We keren nu terug naar november 1223 waarbij een meningsverschil tussen het kapittel van Sint-Maarten […]
De ellestok is de stok die de stokmeter voorafgaat. De ellestok in het heemmuseum Bachten de Kupe meet precies 69cm en is verdeeld in vier hoofddelen van 17,25cm en onderverdeeld in delen van 8,625cm.
Men moet geen hooi in d’eyze (ruif) laten (zijn glas uitdrinken)
Ik heb er niet bij gestaan met een keirse (ik was geen getuige)
Duveltjesdomdag (zeer druk in de zaak)
’t Was waar: de gendarmes stonden daar. Ze brachten de vluchtelingen onder in 2 zalen. Wij lagen in de eerste zaal. Daar brandde een grote stoof. We sliepen in rijen in ’t stro. We moesten gaan eten in ’t hospice. Drie keer per dag: ’s morgens een kom frutsop en een snee droog brood, ’s noens een kom soep – ze stonk; ’t was lijk van de schoteldoek gekookt -, ’s avonds weer een snee brood en frutsop.
Met al die willekeur en die afpersmentaliteit is het niet moeilijk dat de moraliteit terugloopt in Ieper. De ‘God ziet u’ bordjes bestaan nog niet en de priesters hebben wel andere interesses dan de geestelijke integriteit van hun onderdanen. Er is amper sprake van nieuwe acquisities tijdens het bewind van abt Pierre. Het zijn blijkbaar moeilijke tijden voor het klooster. De Rubrum registers maken melding van een aankoop in januari 1247. Walter, de abt van Grimbergen, verkoopt aan de Ieperse proosdij alle eigendommen die zijn abdij bezit binnen de stadsmuren van Ieper. Het betreft opbrengsten van meer dan 9 pond afkomstig van verscheidene huizen in de stad en blijkbaar ook deels op de lakenhalle.