banner
aug 10, 2021
1713 Views

Maria en Maximiliaan

Written by
banner

De bal gaat aan het rollen in 1475. Karel de Stoute en de Franse koning sluiten in het najaar van dat jaar een wapenstilstand voor een periode van negen jaar. De hertog van Bourgondië wil van deze adempauze profiteren om af te rekenen met de Lotharingers en de Zwitsers. Karel de Stoute benoemt Adolf van Kleef tot luitenant-generaal van zijn Bourgondisch territorium om zich zelf te concentreren op zijn strijd in Lotharingen.

Zoon Filips is op dat moment negentien jaar en hij staat klaar om in de voetsporen van zijn vader te treden. De Franse koning kent de bedoelingen van zijn opponent en denkt bij zichzelf: ‘doe maar man, je zal hier veel energie verspillen en uiteindelijk toch het onderspit delven.’ Hij heeft het uitstekend gezien want Karel de Stoute zal sneuvelen in januari 1477. Noch hij, noch zijn geweldige leger zullen de Fransman nog verder parten spelen. En met Maria zal hij een zachtgekookt eitje op zijn bord krijgen.

Op 11 april 1477, Karel de Stoute is al dood en begraven en verleden tijd, plaatst Maria van Bourgondië haar gewezen speelkameraad op het zelfde niveau als zijn vader Adolf. De Franse koning is ondertussen al begonnen met zijn speldenprikken ten opzichte van Vlaanderen. Vader en zoon van Kleef moeten er samen voor zorgen dat de Vlaamse edelen stand zullen bieden aan deze Franse agressie. Filips wordt verantwoordelijk voor de organisatie van de verdediging. Het is bepaald een vergiftigd geschenk.

De finefleur van de Vlaamse adel is ten onder gegaan in de slag van Nancy en nu moet hij maar de brokken proberen te lijmen in het thuisfront. Eigenlijk is het een kwestie van te redden wat er te redden valt en zich te concentreren op de meeste kritiek te verdedigen plaatsen. Het goed aangevoerde en omvangrijke Franse leger is belust op de rijke Vlaamse buit. De zuidelijke Vlaamse steden in Vlaanderen, Artesië en Henegouwen worden bemand door zwakke garnizoenen en eigenlijk geen partij voor het Franse leger.

Ondertussen probeert Maria van Bourgondië haar vel te redden door te onderhandelen met de Franse koning die notabene haar eigen peter is. Na de eerste Franse aanvallen wil Lodewijk zelf ook wel onderhandelen met de entourage van Maria van Bourgondië. Misschien kan hij zonder oorlog zijn slag binnenhalen. De Vlaamse steden met Gent op kop jutten hun volk op om in opstand te komen tegen het Bourgondische strafbewind van de voorbije decennia en proberen hun verloren stedelijke autoriteiten terug te winnen van de jeugdige en onervaren hertogin.

Waarom zou de Franse koning niet even wachten tot dat het Bourgondisch bestuur in Vlaanderen van zichzelf implodeert? Dank zij de toekenning van het ‘Groot Privilege’, slaagt Maria er in om de steden opnieuw aan haar zijde te krijgen en ook de Vlaamse adel blijft grotendeels achter het Bourgondisch bestuur staan. De garnizoenen aan de Franse grens kunnen nu van meer volk worden voorzien. In april 1477 gaan St.-Quentin, de Somme-steden en Terwaan echter verloren. St.-Omer staat op vallen en het platteland van de Westhoek is nu overgeleverd aan de willekeur van de Franse soldaten van Lodewijk XI.

Het is zonder meer een vuile oorlog. Een relaas van belegeringen, plunderingen, brandschatting en brandstichting, van onmenselijke wreedheden tegenover mens en dier. In deze wereld van angst en wanhoop, van wreedheid en ellende, moet de jonge en onervaren Filips van Kleef zijn eerste militaire ervaring opdoen. Zijn debuut zal wel niet gemakkelijk zijn. Dat is heel wat anders dan zijn deelnames aan de prestigieuze tornooien uit het verleden. Hij en zijn vader konden zich bogen op de graaf die gekend was als een onverschrokken doorzetter en durfal.

En nu moeten ze maar zelf het ijzer uit het vuur weten te halen voor dat bang jong meisje dat onervaren is in de oorlog en in de diplomatie. Filips is trouwens al pertinent aanwezig bij de officiële inhuldiging van Maria te Gent in de loop van de maand februari van het jaar 1477 en ook de huwelijksplannen van de hertogin verrassen hem niet. Op 26 maart, kort nadat de Staten van Vlaanderen hebben besloten om Maria te dwingen tot een huwelijk met de zevenjarige Franse kroonprins Karel, voert die haar eigen willetje uit.

Ze wil niet gedwongen worden om met die Fransman te trouwen en ze dringt er op aan bij haar verloofde Maximiliaan van Oostenrijk om snel af te komen. Kwade tongen beweren trouwens dat Filips van Kleef zelf een huwelijk ambieert met zijn vroeger vriendinnetje. Filips moet nog veel leren. Dat stellen we vast wanneer hij ter hulp wordt geroepen om Douai te beschermen tegen een Franse invasie. En ook in Bergen krijgt hij het aan de stok met de schepenen. De lokale bestuurslieden blijken erg lange tenen te hebben. Van Kleef moet nog snappen hoe hij moet omgaan met de stedelijke gevoeligheden.

De jonge ridder kan echter nooit betrapt worden op impulsiviteit. In oorlogszaken zal hij zeker niet blindelings in de dood rennen à la Karel de Stoute. Zijn koele berekendheid zullen zijn vijanden later lafheid noemen. In 1477 kan ik hem dan gerust al bestempelen als een militaire strateeg die vooral oog heeft voor de praktische kant van de zaken. Ondertussen lijdt vooral Henegouwen zwaar onder de oorlog en Filips krijgt er alle bevoegdheden om de verdediging te organiseren. Hier de leiding voeren over de militaire verrichtingen is trouwens geen sinecure. De troepen zijn eigengereid en ongehoorzaam. Er is op een enkel moment sprake van eenheid in de geesten en in de verdediging. Valenciennes wordt ondertussen het middelpunt van een bittere strijd.

In juli 1477 bekampen de partijen elkaar hard tegen onzacht. Tussen Valenciennes en Ghislain gaan de meeste dorpen in vlammen op. Gelukkig is er het huwelijk van Maria met Maximiliaan in augustus 1477. Ik heb het er al uitgebreid over gehad. Met de winter in zicht komt er een tijdelijke wapenstilstand met Frankrijk. Het lot van Filips van Kleef ligt voortaan in de handen van het nieuwe echtpaar.

Op 1 oktober 1477 wordt hij aangesteld als kapitein-generaal van Rijsel, Douai en Orchies en een maand later benoemen Maximiliaan en Maria hem tot ‘chef et capitaine d’une des compagnies de cent hommes d’armes, cent archiers à cheval et deux gens de trait à pied, aux gages et pension de 100 francs par mois.’ Filips kan tijdens de winter opnieuw genieten van het hofleven in de omgeving van Maria en Maximiliaan. Daarna sleept de oorlog met Frankrijk zich naar de slag van Guinegate. Het Vlaamse leger slaagt er in om de Fransen neer te slaan.

De rol van Filips van Kleef bij deze victorie lijkt me minder positief. Een aura van lafheid en verraad zal hem hierdoor de rest van zijn leven achtervolgen. Tijdens de overtocht van de Leie vecht Filips in de voorhoede zo goed als onder de ogen van Maximiliaan. Hij weert zich als een dapper man, maar hij heeft blijkbaar af te rekenen met een nukkig paard dat hem tegen zijn wil voor de anderen uit brengt. Tot overmaat van ramp wordt hij zwaar ten val gebracht door de Franse tegenstand.

Maximiliaan ziet het allemaal voor zijn eigen ogen gebeuren en is er van overtuigd dat zijn kapitein gesneuveld is. In werkelijkheid is er enkele sprake van schade aan de teugels van het paard en kan Filips zich weer in het zadel hijsen. Door de kruitdampen heen kan hij op dat moment niet onderscheiden waar hij zich precies bevindt en zo raakt hij met enkele andere edelen tot zijn grote schrik afgezonderd van het hoofdleger.

Daar worden ze opgemerkt door een Franse eenheid van zeker honderd ruiters die in de keurig uitgedoste ruiter Maximiliaan menen te herkennen en de achtervolging op hem inzetten. Van Kleef kan alleen zorgen dat hij zich uit de voeten maakt, er volgt een ongetwijfeld spectaculaire achtervolging van 9 km die hem tot in Arien leidt bij een divisie Vlamingen die denken dat de slag van Guinegate verloren is. Van Kleef weet wel beter. De zaken zien er goed uit voor de Vlamingen.

Met vierhonderd ruiters keren ze nu terug naar het slagveld. Er wordt opnieuw veel geëist van de mannen en de paarden. Ondertussen is de nacht aangebroken en pas bij het aanbreken van de volgende ochtend slaagt Filips er in om zijn troepen tot bij Maximiliaan te leiden. Die is zeer gelukkig om zijn kapitein ongedeerd zien. Er volgen geen verwijten. Nu nog niet. De vreugde om zijn behoud is hiervoor te groot. Maar de twijfel is gezaaid. Waarom is zijn rechterhand op de vlucht geslagen? Die vraag zal hem voor de rest van zijn leven achtervolgen. Guinegate zorgt niet voor een einde van de oorlog. Lodewijk XI blijkt stoken.

Tot een rechtstreekse confrontatie komt het niet meer. De diplomatie komt nu weer op de voorgrond. Maximiliaan probeert Bretagne en Engeland aan zijn kant te krijgen. De jonge echtgenoot van Maria heeft hoge ogen gegooid bij zijn entree, maar beetje bij beetje helt dat positief gevoel over naar een gevoel van wrevel. Vooral Gent stelt zich van langs om halsstarriger op onder leiding van Jan van Dadizele. Die laatste wordt door de Fouw omschreven als ‘spiritus auctor’ en ik ben geneigd om dat te vertalen in ‘stokebrand’. Voor het eerst krijg ik onze Westhoekautoriteit onder een andere gedaante te zien.

Zijn vermoording in oktober 1481 en het feit dat er hiervoor geen schuldigen worden opgepakt, zal de verhouding tussen Gent en Maximiliaan alleen maar slechter maken. De eerste verzetsdaden tegenover de hertog spelen zich af in een schimmige zone. Tussen de diplomatieke hoop en de vrees voor een heropflakkering van de oorlog. Maximiliaan bevindt zich meer in de zuidelijke steden dan aan zijn eigen hof. Het jaar 1480 brengt niet veel belangrijks. Een brief van Maria & Maximiliaan aan de van Kleefs illustreert de treurige toestand in de welke de Westhoek en het zuiden van Vlaanderen zich bevinden na drie jaar van oorlog.

Uit deel 5 van ‘De Kronieken van de Westhoek’

Article Categories:
terug naar het verleden
banner
http://www.dekroniekenvandewesthoek.be

Vlaamse geschiedenis zoals je die nog nooit beleefd hebt!

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *