvoedkundige, ‘zijn de meningen omtrent het aanwenden van lichamelijke straffen nog zeer verschillend en de praktijk eveneens. Van de ene kant verwerpt men het gebruik van de stok geheel en al, van de andere kant slaat men er – ondanks de vrijheidsoorlogen – duchtig op los.’ Volgens diezelfde geleerde is Pruisen het beloofde land voor de stok, terwijl Saksen het meer heeft voor de oorveeg.

Zeker is het waar dat een opvoeder en zeker een moeder des te beter in de opvoeding slaagt, naarmate ze minder die tuchtiging hoeft toe te passen. Ziehier wat Don Bosco, een man van het hoogste gezag inzake opvoeding hieromtrent zegt: ‘sedert 40 jaren wijd ik mij aan de jeugd en ik kan mij niet herinneren ooit stokslagen of andere gewelddadige straffen aangewend te hebben. Nochtans heb ik altijd alles bereikt wat ik wenste te bereiken en zelfs bij diegenen bij wie ik alle hoop op een goede uitslag al had opgegeven.’

Bij het straffen volgde Don Bosco deze grondregels:

Zolang het mogelijk is, geeft men geen straf. Als echter de noodzaak het niet anders toelaat, dan onthoudt men het volgende:

De opvoeder zoekt zich bij het kind bemind te maken, als hij wil geëerbiedigd worden. In dit geval betekent het onttrekken van zijn welwillendheid een straf en wel een dusdanige, die de ijver van het kind opwekt, moed inboezemt en nooit vernedert. Die beroemde apostel van de jeugd trachtte dan ook door alle middelen welke de godsdienst aanbiedt, het plichtsbesef bij zijn kinderen aan te scherpen, teneinde aldus overtredingen en straffen zoveel mogelijk te voorkomen.

Een minister van de Engelse koningin bezocht eens een van zijn opvoedingsgestichten. Alles vond hij er in de meest volkomen orde. Het meeste trof hem echter de volkomen rust welke in de grote zaal heerste, waar ongeveer 500 jongens in ongestoorde stilte studeerden. Nog meer verwonderde hij zich als hij vernam dat ze nooit gestraft werden.

‘Ja, maar, hoe legt ge het dan aan, zegde hij daarop tot Don Bosco om zulke stilte en tucht te bewaren?’

‘Het middel, dat wij hier gebruiken kan men niet bij u gebruiken’. ‘Waarom?’ ‘Het hele geheim bestaat in het dagelijks bijwonen van de H. Mis, in de veelvuldige biecht en communie.

‘Ge hebt gelijk; we missen deze machtige opvoedingsmiddelen. En zijn ze niet door andere te vervangen?’

‘Als men de grondstellingen van de godsdienst niet kan aanwenden, dan moet men zijn toevlucht nemen tot bedreigingen en de stok.’

‘Ge hebt gelijk, ge hebt gelijk. Een van beide, de godsdienst of de stok. Ik zal dit in Londen vertellen!’

Besluit hieruit, christelijke moeder, voor alles in het hart van uw lieveling, een oprecht degelijk en diep plichtsgevoel in te prenten. Dan hoeft ge slechts zelden de moeilijke moederplicht van het straffen uit te oefenen en zeker hoogst zelden lichamelijke kastijding toe te passen.

Gr. Ct. in de krant van 1911 – www.historischekranten.be –

Article Categories:
vergeelde krantenknipsels
banner
http://www.dekroniekenvandewesthoek.be

Vlaamse geschiedenis zoals je die nog nooit beleefd hebt!

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *