De vierschaer is het tribunaal in de hoogste expressie. In de kamer “ter siege” of […]
14 februari 1568. De sneeuw van gisteren heeft plaats gemaakt voor dooi en regen. Nu […]
Werkelijk niets blijft Johanna gespaard. In Vlaanderen ontstaat een inlandse oorlog wanneer een of andere gelukszoeker uit het niets opduikt en van zichzelf beweert dat hij Boudewijn van Constantinopel is, de vader van de gravin die nu al 19 jaar verdwenen is na de slag voor Andrinopel.
Het loopt al lekker met mijn nieuwe kroniek. De werktitel ‘Storm over Vlaanderen’ is voorlopig en zal vermoedelijk nog veranderen. Onderstaand fragment heb ik geschreven de voorbije twee dagen en handelen over de revolutie die plaats grijpt in het jaar 1578. Willem van Oranje heeft zich meester gemaakt van Vlaanderen en dat zullen vooral de katholieke priesters aan de lijve ondervinden.
Geschiedenisstukken van 1147 en 1208 melden, dat reeds in deze verre tijden, de abten van het Sint-Bertinusklooster van Poperinge het recht hadden om te vonnissen. Dit voorrecht met al de baten en de voordelen uit het ambt spruitende, wierd hun, als heren van de stad, bij gezegelde brief van 26 februari 1620, door de aartshertogen Albrecht en Isabella hernieuwd en bevestigd in hoog- middel en nedergerecht.
Elke dag opnieuw loert de tegenslag om het hoekje. De prijzen van het voedsel hangen in hoge mate af van het succes van de oogst op het land. Slechte zomers zorgen voor hoe prijzen voor tarwe en gerst, brood en bier. Wie niets kon sparen tijdens de redelijke jaren, is er direct de pineut van en moet proberen zich in leven te houden van de liefdadigheid. Mensen die ziek zijn of invalide of oud kijken angstvallig richting stadsbestuur en naar de kerken. Of naar welwillende rijke mensen. De nood naar brood, bonen, erwten, kledij en dekens is prangend. Een gezongen mis zal ongetwijfeld veel te hoog gegrepen zijn voor de modale inwoners van Ieper-stad, en dat in deze zogezegd goedkope tijden.
Rechtstreekse beledigingen aan het adres van God, de heilige maagd of de heilige kerk zijn taboe. Ook hier velt de vierschaar verschillende vonnissen. Een zekere Meulin Heerbrecht wordt aan de schandpaal gebonden en vervolgens met afgekorte tong voor zeven jaar in verbanning weggestuurd: ‘pour les despiteuses inhonestes et innaturèlez parolez blas fèmes qu il dist sour notre Seigneur Jhesu Crist et de la glorieuse benoite Vierge Marie’. De poorter Eloy Mazin wordt voor 7 jaar verbannen ‘de destourbir le ville des parolles qui dist au contraire de sainte eglise…’. Menselijke Majesteitsschennis.