Werkelijk niets blijft Johanna gespaard. In Vlaanderen ontstaat een inlandse oorlog wanneer een of andere gelukszoeker uit het niets opduikt en van zichzelf beweert dat hij Boudewijn van Constantinopel is, de vader van de gravin die nu al 19 jaar verdwenen is na de slag voor Andrinopel.
Het eenvoudige Vlaamse volksleger heeft het elitaire ridderleger van de Fransen verslagen. Zowat in heel Vlaanderen luiden en jengelen de uitbundige klokken om de overwinning van het volk te vieren. De mensen zijn uitgelaten en opgewonden. Nu gaat alles veranderen in Vlaanderen! Victorie. Victorie. Victorie. De mensen van de Gentse achterbuurten komen geestdriftig op straat met de banieren van Gwijde van Namen en die van Willem van Gulik. Al snel zwelt de massa aan tot een uitbundige feestelijke stoet. Het voelt aan als de bevrijding. De bassen van de trommels en het geschal van de trompetten bezwangeren de Gentse lucht. De Leliaards worden vertrappeld
Met al die willekeur en die afpersmentaliteit is het niet moeilijk dat de moraliteit terugloopt in Ieper. De ‘God ziet u’ bordjes bestaan nog niet en de priesters hebben wel andere interesses dan de geestelijke integriteit van hun onderdanen. Er is amper sprake van nieuwe acquisities tijdens het bewind van abt Pierre. Het zijn blijkbaar moeilijke tijden voor het klooster. De Rubrum registers maken melding van een aankoop in januari 1247. Walter, de abt van Grimbergen, verkoopt aan de Ieperse proosdij alle eigendommen die zijn abdij bezit binnen de stadsmuren van Ieper. Het betreft opbrengsten van meer dan 9 pond afkomstig van verscheidene huizen in de stad en blijkbaar ook deels op de lakenhalle.
Kijk eens naar Ieper op vandaag. Waar is het water nu? Aan de noordoostkant zien we het kanaal en de Ieperlee, aan de zuidwestkant de ‘Verdronken Weiden’. De komst van het water in 260-270 was een (afgezwakte) herhaling van wat er zich al had afgespeeld 1000 à 1500 jaar voordien. Het water 5 à 10 meter hoger. Beeld u dat eens in? Alleen de heuvel, de prairie van Ieper, bleef gespaard van het rijzende water. En er waren twee havengemeenschappen. Briel (Breuil) en de omgeving van het Zaelhof en de Zuudstrate (de latere Rijselstraat), niet toevallig nog steeds met elkaar verbonden met de ondergrondse Ieperlee. Zeker al in 270, kijk maar naar de ‘ille’ namen waar we het al uitgebreid over hebben gehad. Hier leefden beslist al mensen 1000 jaar voor het begin van onze nieuwe tijdsrekening.
Oorlog met Frankrijk. Van de Brugse Metten naar de Guldensporenslag.
Uit deel 2 van De Kronieken van de Westhoek