banner
mei 8, 2020
1418 Views

Bommen aan Café Français

Written by
banner

Anno 1914, op de 2de november, maandag. Allerzielendag. In de sacristie zei mij een Franse aalmoezenier: ‘Jour des àmes, jour des morts, ce sera aujourd’hui vraiment le jour des morts!’ Ik geloofde inderdaad niet dat er van heel de oorlog geweldiger gevochten geweest is, en meer bloed vergoten werd dan die dag. In de nacht gedurig datzelfde furieus kanonnengeschut. Er kwam ook versterking toe van artillerie.

Verscheidene hofsteden van Dikkebus die naastgelegen waren van het gevecht werden door de Franse artillerie met paarden en munitiewagens bezet. We zagen voortdurend de mannen ervan voorbijtrekken met munitie en die naar de kanonnen voeren, of de wagens met levensmiddelen en andere ravitaillement ernaartoe rijden en terugkeren. De Engelse kanonnen werden geplaatst aan ‘t hof van Van Haecke aan de Kemmelbeek en ook aan Café Français. In de ochtend werd Wijtschate heroverd door de Fransen, maar om 11u moesten ze het al opnieuw aan de Duitsers laten. De bommen vielen reeds tot aan de vijver. In de namiddag verbeterde de toestand wat langs Wijtschate, maar hij verslechterde aan de kanten van Voormezele. De bommen vallen al op de plaats en zelfs tot bij Café Français.

De onderpastoor vluchtte rond 16u en nam zijn intrek bij mij. Bijna iedereen sloeg op de vlucht. Zes personen vluchtten ook weg van de Kruisstraat, maar op de hoogte gekomen aan Café Français ontplofte plots een bom. René Lelong, zijn dochter van twaalf en zijn vrouw Delannoy van Wijtschate waren op slag dood. Ze werden door de soldaten begraven in eene weide aan Café Français. Jan Delannoy, kantonnier van Wijtschate werd dodelijk gekwetst en gedragen naar de ambulance van de knechtenschool, waar hij ‘s anderdaags stierf. Hij werd begraven op ons kerkhof. Wanneer we ‘s ochtends de kerk binnentraden zien we met deernis en medelijden dat onze kerk vol gekwetsten lag.

Het klooster was te klein geworden, maar met de kerk zou men nog niet voldoende plaats hebben. Nog diezelfde dag werd de knechtenschool, Gysels huis, en het in opbouw zijnde huis van Vermeulen in gasthuis herschapen. Men zocht matrassen in de bijzonderste huizen, voor de gekwetsten en deze worden gewillig geleend. In de knechtenschool lagen enkel licht gekwetsten, in de andere plaatsen ook veel erg gekwetsten. De lichtgewonden werden gewoonlijk in de eerste uren verder gevoerd. Zo ook met de erg gekwetsten die konden getransporteerd worden. Wie dat niet vermocht werd na enige uren in de meisjesschool geplaatst, waar ze in de rust en soms in de beweegloosheid hun beternis afwachtten.

Ik schatte dat er op Allerzielendag niet minder dan 500 gekwetsten in Dikkebus werden binnengebracht. Wat een droevig schouwspel in de kerk! Wat voor gejammer en gekerm van die ongelukkige gekwetsten. Wat voor hartroerend gesmeek naar de dokter om snel verpleegd te mogen worden. Helaas! Dokters en infirmiers waren er op verre na niet genoeg voor ‘t overgroot getal gekwetsten en ik heb in het huis van Vermeulen zwaargewonde mensen gezien die er reeds zes uur lagen en nog het bezoek niet gehad hadden van de dokter. De ongelukkigen lagen daar vol modder en bloed, omwonden zodat men soms geen wezens meer zag. Sommige doodsbleek door het geweldig bloedverlies.

Anderen helaas rood als vuurkolen, ontstoken van de koorts. Smekend met een stem die ons deed huiveren tot in ‘t diepste van de ziel: ‘Docteur, infirmier, monsieur l’abbé, à boire, à boire!’ Wie kon er weerstaan? Onze medelijdende bevolking ging met water naar die ongelukkigen, helaas kregen veel gekwetsten het verbod van de dokter om water te drinken. Hoe wreed hun dit te moeten weigeren! Bij velen deed de dood haar werk, spijtig genoeg.

Men zag ze in hun doodstrijd, worstelend en hijgend. Verstillend en welhaast bewegingsloos voor altijd. De lijken werden naar het magazijn van de sacristie gebracht die nu zou dienen als dodenzaal. Nu en dan werden er lijken begraven maar enkele uren later lag de plaats al opnieuw vol. In de namiddag werd onderluitenant Lombez, 3de regiment artillerie van Toulouse begraven in een bijzonder graf met vijf soldaten ernaast in een gemene put.

Uit ‘De Grote Kroniek van Ieper’ – verschijningsdatum nog onbekend….

Article Categories:
terug naar het verleden
banner
http://www.dekroniekenvandewesthoek.be

Vlaamse geschiedenis zoals je die nog nooit beleefd hebt!

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *