banner
feb 24, 2025
85 Views
Reacties uitgeschakeld voor Het oog om oog principe

Het oog om oog principe

Written by
banner

In de 13de en 14de eeuw is de kerk onverbiddelijk tegenover ketters. De rechtbank van de inquisitie, samengesteld door de pauselijke afgevaardigde, speelt het hard om alle ketterijen uit te roeien. Ze gaat proactief op zoek naar mogelijke ketters omdat die de veiligheid van de staat in gevaar brengen. Als de betichte schuldig wordt, levert de kerkelijke rechtbank die uit aan de wereldlijke rechter die de doodstraf toepast. In Ieper valt het al met al nog mee met ketters in de 13de en 14de eeuw. Pas met de komst van het protestantisme in de 16de eeuw zal de ketterij over heel Vlaanderen woekeren. De ketters worden door het vuur ter dood gebracht. “1377. Pool le Haestigghe, foullon, convaincis de hérésie, pardevant les inquisiteurs commis de la sainte Eglise et par eaulx rendu oultre au seigneur et jugés fuars sour le marquiet d’Yppre”.

Het befaamde Ieperse laken is voorzien van een officieel kwaliteitslabel: een zegel. Wie het aandurft om die zegels te vervalsen veroorzaakt “schâ en schande” aan stad en volk. De schepenen verbannen de dader. Tijdelijk of zelfs definitief. Als iemand het aandurft om drie jaar of langer zijn heil te zoeken in valse zegels, dan wordt hij ter dood verwezen. Ook verraad wordt in Ieper met de dood bestraft. Beschuldiging van moord leidt ofwel naar verbanning ofwel naar de doodstraf. Moorden begaan op de openbare weg worden met de dood bestraft. Als de doodslag een stempel van afschuw en afgrijzen draagt, wordt de schuldige ook tot de doodstraf verwezen. Zo eist de baljuw de doodstraf door vuur en vlam van een ontaarde moeder die haar pasgeboren kind levend heeft begraven.

Personen die zich schuldig maken aan roof en diefstal worden onmiddellijk met de dood bestraft. Op voorwaarde dat er geen twijfel bestaat rond hun schuld, “sans constrante de paine et de fers”. Als er geen 100% zekerheid bestaat, wordt de doodstraf vervangen door verbanning. Als er geen twijfel is wordt de dader gehalsrecht en soms geradbraakt. Zo ook in 1363: “…furent justieiet Andries le Medem et Thiri Capon de l’espee et de le rave de rober sour chemin”.

Helers worden op dezelfde manier berecht als dieven. Het principe “de heler is zo goed als de steler” wordt consequent toegepast. Zo wordt Andrieux Brunel gehalsrecht en wordt Chris van Menine opgeknoopt omdat hij gestolen voorwerpen gekocht en verkocht heeft. Ook een zelfmoordenaar krijgt postuum de doodstraf: hij wordt onthoofd. “Memoire que Jehan Bagehin qui se meisines avoit strangulé et pendu en sa maison au Briel fu justieret au temple le XXJ jour de febrier.

Brandstichters worden voor eeuwig verbannen. Wie het op de hele stad heeft gemunt, ondergaat de doodstraf. De straffen op verkrachting zijn de voorbije eeuwen ietwat lichter geworden maar speciale omstandigheden kunnen de misdaad wel erger maken dan die al is. Personen die elkaar helpen bij een verkrachting lopen de doodstraf of. Er is een geval waar twee Ieperse poorters ’s nachts een huis binnendringen, een gehuwde vrouw meesleuren tot aan de Halle en één van hen beiden haar daarna verkracht. De persoon die meegeholpen heeft aan de ontvoering en verkrachting wordt door de Ieperse schepenen tot de dood veroordeeld.

Er bestaan een aantal varianten op de uitvoering van de doodstraf. Na de uitspraak van de schepenen geeft de baljuw de opdracht aan de beul en zijn beulsknechten om de straf uit te voeren. Een “roeper” kondigt de voorziene uitvoering in het openbaar aan. In Ieper wordt de opknoping, de dood door het zwaard, het vuur, de ketel, het radbraken en het begraven toegepast. De opknoping en meer bepaald de galg zien er schrikwekkend uit in de middeleeuwse stad. Veel verbannenen lopen de straf op bij hun onwettige terugkeer naar de stad. Ook voor veel misdaden wordt de “galghe” gebruikt om de schuldige te straffen. Na de uitvoering blijven de opgeknoopte lijken een tijdje hangen. Tot afschrik van jong en oud. De minst pijnlijke variante wordt het meest toegepast: de halsrechting.

De radbraking echter is een echte folterstraf. De ledematen van het slachtoffer worden uitgerokken en gebroken. Er moeten echt verzwarende omstandigheden bestaan om de radbreking te moeten ondergaan! De ongelukkigen doorstaan de ijselijkste pijnen voor ze de dood vinden. Brandstichters krijgen van hetzelfde laken een pak: het vuur. Soms wordt een misdadiger in een ketel kokend water gedompeld.

Levend begraven worden! Een ijzingwekkende dood. De misdadiger wordt letterlijk in de grond geplant en bedolven tot aan zijn hals. Dan blijft het afwachten tot de dood. Sterven van honger en dorst maar ook vaak van het krankzinnig afgrijnzen van wat er nog te wachten staat. Hoe is het mogelijk dat er zulke straffen kunnen worden toegepast in een eeuw waar de invloed van de kerk op de maatschappij op haar hoogtepunt is? Ondanks de toenemende verfijndheid van de rechtspraak blijft het voor het stadsbestuur echter broodnodig om met barbaarse strengheid de orde in de maatschappij te bewaren.

Het “oog om oog, tand voor tand” principe wordt ook toegepast bij de verminking van daders. In de 14de eeuw worden in Ieper voorbeelden teruggevonden van vuistafhouwing, tongverkorting, amputatie van oren of ogen. Waultier Ademare wordt veroordeeld tot het afhouwen van zijn vuist nadat hij de baljuw heeft aangevallen: “il est jugiés en le volenté du seigneur de perdre le puing pour ce qu il mist main au seigneur vilainement..”. De baljuw veroordeelt een onterecht teruggekeerde banneling als volgt “zijne vuist afhauwen, daernaer onthoofden ende den lichaeme legghen up een wiel”. Godslasteraars worden meestal gestraft met verbanning maar krijgen ook een symbolische straf; de tongverkorting. Godslasteraars worden meestal gestraft met verbanning maar krijgen ook een symbolische straf; de tongverkorting.

In 1375 “Meulin Heerbrecht est jugiet d’ acourtir le langhe et est bannis VIJ ans pour les despiteuses parolez blasfèines qu’il dist sour notre Seigneur Jhesus Crist et de le glorieuse Vierge Marie”. Filips van den Elzas maakt uitvoerig gewag van de verbanning in zijn keure van 1171. De straf is inderdaad eeuwenoud, afkomstig van het Germaanse recht die van de misdadiger een “outlaw” maakt. Het is voor de schepenen en bestuurders een gemakkelijke straf, het “nimby”, not in my back yard syndroom van de middeleeuwen. Het probleem wordt simpelweg op een ander gestuurd. De Ieperse archieven puilen uit van de verbanningen.

Dit is een fragment uit Boek 3 van De Kronieken van de Westhoek

Article Categories:
fragment uit deel 3
banner
http://www.dekroniekenvandewesthoek.be

Vlaamse geschiedenis zoals je die nog nooit beleefd hebt!

Comments are closed.