Vroeger waren de barbiers de aangewezen heelmeesters. De aderlating was toen de meest doeltreffende remedie voor alle kwalen. De barbiers waren gewoon met scheermessen om te gaan en bleken dus de aangewezen personen om aders te laten.
Voor enige tijd leefde er te Ramskapelle een jager, Jan Tison genaamd, die nooit het wild miste waarop hij schoot en die aldus als jager een grote faam genoot.