Iedereen kent hier een hoogvlieger van een kerkpilaar, die hier alles wil het best weten, alles op zijn duimpje wil doen draaien en daarbij altijd gereed is om suiker op een andermans rug te kloppen, het moge waar of geen waar zijn.
Iedereen weet dat Pasen gehouden wordt op de eerste zondag na de volle maan, die op of onmiddellijk na de 21ste maart aan de hemel verschijnt. Pasen kan dus aanmerkelijk verschillen. Het feest kan vallen op 22 maart of het kan eerst de 25ste april gevoerd worden.
Hoewel de dagen niet behagen
En mensen met reden klagen,
Hoewel de tijd nadelig is
Is het nochtans kermis.
Men kan denken dat de Muizevalle op het Frezenbergje er van meedeelt. Hele gezelschappen trekken naar daar op, ook kan men daar een lekkere beet ingelegde vis vinden aan zeer gering prijs. Maar er zijn nog mensen die hun voorraad meenemen omdat ze niet graag vreemde kost eten, en ….het is ook ….goedkoper.
Je moet je vijanden beminnen, maar je moet er geen koeken voor bakken
Een oud wijf dat hout ging rapen, ontmoette onderweg een klein jongske.
— Kom met mij mee, sprak zij, ik heb veel koeken en veel speelgoed.
In plaats van voorts hout te rapen, laadde zij het kind in een zak op haar rug en trok er mee huiswaarts.
Daar was eens een man, en die man ging op reis. Als hij nu al lang gereisd had, kwam hij s’avonds geheel laat aan een herberg, en hij vroeg om daar te overnachten.
Daar was ‘ne keer een kleen meiske, dat aleene met zijne moeder woonde. Het was zoodanig geern gezien van zijn moeder, dat het van heur een schoon rood kapke kreeg. En het meiske droeg altijd dat kapke en ’t en wierd daarom niet anders meer genoemd of Rookapke.