De volgende windmolens bestonden nog op het grondgebied van Moorslede in 1914:
De volgende windmolens bestonden nog op het grondgebied van Moorslede in 1914:
1. De Waterdammolen stond dicht bij de Passendalebeek waar de maalderij van Henri Decorte nu is, stond op teerlingen, dat zijn vier gemetselde vierkante funderingen.
2. De Stroboommolen stond op teerlingen op het erf van Cyriel Desmet op een dergital meter van de baan naar Dadizele.
3. De molen van Henri Vergote stond voor zijn woning op een vijftigtal meter van de Heulebeek of een driehonderdtal meter van de kerk van Dadizele, hij stond op teerlingen zo dicht bij de steenweg dat de wieken er boven zwierden.
4. De Slypsmolen stond op teerlingen langs de weg tussen de hofstede van George Vandeputte en de Papelandbeek.
5. De Beitemmolen stond op teerlingen op het erf van Henri Seynesal gelegen tussen de provinciale baan Menen-Roeselare en de scheiding van het grondgebied Ledegem.
6. De Koekuitmolen stond voor de woning van Albert Hemmery. Dit erf is nog de eigendom van de edele familie De Meulenaere. De familie De Meulenaere woonde daar voor het bouwen van het kasteel, langs de Krasselhoekstraat. Deze molen stond op een gebouw waar men vroeger olie stampte.
7. De molen bijgenaamd Bontes stampkot, stond op het gehucht het Kruiske, en was later bewoond door Patrus Beheyt. Het was een kolossale stenen molen helemaal opgebouwd in rode baksteen. De eigenlijke molen stond boven een gebouw van omtrent drie meter hoogte welkde diende voor olie te fabriceren.
8. De molen van de heer Jan Breyne stond op teerlingen langs de Gentstraat over de hofstede van Victor Vanhoutte. Hij diende de laatste jaren enkel om olie te stampen en werd afgebroken en openbaar verkocht enkele jaren voor 1914-18.
9. De molen van August Dufort stond op teerlingen langs het kleine Ravestraatje tussen de Breulstraat en het hofstedeke nu bewoond door André Vandevoorde.
10. De molen van Mr. Andries stond langs de Slypsstraat langs de overkant voor de woning van de familie Loncke.
11. De Chicorémolen van de familie Soubry stond op een gebouw langs het Hospitaalwegeltje, tussen de olieslagerij van de heer Soubry stond en het gesticht O.L.V.-Middelares. Het was een kleine molen die enkel diende voor het vervaardigen van chicoré.
12. De molen van de heer Jules Vandendriessche stond op teerlingen op een vijftigtal meter van de Oude Roeselarestraat, nu de Veldstraat. Deze molen is omvergewaaid rond de jaren 1900. Bij het neervallen van de molen sprong de jonge molenaar Emiel Decuypere die zich in de molen bevond er uit en bleef zo goed als ongedeerd.
13. Een andere molen, genaamd Bonaertsmolen was reeds omvergewaaid rond de jaren 1880. Hij stond op teerlingen langs de Molenstraat, nu de Passendalestraat, op een honderdtal meter van de Potegemstraat. De Koekuitmolen, de molen van de heer Andries en Bontes stampkotmolen hadden vroeger gediend in het onderste deel om olie te fabriceren en tezelfdertijd lijnzaad te malen.
–
Uit ‘Verhalen en geschiedenissen van de gemeente Moorslede’, opgetekend door Georges Bouten in 1967.