De winter van 1792 nadert. De weilanden langs de Ijzer staan gewoontegetrouw onder water. De […]
Een andere heikele kwestie in de Franse tijd is natuurlijk die van de loting en […]
Honderdzeventig jaar geleden, in 1798, werd het woelig in de streek. Reeds vier jaar leefde men toen onder de druk van commissarissen en sansculotten, de kerken waren gesloten en de godsdienstbeoefening verboden, de jonge mannen moesten dienst nemen in het Franse leger.
Langs het grintwegje van Sint-Idesbaldus wenken de oude puinen van de Duinenabdij met de machtige hoeve om af te stappen, doch de maag gebiedt: naar Veurne!
Zoals iedereen wel weet, maakten onze streken in de tachtiger jaren van de 18de eeuw deel uit van het Oostenrijkse keizerrijk. Jozef II (de “keizerkoster”) regeerde met vaste hand als verlicht despoot en hij wilde grondige hervormingen doorvoeren. Zijn energieke aanpak, waarbij hij erin slaagde zowat iedereen, met inbegrip van adel en geestelijkheid, de leidende klassen op dat ogenblik, tegen zich in het harnas te jagen, leidde uiteindelijk tot een diepgeworteld ongenoegen, culminerend in een opstand.