banner
Jan 25, 2019
1497 Views

Bittere nieuwjaarsbrief uit 1870

Written by

Zo is het jaar 1869 met wel en wee weer in de eeuwige kolk van de tijden verzwolgen. 1869 heeft zijn rol vervuld, 1870 is geroepen om de zijne te vervullen.

banner

De tekenen van de tijd 1869-1870

Zo is het jaar 1869 met wel en wee weer in de eeuwige kolk van de tijden verzwolgen. 1869 heeft zijn rol vervuld, 1870 is geroepen om de zijne te vervullen.

Wanneer we nu zoals gewoonlijk op het afgelopen jaar terugblikken en bladzijde voor bladzijde de gebeurtenissen in ons land en in Europa overlopen, hebben we veel gebeurtenissen aan te stippen.

Overal zien we de geesten van de volkeren in woelige beweging, het lijkt er wel op dat de gemoederen van al de bewoners van de aardbodem getroffen zijn door een koortsachtige trilling van de zenuwen. Alles streeft naar beschaving en vooruitgang. Overal wil men de laatste sporen van de barbaarse middeleeuwen en alles wat maar enige zweem inhoudt van dwang en juk voor altijd laten verdwijnen.

Overal wendt men reuzen-pogingen aan om de leerstelsels en de principes van het dwangjuk der oude tijden uit te roeien. Men wil de gelijkheid van de burgers voor de wetten, de gelijkheid van meester en knecht.

… In België wil de aristocratie nog een gemaskerd stelsel van slavernij in gebruik houden, de strekkingen van de aristocraten worden nog altijd opgehemeld door deze vijanden van de gelijkheid. Maar we hopen dat weldra, en zelfs nog in 1870, de hardnekkigheid van de geldbezitters het hoofd zal moeten buigen voor de oppermachtige wil van het Belgische volk.

Een ander punt is de uitbreiding van het stemrecht, het is als de oorlog van het verstand tegen het fortuin. Iedereen,, om het even tot welke gezindheid hij behoort wil deze uitbreiding, maar toch zien we altijd maar meer hinderpalen om deze kwestie op te lossen. De partij die zich achter het scherm van de democratie verbergt, is in wezen niets anders dan de vijand van vooruitgang en beschaving. Tot op heden is het de onwetendheid geweest die in haar dienst stond, maar stilaan zie ze het leger van de onwetenden verdwijnen. Nee, duizendmaal nee! Ge hebt de lotsbestemming van landen en volkeren lang genoeg in handen gehouden door een kiesstelsel dat gegrondvest was op fortuin en onwetendheid. We willen een ander systeem inhuldigen: we verklaren de oorlog aan de fortuinen. We willen een kiesstelsel dat, ondanks de schikkingen van al de grondwetten ter wereld alleen maar gebaseerd is op de bekwaamheid.

In ons land wil men niet dat één partij een leger onwetende kiezers op haar wenken doet zwichten, zoals de eerste de beste despoot het doet met zijn militaire kracht, met de kinderen die uit de schoot van hun families gesleurd worden om het soldatenjuk te torsen. Het is natuurlijk wel waar dat een natie verdedigers moet hebben, een leger met soldaten die desnoods de onafhankelijkheid van de natie moeten verdedigen tegen iedereen die daar inbreuk zou durven te plegen.

De geest van de tijd erkent dat ook. Maar ze vloekt tegen de militiewetten, zoals ze in ons land en in sommige andere landen nog bestaan. Recht en billijkheid is de leuze van de eeuw. Nee, zegt de tijd, het is het volkskind niet alleen dat zijn leven, wanneer het vaderland in gevallen van nood zich ten dienste moet stellen voor de bezitters van de fortuinen. Het is daarom dat hij vloekt op de loting zoals die op vandaag nog altijd bestaat.

De geest van de tijd kan deze loting niet accepteren omdat ze gebaseerd is op een grote ongelijkheid. Geen loting en iedereen soldaat!

Ofwel. De loting, en wie het slechtste nummer trekt zal zich voor enkele vijffrankstukken niet meer kunnen vrijkopen: hij zal het soldatenkleed aantrekken, om het even tot welke stand in de samenleving hij behoort, hij mag dan ook edelman, priester, burger, werkman of bedelaar zijn.

Tussen de overblijfselen van het dwangjuk van de middeleeuwen, telt men nog een van de meest barbaarse straffen, welke men ooit heeft kunnen uitvinden; namelijk de wet op de lijfsdwang. Het is een wet die de gerechtelijke jagers toelaat om op hun medemensen te jagen zoals ze dat doen op everzwijnen.

Het is een wet die toelaat de ongelukkige vader, die alles gedaan heeft om wat in zijn macht ligt eerlijk door de wereld te komen, maar ongelukkig genoeg zijn hoop op de toekomst als rook ziet verzwinden voor enkele honderden franken meedogenloos in de gevangenis te smijten en daardoor soms zijn talrijk huisgezin van de laatste broodkorst te beroven. Het is een wet, welke de arme moeder die niets ter wereld heeft verzuimd om haar kinderen gelukkig te maken, plots uit de schoot van haar familie weggerukt wordt en daardoor de gezinnen in een grenzeloze wanhoop stort.

Het is een wet die in de meeste gevallen tot niets anders dient om de rijkaard zijn wraak te laten koelen tegenover zijn ongelukkig slachtoffer. Een wet die aanleiding geeft tot de afgrijselijkste rampen, tot schandalige besluiten, ja zelfs tot zelfmoord. Senatoren die zeker geen menselijk hart moeten bezitten, die op een fluwelen kussen al de geneugten smaken die het leven hen kan aanbieden. En dat terwijl de arme slachtoffers met hun hardvochtige wetgeving de eerlijke vader of moeder in het gevang doet wegkwijnen en hun kinderen mogelijk de hongerdood doet sterven. Nog enige tijd kunnen de senatoren dat nog blijven doen, maar het is de wil van het Belgische volk die hen het hoofd zal doen buigen om deze hatelijke wet op de lijfsdwang uit onze wetboeken te doen verdwijnen.

Een andere grote maatschappelijke kwestie is de ontvoogding van de vrouw, de arbeid van vrouwen en kinderen in fabrieken en mijnen. De goede geest van de eeuw wil de ontvoogding van de vrouw. De kwade geest, laat ons die zo maar noemen, wil haar in de samenleving niet zien optreden als een lastdier, of een verkwezeld of gefanatiseerd wezen. Voor de hogere standen wapent men zich met fanatisme die zelfs de beste opvoeding doodt.

Voor de lagere standen wil men niets dan afmattende arbeid zonder onderwijs. Het is vooral aan de opvoeding van de vrouw dat de priesterheerschappij haar dominantie aan te danken heeft. Fanatisme aan de ene kant, domhouden aan de andere kant. Het zijn de beste spionnen die in handen zijn van de priesters en waardoor ze hun familiegeheimen moeten uitleveren als zijnde de grondvesten van hun overheersing. (nota: het gaat hier over de biecht)

Zolang men niet werkt aan de ontvoogding van de vrouw door opvoeding en onderwijs zodat ze naast de man kan optreden in de samenleving, zolang zal ook de priesterheerschappij deze machtige hefboom in handen houden om gebruik te maken van de vrouw om de zwakheid en mildheid van haar man elke vorm van vooruitgang en beschaving te kortwieken.

De geest van de eeuw wil de ontvoogding van de vrouw. Door opvoeding en onderwijs. Het is onvermijdelijk dat deze grote maatschappelijke kwestie weldra moet opgelost worden en voordele van de hele samenleving. Natuurlijk wendt de partij van de onwetendheid en domhouding alle middelen aan om de hoger opgesomde kwesties te bestrijden en een mogelijke oplossing te verijdelen. Deze oplossing zou inderdaad de ondergang van de kloosters betekenen.

Ze zou een einde kunnen stellen aan de priesterheerschappij, hun dominantie om goederen en erfdelen te beroven van de mensen. Zonder te speculeren op fanatisme en onwetendheid zouden jezuïeten en andere kloosterlingen zich niet meester kunnen maken van de erfpenningen van de ongelukkigen. Ze zouden zich niet kunnen meester maken van de fortuinen van de erfpenningen van ellende families, weduwen en wezen.

Ze zouden zich dan ook met deze penningen niet kunnen vetmesten in hun kloosters, terwijl hun slachtoffers snakken naar een korst droog brood. Ze zouden zich al de geneugtes van het bespiegelend leven niet kunnen aanschaffen in hun rijke paleizen terwijl hun ongelukkige slachtoffers in hun nederige hut of op een of ander ellendig zolderkamertje zuchten en wegkwijnen. Ze zouden stellig met hun bedelbrieven voor de paus, waarvan de opbrengst enkel dient om kanonnenvlees aan te werven en kardinalen en bisschoppen te laten feesten, zich naar een plaats te kunnen begeven, welke we hier uit welvoeglijkheid niet zullen noemen.

De geest van de tijd wil dit laatste punt en al de punten die er aanleiding toe geven zien uitgeroeid worden….

Heil en voorspoed wensen we toe, we wensen dat in de loop van het jaar 1870 deze vurige verhoopte doelstellingen zullen gerealiseerd worden. En met die oprechte wens stappen we hoopvol het jaar 1870 binnen.

Uit ‘De Westvlaming’ van 4 januari 1870 (collectie erfgoed Brugge)

Article Categories:
vergeelde krantenknipsels
banner
http://www.dekroniekenvandewesthoek.be

Vlaamse geschiedenis zoals je die nog nooit beleefd hebt!

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *