13 juni 1489. De oorlog gaat onverdroten verder. Daniël van Praet verslaat de Vlamingen die te Beerst bij Diksmuide hun kamp houden en neemt daarbij 4 Brugse kapiteinen gevangen. Ze kunnen vrijkomen tegen een rantsoen van 970 ponden.
18 augustus 1304. Op deze bloedhete dag stoten de Fransen op het leger van de Vlamingen en krijgen we dan eindelijk de langverwachte veldslag. Onze troepen hebben zich in de loop van de 17de in goede slagorde opgesteld.
Boudewijn verzeilt in de geschiedenisboeken als ‘Boudewijn met de Ijzeren Arm’, het gevolg van een onoordeelkundige vertaling van zijn geboorteplaats aan de monding van de Ijzer, in het kasteel van het toenmalige Sandeshoved waar later Nieuwpoort zal verrijzen.
Begin mei 1347. De koning van Frankrijk heeft dan toch een nieuw leger op de been gekregen. En wat voor een! In en rond Atrecht zien ze de aankomst van 35.000 ruiters en 100.000 voetknechten onder de leiding van Jan van Normandië, de zoon van Filips van Valois
‘Mijnhere Wouter de Vos en mijnhere Jhan van Score, ruddre’, bezitten ieder een zestal percelen of woningen die elk afzonderlijk goed zijn voor een oppervlakte van 23 are. Bovendien zijn ze de eigenaar van een kleine heerlijkheid buiten de kern. De heerlijkheid van Jhan in Ramskapelle bezit 14 hofsteden met een totale oppervlakte van 31 are. De mate van grondeigendom bepaalt in grote mate de plaats op de sociale ladder.
Jacques de Châtillon hield, de donderdag aanstonds na zjjn intrede, een prachtig avondmaal met kanselier Pierre Flotte, – deze van wie Paus Bonifacius gezegd heeft dat hjj een Belial was, – en de bijzonderste baanderheren die hem vergezeld hadden. Men kwam hem zeggen, dat er iets ging gebeuren; maar hij durfde niets openbaren.
1295. Den zomer was zeer vrugtbaer, zoo dat een menigte oude graenen, die men uyt vreese van oorlog bewaerd had, wierden op de mesthoopen geworpen, om de schueren met nieuwe te vervollen.
Sedert het begin van de geuzerie Ik focus me op Veurne. Hoe verteert deze Westhoekstad […]
In de loop van de 13de eeuw is de stad Brugge een handelscentrum geworden van internationaal belang, maar het is vooral op het einde van die eeuw dat de stad het toppunt van haar macht heeft bereikt.
De Dampierres zijn finaal door de mand gevallen. Hoe kan je de toestand in Vlaanderen anders omschrijven in het eerste kwart van de 14de eeuw? De herkansing van de Guldensporenslag op de Pevelenberg in de zomer van 1304 is eigenlijk geëindigd met een overwinning van de Vlamingen.
1382 en 1383 zijn geen boerenjaren geweest voor de Westhoek. Dat is wel het minste wat ik kan zeggen. Ik heb intens meegeleefd met het beleg van Ieper tijdens de zomer van 1383 en was erbij toen Filips van Artevelde, de leider van de Vlamingen, de confrontatie aanging met het Franse leger ergens in de mistige en modderige velden van Westrozebeke.
Oudenburg. Eertijds hoofdplaats van de oever der Saksers (littus Saxonicum) en later van het Brugse Vrije, was zij, met Brugge, Gent en Ieper, een van de vier leden van heel Vlaanderen; zij was daarenboven een vermaarde koophandelstad, die door kreken met de zee in gemeenschap kwam.
Afkomstig uit Vlaanderen, werd dit volk overgeplaatst door de koning van Engeland, Hendrik I, om deze streken te bewonen. Een moedig en sterk volk is het, een volk door voortdurende strijd zeer vijandig gezind jegens de Cambriërs, een volk, zeg ik, bedreven zowel in het weven als in het handeldrijven, een volk zeer behendig om winst te maken en hiervoor geen moeite sparend of gevaar vermijdend zowel te land als ter zee : een volk al naar gelang plaats en tijd, vaardig in het hanteren nu eens van den ploeg dan weer van de wapens, een volk waarlijk gelukkig en moedig.
Boudewijn van Bergen volgde welhaast zijn vader in het graf; hij stierf in 1070. Zijn broeder Robertus beweerde alsdan recht te hebben op het graafschap van Vlaanderen. Maar Boudewijn van Bergen had in zijn testament dit land aan zijn oudste zoon Arnoldus ge geven; en den jongsten met naam Boudewijn was graaf van Henegouwen verklaard geweest, onder het regentschap van zijn moeder Richildis.
Artevelde, de mythe en de man We stappen naar 17 december van het jaar 1322 […]
Die de pest gewaer wierden in den arm of in het been deden het zelve lidmaet afhouwen op dat het vier niet voorder en zoude smijten. Nauwelijkx waeren d’ er eenige huysen of wegen van deze siekte bevrijd waeren. Op dat den vergiftigden stank geen hinder en zoude doen, saeg men alle geuren van geur stroyen. Het geene de meeste droefheyd veroorzaekte was het gebrek der middels het geene alle de geneesmeesters bekenden dat sij geene dranken en konden uytpeysen buyten die de welke sij nu tevergeefs hadden gebruykt. Overzulkx was den laesten toevlugt die den ersten hadde moeten zijn tot God den Opperheelmeester en waeren Samaritaen.