banner
Jul 18, 2018
3480 Views

Tussen Lauwe en Bellegem

Written by

De nacht van 11 op 12 september 1315. De terugtrekken van de Fransen heeft de allure van een waarachtige vlucht. Lodewijk ziet zich genoodzaakt om al de wagens, karren, tenten, bagage en proviand in het Vlaamse slijk achter te laten. Om te voorkomen dat de Vlamingen er zich mee zouden verrijken laat hij alles in brand steken. Maar omdat alles zodanig doorweekt is komt daar maar weinig van in huis.

banner

De voorbije dagen geschreven:

1 augustus 1314. Tijdens een grote vergadering in het koninklijk paleis uit Filips de Schone opnieuw zware beschuldigingen tegen de Vlaamse leiders. Hij eindigt zijn toespraak met de mededeling dat een oorlog met Vlaanderen nu wel heel waarschijnlijk wordt. Robrecht van Bethune krijgt welgeteld dertig dagen om zich voor het Franse parlement aan hem te onderwerpen. Indien hij dat nalaat zal de banvloek neerdalen over Vlaanderen en zal de graaf zonder enige vorm van rechtspleging ter dood mogen worden gebracht. Die stuurt enkele afgevaardigden naar Parijs maar die weigert hij te spreken. Achteraf volgt wel de mededeling dat het leen Vlaanderen verbeurd verklaard wordt in het voordeel van de koning die zijn grondbezit met de wapens weer bij Frankrijk zullen annexeren. Op dat moment zijn de Vlaamse gemeenten al gestart met de vijandelijkheden.

Ze belegeren Rijsel op het moment dat de eerste gewapende Fransmannen aan de grens opduiken. Vier grote Franse legers zullen gelijktijdig Douai, Rijsel, Doornik en Sint-Omer in de tang nemen. De Vlaamse troepen wijken geenszins voor deze ontzaglijke krijgsmacht en staan al klaar om de strijd aan te gaan tot de diplomaten te Orthies toch tot een tijdelijke wapenstilstand komen. De oorlog gaat verrassend genoeg niet door wegens interne oppositie in Frankrijk. Om de strijd tegen Vlaanderen eist Filips de Schone twintig percent van de bezittingen en de inkomsten van zowel de burgers als de edelen. Een afpersing die zoveel tegenstand opwekt onder de edelen en de burgers van Vermandois, Champagne en Bourgondië die zich als ‘de verbondenen’ gaan moeien met het beleid van hun koning waardoor die echt niet anders kan dan zijn belastingsmaatregelen op te schorten. En waardoor er natuurlijk geen geld meer is om oorlogje te spelen tegen de Vlamingen. Daar zit dus de echte reden voor de wapenstilstand. Robrecht van Cassel en de Vlaamse gijzelaars komen op vrije voeten, de soldaten van de vier Franse legers keren met de staart tussen de benen naar hun haardsteden terug.

De zwanenzang van Filips de Schone is ingezet. Het einde van zijn regering is bijna voorbij. Acht dagen na deze vernedering geraakt hij tijdens een jachtpartij aan de oevers van de Oise zwaargewond wanneer hij onzacht in contact komt met een wild zwijn. Via het kasteel van Poissy wordt hij nu naar zijn geboorteplaats Fontainebleau vervoerd. De schoonste koning van Frankrijk ligt er uitgeteld bij. ‘Slecht van lichaam en ziel’ en ervan overtuigd is dat hij vervloekt is door zijn volk. Op 29 november 1314 geeft hij zijn laatste zucht en kan Vlaanderen blijkbaar beter gaan ademen. De koning is dood. Leve de nieuwe koning. Dat is nu Filips’ oudste zoon Lodewijk X. Zijn bijnaam ‘ruziemaker’ laat weinig goeds voorspellen. Bij zijn aantreden wil hij eerst en vooral Robrecht van Bethune op zijn plaats zetten en straffen voor al de beledigingen aan het adres van de Franse monarchie.

Zomer 1315. Het duurt verdorie acht maanden vooraleer Lodewijk zijn kroon op het hoofd gezet krijgt. Dat heeft alles te maken met de bedenkelijke financiële situatie in Frankrijk. De nieuwe koning heeft zijn handen vol met de interne twisten en moeten zijn plannen voor wat betreft de graaf van Vlaanderen even opbergen. Dat is echter alleen maar uitstel. Lodewijk slaagt er toch in om het geld en de neuzen in de goede richting te brengen. Hij wordt daarbij zeker en vast geholpen door de ommezwaai van Lodewijk van Nevers die er alles voor doet om terug in het bezit te komen van zijn graafschap Nevers. Al tijdens de meimaand van 1315 verzoent hij zich met Lodewijk X wiens hof hij niet meer zal verlaten. Een klap in het gezicht van de Vlamingen. In november sluiten beide Lodewijks een geheim verdrag waarbij ze zijn broer Robrecht van Cassel opzijschuiven. In ruil belooft hij de betaling van de belastingen waar de Vlamingen nu al tien jaar ten achter zijn.

Het juist op dat moment dat Robrecht van Cassel die zich helemaal niet bewust is van de kuiperijen van zijn broer in Parijs arriveert. Hij werd door zijn vader afgevaardigd om de leenhulde af te leggen aan de nieuwe Franse koning. Maar die begint al direct met de melding dat het graafschap Vlaanderen zich niet meer uitstrekt over de kasselrijen van Rijsel, Douai en Bethune. Uiteraard is dat een slag in het gezicht van Robrecht en hij trekt zich dan ook verontwaardigd terug uit de leenhulde. Koning Lodewijk eist dat Robrecht van Bethune zich persoonlijk zal komen aanbieden om zijn bestaande leengoed Vlaanderen te komen verheffen. Boudewijn van Zonnebeke krijgt de missie om de graaf te gaan verontschuldigen omdat hij te oud en te ziekelijk geworden is om nog op reis te gaan. Daar moeten ze in Frankrijk niet van weten: het hof van de pairs beschuldigt de graaf van Vlaanderen van muiterij en bestraft hem met de excommunicatie en de verbeurdverklaring van zijn eigendommen.

14 juli 1315. Het vonnis wordt openbaar gemaakt. Het document is één uitgesponnen opsomming die de ongehoorzaamheid van de Vlamingen dik in de verf zet. Hun onwil om zich aan de koning te onderwerpen en het verdrag van Athis te respecteren. Het besluit klinkt als volgt: ‘al de personen die op een of andere wijze meegewerkt hebben aan deze misdaden en muiterij worden gebanvloekt en afgescheiden van de heilige kerk. Ze worden bestempeld als rebellen, verraders, meinedigen, vijanden en schuldig aan majesteitsschennis. Ze worden verbeurdverklaard van hun gezag, hun waardigheden, ereposten, eer, vrijheden, inkomsten, voorrechten, kastelen, landgoederen, steden, vazallen, leengoederen, huldigingen, eeuwige en tijdelijke rechtsgebieden en nog veel meer. Elke Vlaming die zich ooit gekeerd heeft tegen Frankrijk verliest dus werkelijk alles.

Ze worden daarenboven verbannen uit het koninkrijk, op staande voet aangehouden en veroordeeld om voortaan als ‘slaven’ te dienen. Wie zich na 22 juli nog in Frankrijk bevindt mag zonder vonnis opgepakt en gedood worden. De Franse kooplieden krijgen een strikt verbod om nog handel te drijven met de Vlamingen, wie hun goederen durft te kopen of te verkopen krijgt de doodstraf. De verbeurdverklaringen moeten door de aanklagers gedeeld worden met de koninklijke schatkist en ze krijgen de formele opdracht om de lichamen van de Vlamingen ‘dood of levend’ over te maken aan het hof van de koning. Het is straffe kost wat Lodewijk de ruziemaker hier op het bord van Vlaanderen neerploft.

17 juli 1315. Robrecht van Cassel onderneemt nog een laatste poging om de koning op andere gedachten te brengen. Een monnik van Geraardsbergen brengt zijn brief tot bij Lodewijk. Hij wijst erop dat hij er nu al een hele tijd op uit is om de Vlamingen te strippen van hun waarde en eigendommen en de vernietiging van zijn vader en Vlaanderen tout court. Van Cassel kiest resoluut om zijn vader trouw te blijven en zich dus wel noodgedwongen moet afkeren van de Franse kroon. De boodschap van de gravenzoon versterkt natuurlijk nog de mening van deze Lodewijk en verscherpt nog zijn focus om Vlaanderen te vernietigen.

De gemeenten moeten eerst uitgeroeid door hongersnood vooraleer ze door het zwaard zullen vergaan. Er komen strenge bevelen: er mogen geen levensmiddelen meer vanuit Frankrijk naar Vlaanderen aangevoerd worden. De graaf van Henegouwen en hertog Jan van Brabant zullen hun grenzen sluiten en ook de aanvoer vanuit de Noordzee moet dicht. Al op 18 juli volgt daarvoor een schrijven aan de Engelse koning. Een eis dat Edward II een vloot naar Vlaanderen zou sturen en daarbij al de Vlamingen op Engelse bodem te laten arresteren. Gelukkig voor Vlaanderen zijn de Engelsen verwikkeld in een hevige oorlog tegen de Schotten waardoor deze vloot er niet komt.

Willem van Avesnes, de graaf van Holland en Henegouwen toont meer ijver tegen het huis van Dampierre. Met een Franse sponsoring van 140.000 kleine Parijse guldens brengt hij een leger van vijftigduizend man op de been om Vlaanderen te gaan aanranden. Avesnes wacht niet eens tot de mobilisatie compleet is. Om Vlaanderen op de knieën krijgen is dit nu natuurlijk het ideaal moment. De Vlamingen vrezen een inval aan het Zwin en in Cadzand en sturen er hun gewapende mannen naartoe om dergelijk scenario te verijdelen. Maar het zijn valse geruchten: Willem van Avesnes kiest de Schelde om zijn aanval uit te voeren. Meer dan duizend schepen, versierd met prachtige vlaggen stevenen op naar Antwerpen, onder het geschal van de trompetten en de gezangen van de minstrelen. Maar vergis u niet beste lezer; overal waar de vloot voorbijkomt steken de vijandelijke soldaten de dorpen in brand en leveren ze de velden langs de oevers van de Schelde over aan de verwoesting. Zo rukken de Henegouwers op tot in Rupelmonde.

2 september 1315. De koning van Frankrijk verschijnt in Rijsel. Een historieschrijver van die tijd beweert dat de legermacht die hij aanvoert de grootste en de machtigste is die een Franse koning ooit bezeten heeft. Hijzelf is verbitterd op de Vlamingen en zoekt alleen maar wraak. De diverse divisies staan onder het bevel van vierenvijftig graven. De manschappen verzamelen zich ten noorden van Rijsel, bij Bondues vanwaar ze verder trekken naar die noodlottige vlakten bij Kortrijk waar de gebeenten van hun vaders nog liggen te verkalken. Lodewijk X slaat zijn kamp op tussen Lauwe en Bellegem en geeft opdracht aan zijn manschappen om een brug over de Leie te bouwen.

Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan met de Vlaamse gemeentetroepen die postgevat hebben aan de overkant van de Leie. Die hebben het niet zo moeilijk om elke poging om tot brug te komen met de grond gelijk te maken. Lodewijk ziet zich zo genoodzaakt om verder naar het noorden op te rukken. Maar hij aarzelt. De noodlottige Groeningebeek ligt amper twee uur stappen verwijderd. En dus blijft het Franse leger ter plekke zonder de minste poging te doen om slag te leveren. Ze willen het geduld van de Vlamingen op de proef stellen en hen zelf verleiden tot een roekeloze aanval. En zo blijven de Fransen en de Vlamingen zeker een week recht tegenover elkaar staan. Met de Leie middenin.

Tot plots dagen gevuld met zware stortregens roet in het Franse eten gooien en het geheel een heel ander aanzien krijgt. Aanhoudende regens volgen elkaar zo geweldig op dat er in het geheugen van de mensen geen voorbeeld van bestaat. Het Franse kamp met zijn rijke tenten in het centrum, staat te midden van een moeras dat zich altijd maar verder en verder uitbreidt. Koning Lodewijk, zijn prinsen en zijn ridders en die vele duizenden krijgslieden zinken tot aan hun knieën in het slijk. Op de wegen kan men niet meer vooruitkomen. Dertig paarden voor een wagen beladen met slechts één vat wijn kunnen die niet eens in beweging krijgen.

De paarden zinken gewoon weg in de modder, de ridders vinden niet langer een schuilplaats in hun tenten. Een deel van de Fransen willen van de werkloosheid profiteren om enkele dorpen en afgelegen hofsteden te plunderen, maar ze verdwalen hopeloos of vallen in Vlaamse hinderlagen zodat het grootste deel van de stropers nooit meer hun verdronken kampplaats zullen bereiken. Met het vocht en het water groeit ook de malaise bij de Franse soldaten. Gebrek aan voedsel, doornat, klappertandend en door de honger gepijnigd. En ondertussen moeten ze nog opboksen tegen de overmacht van Vlaamse poorters die al de plekjes hier kennen en als volleerde guerrillastrijders onverwacht vanuit de bossen opduiken en het slijk en water bij de tegenstanders nog bijtinten met de kleur van hun bloed. In het Franse kamp lopen de geruchten dat de Vlaamse soldaten het Franse leger langs alle kanten omsingelen. Tijdens een vergadering met zijn baronnen beslist Lodewijk om af te zien van de oorlog en een schuilplaats te gaan zoeken in Doornik. Dat is inderdaad het beste wat ze kunnen doen.

De nacht van 11 op 12 september 1315. De terugtrekken van de Fransen heeft de allure van een waarachtige vlucht. Lodewijk ziet zich genoodzaakt om al de wagens, karren, tenten, bagage en proviand in het Vlaamse slijk achter te laten. Om te voorkomen dat de Vlamingen er zich mee zouden verrijken laat hij alles in brand steken. Maar omdat alles zodanig doorweekt is komt daar maar weinig van in huis. Wanneer ze in Doornik in de verte deze menigte van Franse ridders en voetknechten ontwaren die zich in de grootste wanorde naar de Schelde richten, zijn ze ervan overtuigd dat die zopas een veldslag geleverd hebben met de Vlamingen. De stadspoorten gaan veiligheidshalve dicht.

Die gaan pas open als tijdens de vespers en een hevig onweer één van de verkleumde vluchtelingen door honger en dorst uitgeput komt smeken om binnengelaten te mogen worden in de Sint-Maartensabdij. Een monnik gaat de vluchteling tegemoet om hem binnen te laten. Tot zijn niet geringe verrassing blijkt de vluchteling niemand minder dan Lodewijk de Ruziemaker te zijn, de koning van Frankrijk. Hij zal er vier dagen verblijven en daarna afdruipen naar Parijs. De pogingen van de Franse monarch zijn lelijk mislukt. Vlaanderen is gered. Spijtig genoeg laat Lodewijk al de Vlamingen die zich op dat moment in Frankrijk bevinden ombrengen of jaagt hij hen weg over de grenzen.

Willem van Avesnes staat op dat moment klaar om Rupelmonde te gaan belegeren. Tot hij het nieuws van de aftocht der Fransen verneemt. Veel anders dan zijn plannen bijsturen kan hij niet. Terwijl hij zijn best doet om het Frans debacle voor zijn eigen mannen te verbergen laat hij een beleg van Rupelmonde achterwege en richt hij zijn steven op Kallo waar ze de woningen in brand steken en de dijken doorboren. Een perfecte vermomming om zijn eigen terugtrekking naar Holland te camoufleren.

Uit ‘De Kroniek van Brugge’ – zal verschijnen in deel 9 van ‘De Kronieken van de Westhoek’ (voorzien oktober 2019)

Article Categories:
terug naar het verleden
banner
http://www.dekroniekenvandewesthoek.be

Vlaamse geschiedenis zoals je die nog nooit beleefd hebt!

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *