Het jaar 1764. De koophandel van Oostende groeit nu ongestoord verder. Dat kunnen ze natuurlijk […]
’t Is beter een veugel in de hand als twee op d’haeghe.
Wat baat de keerse en bril, als den uyl nie zien en wil.
Ik zien Cassel op ’n berg van ’n venster van men huus
T’ is lyk een kleen eiland in ’t middel van de zee
Mijn vader, die een bakker was, en zijn hond Bobby, die aan de triporteur hielp trekken, hebben in hun leven veel moeten doen om aan hun brood te komen. Bobby at per dag meer dan een half brood: drie, vier sneden van twee vingers dik, die in zijn pateel; dat aan ’t kot stond, gebrokkeld werden. Daarnaast stond zijn teil met water, van hetzelfde pompwater dat mijn vader voor zijn gezondheid elke morgen dronk op zijn nuchtere maag en waarvan hij zei: zo helder als kristal.