Als men getrouwd is moet men eveneens veel kunnen verdragen. Niet iedereen is baas in zijn huis lijk ik. Daar zijn er velen die staan waar dat de borstel staat en die moeten dansen naar de pijpen van hun vrouw.
Als men getrouwd is moet men eveneens veel kunnen verdragen. Niet iedereen is baas in zijn huis lijk ik. Daar zijn er velen die staan waar dat de borstel staat en die moeten dansen naar de pijpen van hun vrouw.
Jan Trips verkeerde ook in dat geval. Op zekere dag vroeg zijn zoontje aan hem:
‘Vader, waarom geven de man en de vrouw elkaar de hand als ze gaan huwen?’
‘Och’, zei Jan, ‘dat is allemaal een kwestie van gewoonte. De boksers doen dat ook vooraleer ze gaan beginnen.’
Ja, zo’n vrouw hebben als Jan, dat wil wat zeggen. Dat mens doet niets anders dan zagen en commanderen. Jan kan er gewoon niet tegenop. Vorige week heeft hij haar nochtans eens overtroefd.
Ze was weer in een kwade bui en hij aanhoorde haar met een glimlach op het gelaat, terwijl hij voortdurend naar zijn horloge keek.
‘Wat zit ge daar altijd te lachen en op uw uurwerk te kijken?’, vroeg ze tenslotte.
‘Och’, antwoordde Jan, ‘ik kijk alleen maar wie er het eerst zal stilvallen, gij of mijn horloge.’
–
Uit ‘Het Wekelijks Nieuws’ van 29 oktober 1955 (Het Manneke uit de Maan)