banner
mei 3, 2021
756 Views

Het dagboek van vader Derresauw

Written by
banner

Schrijver Robert Pieters heeft nu nog met geen woord gerept over de gebeurtenissen in Frankrijk. Terwijl de onlusten in de Nederlanden hun gang gaan, ontstaat in 1789 zowat een van de grootste staatsomwentelingen die de wereld zal gekend hebben. De Franse Revolutie. De Fransen werpen het door hen zo gehate koningdom omver. Ze vervangen de monarchie door een republikeinse regering. De coup gaat gepaard met ongehoorde gruwel. Tijdens het schrikbewind worden de gewezen koning en koningin gehalsrecht. Alle priesters die weigeren om hun eed van trouw af te leggen aan de republiek ondergaan hetzelfde lot. Terwijl de Fransen in hun eigen land de boel op stelten zetten behalen hun legers de ene overwinning na de andere en verandert België in een wingewest van Frankrijk.

De vader van Pieter Derresauw noteert voor zichzelf de gebeurtenissen die daarop volgen in Diksmuide. Een dagboek waar ik best heel gelukkig mee ben. Wat een contrast toch met de toch wel summiere geschriften van Robert Pieters. Voor mij is het zonneklaar dat dit dagboek een integrale plaats verdient in mijn kronieken van de Westhoek. Stappen jullie mee?

9 juli 1792. Die avond is Eugenius Delaey met zijn wagen van Dikkebus gekomen waarop vijf gevluchte priesters zaten.

10-11 september 1792. Er zijn nog eens acht gevluchte priesters in de stad binnengekomen. Diezelfde dag zijn er nog in en omtrent Diksmuide 66 gevluchte geestelijken van het Franse gearriveerd, zodat er de 11de in de processie 99 Franse geestelijken zongen, met onder hen een bisschop, drie abten en twee prelaten, de anderen waren pastoors, kapelanen, dekens, kanunniken en ‘plebanen’.

Het pelorijn verdwijnt van de markt
6 november 1792. Hoewel de Fransen na de veldslag van Jemappe, voorgevallen op die 6de november, op korte tijd heel Vlaanderen en Brabant veroverd hadden, was alles hier nog in rust gebleven. Het magistraat oefende nog ongehinderd zijn gezag uit als voorheen. Niets opmerkelijk was nog voorgevallen, buiten dat er sedert september veel gevluchte Franse priesters waren aangekomen. Het magistraat had reeds verscheidene staatsbrieven ontvangen vanwege de provisionele opperregeerders maar liet deze zonder uitwerking. Het eerste Franse bevel dat hier werd uitgevoerd was datgene dat voorschreef om een boom van vrijheid te planten. Omdat men elk moment door Franse troepen zou kunnen verrast worden oordeelde men dat het voorzichtig zou zijn om aan dit gebod te voldoen.

De 7de of de 8ste december werd het pelorijn dat op de markt stond, gedestrueerd door Pieter Maes. Men plantte dan in zijn plaats een vrijheidsboom en daarboven plaatste men een rode Jacobusmuts, waaronder in grote letters geschreven stond ‘Liberté, Egalité ou la mort’. Hoewel deze voorzorg zeer bescheiden was, scheen ze echter te mishagen aan een groot gedeelte van de burgerij maar ze veroorzaakte geen onlusten.

12-13 december 1792. Er is een kleine wanorde ontstaan onder de gemeente. Het magistraat vreesde in deze netelige omstandigheden voor slechtere gevallen en riep alle wijkmeesters bijeen om de nodige maatregelen te treffen om zeker de openbare rust te bewaren. Tijdens deze vergadering werd besloten om een burgerwacht aan te stellen. Er werd tevens bevolen dat na 18u niemand nog op straat mocht verschijnen zonder lantaarn met licht. Rond de middag is hier aangekomen vanuit Ieper de heer Malou-Riga, commissaris van het departement van West-Vlaanderen, belast met de hervorming van de stedelijke regeringen. Hij was vergezeld door 25 Franse Huzaren en moest onder andere een nieuwe president laten verkiezen.

De volgende morgen ging er in het stadhuis een vergadering door van al de wijkmeesters, dekens van de ambachten en al de particulieren van de stad. Bij acclamatie werd de heer Antoine Van Vossem uitgeroepen tot president. En de heren Woets, advocaat, P.J. Deruysscher, L. Jansseune, P.J. Verwilghen, J.B. Vandromme en Eug. Delaey als representanten of volksverbeelders van het volk. Deze keuze was aan de inwoners van Diksmuide in het algemeen zeer aangenaam. Nu de werking geregeld was is de commissaris naar Roeselare vertrokken, na alvorens een menigte schriftelijke afspraken uitgedeeld te hebben. Hoewel dat alles in volkomen rust en ordentelijk verlopen was, begon men ’s avonds toch met de dienst van de nachtwachten. De hoofdwacht hield zich op in het stadhuis. De volksverbeelders behielden bij voorraad de bestaande leden van het magistraat in hun vorige bediening en handhaafden gezamenlijk het stedelijk bestuur.

Uit deel 10 van ‘De Kronieken van de Westhoek – de Beproeving’

Article Tags:
· · ·
Article Categories:
terug naar het verleden
banner
http://www.dekroniekenvandewesthoek.be

Vlaamse geschiedenis zoals je die nog nooit beleefd hebt!

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *