Het Vloedgad is dus dat schorrengebied rond het aangelegde kanaal. De natuur blijft natuurlijk ook […]
  
                
                
                                 
                        
                
                Ieper wordt in de 13de – 14de eeuw gerekend tot één van de “vijf goede […]
  
                
                
                                 
                        
                
                Voor ik het goed en wel besef, zit ik dus opnieuw verzeild in de jaren […]
  
                
                
                                 
                        
                
                Het jaar 1323. Het toekennen van de rechtsmacht over Lammingsvliet (later Sluis genoemd) en het […]
  
                
                
                                 
                        
                
                De opkomst van onze steden heeft duidelijk zijn oorzaken. Eerst en vooral heeft de Romeinse […]
  
                
                
                                 
                        
                
                Volgens een geacht boekwerk bestond het bisdom van Terwaan omtrent het jaar 774 reeds uit 800 parochies, verdeeld in 25 dekenijen. Men mag veronderstellen dat Reningelst onder de parochies van deze tijd begrepen was
  
                
                
                                 
                        
                
                Woesten De parochie van Woesten was in de oude tijden een groot bos dat toebehoorde […]
  
                
                
                                 
                        
                
                Eggewaartskapelle is een parochie van goede en vruchtbare landen en bovendien een goede plaats om te wonen. Dat heeft veel te maken met de aanwezigheid van hout en bomen, zo middenin de parochies van het Bloote. Daarom is ze altijd goed voorzien van jachtwild.
  
                
                
                                 
                        
                
                Eggewaartskapelle maakte vroeger deel uit van de parochie van Steenkerke. Maar rond het jaar 1100 woonde daar een rijke ridder, een zekere Egalfridus die daar een kapel stichtte voor zijn gerief en dat van zijn volk.
  
                
                
                                 
                        
                
                Ieder leenman moest zijn onmiddellijke leenheer hulde bewijzen. Hing een leen van een ander af, zo was het een achterleen.
  
                
                
                                 
                        
                
                In de middeleeuwen waren alle binnen het Roeselaarse schependom geboren poorterskinderen van nature ‘poorters’ of burgers van de ‘poort’ of ‘stad’ Roeselare: ‘alle kinderen van poorters ofte poorterssen der voornomde stede zoo wel ghetraude als bastaerde syn gehouden voor poorters’.
  
                
                
                                 
                        
                
                Dank zij die nieuwe keure krijgen de Ieperse gilden nu de mogelijkheid om die voorheen moeilijk aan banden te leggen randindustrie, onder de knoet te krijgen. De vaak gegoede poorters van Ieper, Brugge en Gent bezitten al decennia de macht van het geld.
  
                
                
                                 
                        
                
                Misdaden zoals overspel, bloedschande en woeker zijn meestal een zaak van de kerkelijke rechtbank. Dit is niet het geval in Ieper. Zo vinden we in de Ieperse annalen het volgende terug over woeker:
  
                
                
                                 
                        
                
                In de hoge middeleeuwen geldt nog steeds het Germaanse principe: de beklaagde moet zijn onschuld bewijzen! Hij wordt als schuldig beschouwd zolang hij geen bewijs van zijn onschuld kan voorleggen. Meer en meer laat de kerk zijn invloed gelden in de barbaarse rechtspleging. In de 14de eeuw zijn die barbaarse principes al helemaal omver gesmeten. De betichte is zolang onschuldig tot dat de aanklager zijn schuld op een klare manier heeft kunnen bewijzen.
  
                
                
                                 
                        
                
                Na een flinke misrekening in 1383, nemen de Nieuwpoortnaars hun voorzorgen. Tijdens de jaren 1400 bouwen ze geduldig verder aan stevige muren rond hun stad. Dat blijkt geen overbodige luxe als de opstand uitbreekt in Vlaanderen en Nieuwpoort door de Fransen en de Bruggelingen in de tang wordt genomen.
  
                
                
                                 
                        
                
                Rechtstreekse beledigingen aan het adres van God, de heilige maagd of de heilige kerk zijn taboe. Ook hier velt de vierschaar verschillende vonnissen. Een zekere Meulin Heerbrecht wordt aan de schandpaal gebonden en vervolgens met afgekorte tong voor zeven jaar in verbanning weggestuurd: ‘pour les despiteuses inhonestes et innaturèlez parolez blas fèmes qu il dist sour notre Seigneur Jhesu Crist et de la glorieuse benoite Vierge Marie’. De poorter Eloy Mazin wordt voor 7 jaar verbannen ‘de destourbir le ville des parolles qui dist au contraire de sainte eglise…’. Menselijke Majesteitsschennis.
  
                
                
                                 
                        
                
                Naadloos en eigenlijk ongewild komen we terecht bij de naam van Veurne. Vier jaar later wel te verstaan. Zo lang is het geleden dat ik me onderdompelde in het eerste deel van zijn oude jaarboeken. Hoewel Veurne natuurlijk ook vrouwelijk kan zijn. Maar dit heeft nu niet echt belang. Enkele weken geleden, eind 2013, kreeg ik een mail van een geschiedenisfanaat die zich afvroeg of ik enig idee had waar de naam ‘Veurne’ vandaan kwam. Nee. Eigenlijk niet. En dat ergert me meer dan ik kan vermoeden. Veurne verdorie. Waar kom jij vandaan?
  
                
                
                                 
                        
                
                Het wordt een hard en bloedig gevecht daar op de markt van Veurne. Hoe het zal aflopen lijkt even minder duidelijk, maar diegenen die Ysengrim hebben gevolgd worden tenslotte overmand. Velen sneuvelen. De rest neemt lafhartig de vlucht en dat terwijl hun leider in groot gevaar verkeert. Ysengrim blijft zich dapper verweren maar de overmacht is te groot en hij valt dodelijk gewond neer op de grond. De overwinning is binnen voor de heer van Wulveringem die zich onmiddellijk naar de gevangenis van de burcht begeeft en er Ryckaert of Rijckewaert Blauvoet en de andere gevangenen vrijlaat.