banner
dec 19, 2024
131 Views
Reacties uitgeschakeld voor Ongenoegen in de vallei van de Casselberg

Ongenoegen in de vallei van de Casselberg

Written by
banner

In 1428 komt Filips de Goede zelf naar Cassel. De lokale wethouders zijn ontevreden dat hun lokale wetten zomaar op een eenzijdige manier worden vervangen door nieuwe exemplaren. Het doordrukken van een nieuwe wetgeving komt in de vallei van de Casselberg in ieder geval harder aan dan in de andere regio’s van Vlaanderen. Dat heeft natuurlijk alles te maken met de wetenschap dat de kasselrij zo lang heeft toebehoord aan Robrecht en zijn dochter Yolande, terwijl ondertussen de graaf van Vlaanderen zijn Raad van Vlaanderen had ingeschakeld om meer structuur te geven aan de rest van Vlaanderen en om zijn Bourgondische ‘maniertjes’ in het Vlaamse land te installeren.

‘Twelke den ghemeenen volke grootelicx dochte jeighem hem gaen’. Klachten dus bij het parlement te Parijs en de graaf die één en ander wil komen verduidelijken. Zijn boodschap aan de Casselnaars is maar al te duidelijk: de oude Merovingische reglementen en gebruiken zijn verschrompelde vehikels uit het verre verleden en volledig illegaal. Vlaanderen moet uitgezuiverd worden. Zijn geweten gebiedt hem ‘à oster du pays ces mauvaises coutume, en usant de raison et de justice’. Baljuw Colard van de Clyte is de vertegenwoordiger van de graaf in Cassel en dient dan ook de grafelijke wensen uit te voeren.

De oude en slechte gewoontes moeten er uit en vervangen worden door een structurele wetgeving. Zeer tegen de zin van allen die natuurlijk de stedelijke autonomie in het vaandel dragen en die natuurlijk de onrust in de stad als een kostbaar goed cultiveren.

En de mensen weten niet beter. Had de graaf bij zijn intrede niet beloofd om hun vrijheden en privileges te zullen respecteren? De gewelddadige confrontaties en bloedige gevechten blijven maar aanslepen in de stad en in heel Cassel-Ambacht. Veel heeft natuurlijk te zien met het boetesysteem dat zijn ingang gemaakt heeft in het rechtssysteem. Doorheen alle echelons van de rechterlijke structuur kunnen de boetes variëren tussen de 62 cent en de 60 pond. De boetes zijn niet alleen een ferme inbreuk op de stedelijke autonomie, maar ze hebben een ook vies fiscaal kantje.

De baljuw profiteert van de escalerende onrust om de boetes voortdurend de hoogte in te jagen. Zijn provocaties hebben natuurlijk een averechts effect op de landarbeiders. Colard van de Clyte ‘nam meer dan hij sculdich was te nemene’, vertellen de kronieken. De oorlog tussen Frankrijk en Engeland is nog altijd aan de gang. De overheid zoekt, net als vandaag trouwens, halsstarrig naar elke cent die ze kan vangen bij de mensen.

Daarbij komt nog dat Colard van de Clyte als een verlicht despoot regeert over Cassel. De graaf heeft zijn handen vol aan zijn oorlogen in Holland en Frankrijk en bekommert zijn niet al te veel om het stijgend ongenoegen in de vallei van de Casselberg. De baljuw heeft dus vrij spel. In plaats van de vertegenwoordigers van de stad en de kasselrij te betrekken bij de gewijzigde regels en afspraken, verkracht hij integendeel met zijn eigengereid optreden, de zo gekoesterde stedelijke vrijheden.

Toch verschuilt de baljuw zich altijd bijzonder handig achter het lokale bestuur. De wet is de wet. Hoe meer verouderd en hoe barbaarser de gebruiken zijn, hoe hardnekkiger hij die met de letter van de wet probeert te bestrijden. Met de geestelijken en met de mensen van adel, zijn er allerminst problemen. Het gewone volk echter draait zichzelf op tegen de bruuske veranderingen die hun worden opgelegd. De opstand is vooral het werk van de boeren. De graanoogst is slecht geweest en toch zijn de cijnzen op de schaarse opbrengsten alleen maar de hoogte in gegaan.

Vroeger hadden ze het recht om vrijuit sprokkelhout te verzamelen, waardoor ze enigszins door de koude winters heen konden, maar ook dat recht is nu aan banden gelegd. En daarbij komt nog dat de buitengebieden geteisterd worden door leeglopers van soldaten en schurken. Wees maar gerust: de boeren koesteren een grondige haat tegenover de adel en de baljuw. De kasselrij van Cassel telt in die tijd niet minder dan 52 dorpen en eigenlijk kan er bij het ontstaan van het conflict enkel wat onvoorzichtigheid verweten worden aan de baljuw. Een gebrek aan ellebogen en diplomatie en natuurlijk veel en veel ’te stranghe’, staat er neergeschreven. Maar langzaam zal het volkstumult ontaarden en degenereren in een antisociale revolutie en in uitspattingen die alleen maar in de schoenen van Colard van de Clyte mogen worden gelegd.

Het begint met 500 ontevreden boeren die samenkomen in de stad van Terwaan en die bij het Parijse parlement een klacht indienen tegen graaf, de hertog van Bourgondië. Het parlement waarvan sprake, bestaat op dat moment uit Engelse afgevaardigden die de hoofdstad van Frankrijk bezet houden. Boudewijn van Bavinchove, is de leider van de protestbeweging. Hij en Jacques Lotten begeven zich naar Parijs om als appelanten te verschijnen voor een scheidsrechterscommissie.

Maar zo ver komt het niet. Zich wenden tot de Engelsen ligt ongetwijfeld zeer gevoelig. De graaf heeft zich sinds 1420 wel geallieerd met de Engelsen, de grootste schande die de Fransen zich wel kunnen indenken, maar het is al bij al een bedenkelijk huwelijk dat uiteindelijk op een mislukking zal uitlopen. Enkele mannetjes van de graaf grijpen de twee Casselnaars bij de kraag en samen met enkele van hun gezellen worden ze terug gevoerd naar Vlaanderen. Ze worden er, samen met een zestal andere actievoerders, voor de vierschaar gebracht die het gezelschap veroordeelt tot een verbanning uit Vlaanderen. Weg voor 10 tot 50 jaar.

Het conflict is daarmee natuurlijk niet van de baan. Integendeel. Alleen maar olie op het Casselse vuur. De vier leden van de Raad van Vlaanderen proberen zich ondertussen officieus te mengen in de discussie tussen de graaf en zijn Vlaamse onderdanen van Cassel-Ambacht. ‘Vertegenwoordiger Gent laat zich opmerken door een zekere animositeit tegenover de rebellen’, schrijft Olivier van Dixmude in zijn kronieken. De Gentse schepenen hebben al wat ervaring met rellen in hun eigen streek waar ze zelf bijzonder hardhandig hebben ingegrepen om er hun lokale autoriteit intact te kunnen houden.

Gent staat in elk geval bekend als aanstichter van de verbanningen die uitgesproken worden in naam van de graaf en van de Staten van Vlaanderen. Graaf Filips de Goede legt nu de bal in het kamp van zijn Raad van Vlaanderen om te onderzoeken of de klachten van de ‘opposans’ eventueel gegrond zijn. En zo begeven een reeks afgevaardigden van de ‘Vier Leden’ zich naar Cassel-Ambacht om de klachten aan een onderzoek te onderwerpen. Filips de Goede heeft al wel wat ervaring met onrust en mistevredenheid. Cassel-Ambacht is zeker niet de enige regio waar het rumoerig aan toe gaat. Eerst de standaardprocedures dus.

De graaf speelt het dus aanvankelijk inderdaad volledig conform de Vlaamse wetgeving maar als de Casselnaars zich allesbehalve bereid tonen om ook maar op één punt toe te geven, vallen de maskers af. Het volk wil zijn privileges terug en blijft er bij om deze eis af te dwingen voor een parlementaire commissie. De zogezegd ‘Goede’ graaf verpopt zich tot een kleinzielige geïrriteerde alleenheerser. Naar verluidt tiert de despoot, ‘zeere vergramt’, tijdens één van zijn driftbuien dat hij en niemand anders baas is over zijn land en zijn onderdanen!

Hij geeft het bevel aan zijn soeverein-baljuw Jean de Comines, de broer van Colard, en aan alle baljuws van Vlaanderen om zich gewapend naar Cassel-Ambacht te begeven ‘pour faire justice des rebelles, confisquer leur biens et sévir contre leurs personnes’. Vijfduizend mannen, voetvolk en ruiterij, begeven zich onder de respectieve banieren van hun baljuws naar de opstandige regio. We noteren 4 december 1427 als datum. Zowat 3.000 boogschutters sluiten zich aan bij het leger. De mankracht van de rebellen is beduidend groter. 8.000 mannen houden zich verschanst op vier of vijf strategische plaatsen in de kasselrij.

Hun kampen zijn gevuld met levensmiddelen en met munitie. Vanuit hun egelstellingen moeten ze er voor zorgen dat de grafelijke troepen niet binnendringen in Cassel-Ambacht. Een zenuwslopende periode breekt aan. Terwijl de baljuws hun posities innemen in de buurt van Vieux-Berquin en Merville, voeren de vier Leden van Vlaanderen de druk op Cassel-Ambacht verder op om tot een onderhandelde overeenkomst te komen. Ze stuiten daarbij op de koppigheid van de Casselnaars die op geen enkel punt willen afstappen van hun vroegere vrijheden.

Dit is een fragment uit Boek 4 van De Kronieken van de Westhoek

Article Categories:
fragment uit deel 4
banner
http://www.dekroniekenvandewesthoek.be

Vlaamse geschiedenis zoals je die nog nooit beleefd hebt!

Comments are closed.