Iedereen kent hier een hoogvlieger van een kerkpilaar, die hier alles wil het best weten, alles op zijn duimpje wil doen draaien en daarbij altijd gereed is om suiker op een andermans rug te kloppen, het moge waar of geen waar zijn.
In Vlaanderen werd en wordt 1 april ‘Verzenderkensdag’ genoemd. We kennen geen typisch dialectwoord waarmee dit gebruik wordt benoemd. De Engelsen integendeel kennen een gelijkaardige variante, nl. ‘All fools’ day’. De persoon die men beet nam werd een ‘Aprilgek’ of een ‘Aprilzot’ genoemd.
Iedereen is overtuigd dat hij raad kan geven, maar niet altijd overtuigd dat hij raad moet aanvaarden.
Man en vrouw laffelijk vermoord en daarna het huis in brand gestoken – het negenjarig dochtertje van de slachtoffers in de vlammen omgekomen.
In dit dorp woont er een vrouwtje dat volgens men zegt zeer benauwd is van alleen thuis te blijven. Een farceur wist dat en, om eens hartelijk te lachen verzon hij een klucht en maakte een strooien man.
Op het grondgebied van wat vroeger de bloeiende gemeente Wijtschate was, te midden een echte wildernis, woonde zekere Vandenabeele Cyrille, geboren te Geluwe op 7 februari 1865.
De Franssprekende inwoner van Wervik-Zuid (Frankrijk) om, van zijn kant daarin niet ten achteren te blijven, gebruikt tal van Vlaamse woorden in zijn lopende uitdrukkingen. Zo zal men dikwijls horen zeggen; ‘Attends een beetje’, en wat weet ik al.
‘Ik heb een heel aardig wijf’, zei Marus.