Trouwen en is geen kinderspel:
al die trouwen, ze weten ’t wel!
–
Trouwen is leutig,
spijtig van d’achtersmake
–
Trouwen is wel
maar niet trouwen beter
De willetjes groeien in de busschen
en de kaantjes groeien der tusschen,
om de willetjes te blusschen
Het ware leugenachtig mijn stadsgenoten van vóór de eerste wereldoorlog met alle deugden Gods te overladen of hen van alle zonden vrij te pleiten. Het tegendeel zou nog onrechtvaardiger zijn. Hun verdiensten wogen ruimschoots op tegen hun onhebbelijkheden.
De tien geboden van God bestaan reeds jaren en eeuwen. Nu hebben de vrouwen in Amerika ook tien geboden opgesteld – tien geboden voor de mannen!
Rijk worden is niet zijn rijkdom vermeerderen maar zijn begeerten verminderen.
Geld is het land meester.
Geld maakt een huwelijk niet gelukkig! Nee, maar het is tenminste nog een troost in het ongeluk.
Die mensen zijn familie van Alexander, alles voor zich en niets voor een ander.
Die uitdrukking wordt gebruikt met een licht spottende inslag als men het heeft over huishoudens en meer bepaalde keuken waar het een beetje gesparig aan toe gaat.
Spiering en vis stinkt moar als ’t hij gevangen is
Ze heeft geen suiker nodig want ze is zoet uit heur eigen
Hij zal van zijn verstand niet ziek worden
Beter zulk were dan geen were
Hij is van ’t jaar elve, hij houdt het liever zelve (hij is erg gierig)
’t Is ’t er een van ’t jaar nul (hij is ferm uit de mode)
Dat is op geen blauwen steen gevallen (dat zal ik onthouden)
De stenen vragen geld (er is altijd en overal te betalen)
De mensen zijn familie van Alexander, alles voor zich en niets voor een ander.
Boudewijn van Bergen volgde welhaast zijn vader in het graf; hij stierf in 1070. Zijn broeder Robertus beweerde alsdan recht te hebben op het graafschap van Vlaanderen. Maar Boudewijn van Bergen had in zijn testament dit land aan zijn oudste zoon Arnoldus ge geven; en den jongsten met naam Boudewijn was graaf van Henegouwen verklaard geweest, onder het regentschap van zijn moeder Richildis.
Bulte Capron, dat is van mijn langste onthoud. Hij was eindelijk rijk. Hij was eigenaar […]