Geen krieken zonder stenen,
geen vlees zonder benen,
geen mannen zonder willen,
geen vrouwen zonder grillen.
De eigenlijke mulder is in de stiel geboren; het vak wordt overgeërfd van vader tot zoon.
15 november 1914, Zondag. – Gedurig missen van ’s morgens vroeg tot rond 10 1/2 uur. De helft van het volk heeft geen mis bijgewoond. Sneeuw en regen. Bijna heel de dag vallen schrapnels op Dikkebus.
De lucht verschrompelt
tot flitsen van haat en woede
die vandaag het hart verschroeit
van zij die het met de ogen moeten aanschouwen.
Vuur en as die kronkelen en schreeuwen naar de hemel.
Toch is dit geen stad
van liggen.
Hier staat een stad.
Het roert, rumoert.
Het glas is vol.
De tafel ook.
De zot snijdt zich met zijn eigen mes en maakt zich dronken met zijn eigen fles
Het zijn niet al geen koks die lange messen dragen
Zorg goed voor de minuten, de uren zullen wel voor zichzelf zorgen
Men ziet wel aan de stront wien dat er de mispels gegeten heeft
Hij is van ’t jaar elve, hij houdt het liever zelve (hij is erg gierig)
’t Is ’t er een van ’t jaar nul (hij is ferm uit de mode)
Dat is op geen blauwen steen gevallen (dat zal ik onthouden)
De stenen vragen geld (er is altijd en overal te betalen)
Aan de watertoren hier in Dikkebus, bij d’hofstee waar dat Verschoore vroeger woonde, waren er daar ruïnen, puinen en kelders van ’t duivelskasteel. Er was daar spokerij. ’s Nachts kwamen er daar duivels. De oude mensen vertelden dat. Dat kasteel was verzonken en er waren alleen nog stenen en puinen.
Na een flinke misrekening in 1383, nemen de Nieuwpoortnaars hun voorzorgen. Tijdens de jaren 1400 bouwen ze geduldig verder aan stevige muren rond hun stad. Dat blijkt geen overbodige luxe als de opstand uitbreekt in Vlaanderen en Nieuwpoort door de Fransen en de Bruggelingen in de tang wordt genomen.
Kijk eens naar Ieper op vandaag. Waar is het water nu? Aan de noordoostkant zien we het kanaal en de Ieperlee, aan de zuidwestkant de ‘Verdronken Weiden’. De komst van het water in 260-270 was een (afgezwakte) herhaling van wat er zich al had afgespeeld 1000 à 1500 jaar voordien. Het water 5 à 10 meter hoger. Beeld u dat eens in? Alleen de heuvel, de prairie van Ieper, bleef gespaard van het rijzende water. En er waren twee havengemeenschappen. Briel (Breuil) en de omgeving van het Zaelhof en de Zuudstrate (de latere Rijselstraat), niet toevallig nog steeds met elkaar verbonden met de ondergrondse Ieperlee. Zeker al in 270, kijk maar naar de ‘ille’ namen waar we het al uitgebreid over hebben gehad. Hier leefden beslist al mensen 1000 jaar voor het begin van onze nieuwe tijdsrekening.