banner
nov 17, 2025
0 Views
Reacties uitgeschakeld voor De Veurnse Blauvoeten

De Veurnse Blauvoeten

Written by
banner

Het jaar 1197. De zaken evolueren verder in die richting. Boudewijn kiest sluiks de partij van de Engelsen, mobiliseert een grote krijgsmacht van Vlamingen en Henegouwers waarmee hij Frankrijk binnenvalt. En dat terwijl de Fransen en de Engelsen tegen elkaar aan het vechten zijn in Normandië. De graaf van Vlaanderen vecht warempel tegen zijn eigen zuster!

e aanval loopt natuurlijk gesmeerd, Franse soldaten zijn er in geen velden te bekennen. Onderweg naar Compiègne laat de alliantie een spoor van verwoestingen achter. De Vlamingen veroveren de steden Péronne en Roye in Vermandois en doen dat na een vrij langdurige belegering ook in Sint-Omer. Ariën-aan-de-Leie opent zijn poorten vrijwillig. De inwoners van Atrecht tonen zich bereid om zich tot het uiterste te verweren.

Na twee dagen geeft Boudewijn er hier de brui aan. Zijn troepen viseren vervolgens Kamerijk en Doornik terwijl ze alles wat ook maar naar Fransen ruikt met het vuur en het zwaard vernietigen. Na deze ‘succesvolle’ campagne keren de manschappen met een rijke buit terug naar Gent. Wanneer die van Gent opmerken dat de graaf heel zijn krijgstocht gevoerd heeft onder het wapenschild van Henegouwen zorgt dat voor een fikse rel.

Het betaamt niet de de graaf van Vlaanderen nalaat om de Vlaamse leeuw op zijn wapenschild te voeren. Boudewijn belooft dat hij dat de volgende keer zeker zal doen. Philippe-Augustus moet een keuze maken. In het besef dat de Vlamingen hun zwaarden gescherpt hebben en dat hij al verscheidene steden kwijt is moet hij noodgedwongen een einde maken aan zijn oorlog tegen de Engelsen.

De truc van de wapenstilstand werkt altijd dus waarom nu niet? Richard gaat er inderdaad mee akkoord. De Fransen kunnen zich nu concentreren op hun noorderburen en rukken op met een ontzaglijke krijgsmacht. Graaf Boudewijn blijft er rustig bij, laat de manschappen van Philippe-Augustus tot in de omgeving van Ieper komen. Een moerassig land dat doorkruist is van de grachten. De historici blijven daarmee behoorlijk vaag, toch lijkt het landschap van in de buurt van Lo en de Fintele daar het best op aan te sluiten.

Dat massale leger belandt in elk geval met de voeten in de modder. Vlak in het regenseizoen moet dat inderdaad wel een probleem zijn. Om de vijand nog meer te pesten laat Boudewijn de dijken doorbreken en de sluizen openen. Al die Fransmannen zitten nu netjes opgesloten door het water. Ze kunnen niet vooruit, niet achteruit en zelfs niet eens vechten. Met zijn allen krijgsgevangen. Heel slecht voor het ego van Philippe-Augustus die er niet aan onderuit kan om de vrede te vragen. De twee vorsten ontmoeten elkaar in Belle.

De Franse monarch accepteert zonder verpinken de voorwaarden van Boudewijn die zijn troepen vervolgens ongehinderd laat terugkeren. Maar nauwelijks terug op eigen bodem verklaart Philippe-Augustus dat hij zich geenszins aan de overeenkomst van Belle zal houden. Een woordbreuk die er voor zorgt dat er een nieuwe clash zit aan te komen.

1198-1199. Boudewijn krijgt voor deze nieuwe confrontatie de steun van zijn broer de graaf van Namen, maar die valt helaas ter hoogte van Lens in een Franse hinderlaag. Hij en twaalf van zijn ridders worden gevangengenomen. Boudewijn laat het niet aan zijn hart komen en verovert ondertussen nog meer Franse steden. Het lijkt er op dat er voorlopig geen einde zal komen aan de Frans-Vlaamse oorlog. Dat is echter buiten de waard gerekend van Boudewijns echtgenote Maria van Champagne die deze vijandschap maar zus en zo vindt.

Ze gaat in het geheim onderhandelen in Parijs en krijgt er van een vriendelijke koning de belofte dat Filips van Namen en zijn ridders op vrije voeten mogen komen. De Franse wil om tot een echte vrede te komen en de druk van zijn eigen echtgenote zorgen ervoor dat graaf Boudewijn ook plooit. Er kan vrede komen. De realiteit dat Richard Leeuwenhart op 6 april 1199 overleden is en dat Boudewijn niet gelooft in de bekwaamheid van zijn opvolger Jan zonder Land zorgen ervoor dat hij de Engelse piste moet verlaten.

De twee strijdende vorsten zien elkaar terug te Péronne in de loop van het jaar 1199. Het zal nog duren tot februari 1200 vooraleer er een definitieve vrede op papier staat. Eentje die nu eindelijk weer perspectieven biedt voor Vlaanderen. De graaf mag Sint-Omer, Ariën-aan-de-Leie met al het omliggende land behouden samen met de heerlijkheden van Guines, Ardres, Lillers, Richebourg, Mortagne en Gorge, met alles wat de heer van Bethune aan deze zijde van de Nieuwe Dijk in Vlaanderen bezit. De Fransen krijgen volgende steden en landen toegestaan: Atrecht, Bapaume, Lens, Hesdin met de heerlijkheden van Saint-Pol en Boulogne.

De koning steekt al die nieuwe gebieden in een afzonderlijk graafschap, bekend als Artesië en zet het op de naam van zijn zoon Lodewijk. Indien die kinderloos mocht sterven zal Artesië automatisch terugkeren naar Vlaanderen. Op die manier sluiten Vlaanderen en Frankrijk vrede met elkaar. De ondertekening gebeurt in de aanwezigheid van Gerard de proost van Sint-Donaas en kanselier van Vlaanderen, de kasteleinen Zeger van Gent en Jan van Rijsel, Gerard van Belle, Gerard van Grimbergen, Boudewijn van Komen, Diederik de Bevere van Diksmuide en veel andere Vlaamse heren.

Achteraf legt graaf Boudewijn nog maar eens manschap af voor zijn uitgebreid grondgebied. De Vlamingen zijn dik tevreden terwijl hun graaf zich nu wat kan focussen op interne maatregelen en het verbeteren van het bestuur van zijn land.

Anno 1200. De eerste maatregelen komen er al snel aan. Graaf Boudewijn IX verplicht de kooplieden ertoe dat er een toltaks zal moeten betaald worden op alle koopwaar. Vier groten per pond voor wat betreft de export. Voor het inlands vervoer is dat de helft. De opbrengst van de taks gaat naar de heer van Gistel die de fondsen zal aanwenden om de zeekust en de dijken tussen Calais en het Zwin te Sluis te onderhouden.

En ook om het land te behoeden voor eventuele aanvallen van de zeerovers. De heer van Gruuthuse, op dat moment kapitein van Brugge treedt in dienst als adjunct van de heer van Gistel. In ruil voor zijn diensten krijgt hij toelating om twee groten taks te heffen op iedere ton bier die in zijn stad gebrouwen wordt. Verscheidene Henegouwse en Vlaamse steden krijgen van de graaf belangrijke voorrechten die hun koophandel en nijverheid moeten stimuleren. De invoer van vaste gewichten en maten over heel Vlaanderen moet daarbij de eenvoud en de transparantie van de handel ondersteunen.

  1. Rond die tijd ontstaat er een grote oproer in Veurne. Mathilde van Portugal, de weduwe van Filips van de Elzas resideert in de stad die ze naast veel andere steden in haar bezit heeft. Mathilde heeft zich veel te ver gewaagd met altijd maar extra belastingen op de kap van de inwoners en de landlieden en krijgt daar nu de weerbots van. De Westhoekers weigeren om haar nog verder te gehoorzamen.

Dat gebeurt onder impuls van de Veurnenaar Blauwvoet (of Blauvoet). Hun beweging krijgt daardoor de naam van de Blauwvoeters (of de Blauvoetijnen). De anderen die zich achter Mathilde scharen doen dat onder het bevel van hun leider Sigebert Ingerijk. Dat zijn dus de Ingerijkers. De Blauwvoeters bedrijven in 1201 nogal wat roofpartijen en verwoestingen, ze verslaan de mannen van Mathilde en steken op 17 november haar residentie ‘Prinsenhof’ in brand. Een zwaar verstoorde graaf Boudewijn moet nu wel ingrijpen.

Hij probeerde al de hele tijd de rust te prediken maar deze brandstichting is er te veel aan. Zijn krijgsvolk komt naar de Westhoek om er al de stropers en de moordenaars op te pakken en ze ter plaatse af te maken als ze weerstand bieden. De rellen houden op maar onder de oppervlakte blijft de intense haat tussen de Blauwvoeters en de Ingerijkers sluimeren. Het is alleen maar wachten op een volgende uitbarsting van geweld.

Het heilig land zit tegen dan ook al weer in de problemen. Paus Innocentius III stuurt gezanten en zendelingen uit om de prinsen te motiveren voor een volgende kruistocht. Graaf Boudewijn IX, in 1201 al op een leeftijd van dertig jaar gekomen laat zich niet onbetuigd en beslist om mee te gaan. Een vlaag van vroomheid die hem niet goed zal bekomen. Zijn echtgenote Maria van Champagne zal tijdens zijn afwezigheid het land besturen, geholpen door zijn raad van wijzen.

Dat zijn de mensen die er ook al bij waren tijdens de onderhandelingen met Frankrijk. Terwijl hij zijn wapenlieden en aanvoerders selecteert en mobiliseert beseft de gravin dat ze eigenlijk ook wel al die heilige plaatsen zou willen bezoeken en de oorlog wil bijwonen. Alsof het hier om een show gaat. Vlaanderen komt dan maar tijdelijk onder het regentschap van Boudewijns broer Filips van Namen bijgestaan door Burchard van Avesnes en zijn oom Willem van Henegouwen. De kruisvaarders laten in 1202 Vlaanderen achter zich.

De eerste etappe gaat naar Frankrijk waar de Vlamingen zich aansluiten bij het leger van de graaf van Montferrat. In Venetië treffen ze de rest van hun Europese reisgenoten. De gravin van haar kant doet de overtocht naar Syrië over het water. Vergezeld van de Brugse kasteelheer Jan van Nesle en een deel van de Vlaamse krijgsmacht.

Maria beleeft een woelige en stormachtige reis, in de letterlijke betekenis van het woord. Na de nodige stormen op zee arriveren de Vlamingen eindelijk in Ptolomaïs. Daar blijft het gezelschap nu wachten op de graaf. De gravin wordt er echter door een of andere vreemde ziekte overvallen en sterft op 29 augustus zonder ooit nog haar man terug te zien.

Dit is een fragment uit Boek 9 van De Kronieken van de Westhoek

Article Categories:
fragment uit deel 9
banner
http://www.dekroniekenvandewesthoek.be

Vlaamse geschiedenis zoals je die nog nooit beleefd hebt!

Comments are closed.