”t Lapt zoete binnen’, zei Puuste Verdoodt en hij goot pastoors wijn in zijn ‘gilébeuze’. […]
Karel de Blauwer vertelt hoe hij op een nieuwjaarsavond op de kommiezen liep. Hij was de grens over geraakt met honderdentien pond tabak. Op een kilometer van Kwaadieper-dorp stopt hij bij een hoeve. Hij is moe en wil er even rusten.
‘z Is blamot ètingeld’ – Overdreven geliefkoosd worden.
”t Is ze rechter ’n oarme’ – Het is zijn bijzonderste steun.
Robert Beddeleem (1937) en zijn echtgenote Maria Persoon (1941) uit Vlamertinge, hij afkomstig van Abele (Poperinge), zij van Watou, hebben in hun jonge jaren veel hop geplukt.