Peurn (afgieten gekookte aardappelen)
Piefr (onvruchtbaar mannelijk wezen)
Piepappoentje (lieveheersbeestje)
Piepauw (lieveheersbeestje)
Piepern (kussen)
Paalulln (lullen)
Paangr (mandje)
Paaradeern (aangekleed staan pronken)
Paasensche (geduld)
Paatatteschrodder (aardappelschiller)
Paatjokkelaar (hinkende man)
Paatoetertje (klein kindje)
Paggelaare (prutser)
Pallang (katrol)
Pandr (rieten mand met hengsel)
Pappeloege (water en modder)
Pappot (zwien) (slecht biggetje)
Pardesuu (overjas)
Paume (handpalm)
Peezelaare (vitter-zeeldraaier)
Peezeweevr (snipperaar)
Peirdekul (paardenkoopman)
Peirdemeestr (veearts)
Peirdeslag (weg voor paarden)
Peirdooge (spiegelei)
Pekdraad (draad met teer bestreken)
Pekkels (bikkels)
Pensnee (bril neusknijper)
Perse (lange stok)
Perseverre (onbepaalde korte afstand)
Persieinne (lattenstoor)
Pertang (nochtans)
Pette (peter)
Peurn (afgieten gekookte aardappelen)
Piefr (onvruchtbaar mannelijk wezen)
Piepappoentje (lieveheersbeestje)
Piepauw (lieveheersbeestje)
Piepern (kussen)
Piesluchtje (klein lichtje)
Piesoogn (knijpende ogen)
Pietjekutje (klein kind)
Piewantn (wanten)
Pinne (onhandelbare vrouw)
Pissiene (pisbak)
Plastron (stropdas)
Platse (dorp)
Pleite (kaalkop)
Pleute (actief jongentje)
Plokstoel (zware stoel)
Poepn (neuken)
Poepgatje (dik achterwerk)
Poertang/pertang (nochtans)
Poestr (stalknecht)
Poestern (koeien verzorgen)
Poezeke (lief dik meisje)
Pointe (nagel)
Pommelee (schimmel/paard)
Ponke (veel geld)
Potsukr (bruine suiker)
Pottulle (potdeksel)
Preute (schede van vrouw)
Preutelekr (klein hondje)
Proobaaschekind (eerstgeborene)
Prulle (weinig)
Prut (chicorei)
Pruttelaare (onduidelijk spreken)
Pudderek (kikkerdril)
Puffr (boertje laten)
Pulle (drinkbus)
Pullemutse (gebreide wintermuts)
Pullesmietn (schijfwerpen)
Puppugaale (pijpenhaler stro)
Puukel (fuik)
Puuneize (duimspijker)
–
Westhoekse Dialectwoorden verzameld door Adhemar Vandroemme
Article Tags:
achterwerk · drinkbus · eerstgeborene · poepgatje · poertang · poester · pointe · ponke · pottulle · preutelekker · prul · prulle · prut · pudderek · pulleArticle Categories:
naar de bronnen van onze taal