Het gezin stond niet op losse schroeven en de verloving bezat een bindend karakter. Waar men zonder zware en geldige reden een verloving ongedaan maakte, werd dit als een verbreking van de trouw aangezien. Wie verbrak moest er dan ook de gevolgen dragen.
Donaaske’s vader en moeder waren Romeinen. Als piepjong manneke werd hij door een knecht in het water gesmeten. Zijn ouders waren radeloos. Ze baden seffens met hart en ziel om raad. Ze wierpen een wiel met vijf brandende kaarsen op het water.
Van Hauwaert was in Vlaanderen wereldberoemd. Hij werd in ’t putje van den winter geboren in 1883, te Moorslede. Zijn vader was een arme werkman en hun huisje was maar een hutje. Cyriel gaf het later den plechtige naam van ‘Villa Van Hauwaert’.
Jan van Dadizele was begerig van die twee weldaden aan zijn eigen heerlijkheid te bezorgen en hij kreeg van zijn opperheer Filips de Goede een brief van inrichting van jaar- en weekmarkten. Die brief werd gegeven te Brussel in de junimaand van 1462. Hij was geschreven in het Frans en is in onze Franse druk voortgebracht.
De hoogte van de ontworpen Ijzertoren zou circa 350 meter zijn, wat dus nog 30 meter meer is dan de Eifeltoren.
Een pestepidemie was ongetwijfeld de rampzaligste kwaal, die over een middeleeuwse stad kon neerkomen.
Robert Beddeleem (1937) en zijn echtgenote Maria Persoon (1941) uit Vlamertinge, hij afkomstig van Abele (Poperinge), zij van Watou, hebben in hun jonge jaren veel hop geplukt.
Hoe de sprekende naam ‘OUD-HULST’ naderhand het zinloze woord Houthulst geworden is. Wellicht zoekend naar een betere spelling, zal men geschreven hebben ‘Bosch van Houthulst’ en voor de bewoonde wijk ‘Houthulst’.
De hoogten van Terrest en van de de Kaaiaard zijn bekleed met keivelden (silex of vuursteen, koppekeien). Die silexen werden ter plaatse bewerkt, wat blijkt uit de splinters die daar lagen. Ook moeten bewerkte silexen overgebracht geworden zijn uit Henegouwen (Spiennes).
Het Vrijbos Wat heden overblijft van het zo beruchte Vrijbos, is maar een schim van hetgene het vroeger was. Eeuwen geleden besloeg het een oppervlakte van meer dan 6000 hectare.
Op een dag in mei van het jaar 1784, stapte Jan Victoor, een struise jonge man, door de Koekuitdreef. Hij had de stad Poperinge pas verlaten langs de Pottestraat en was nu in ’t open veld gekomen. Hij ging voorbij de herberg De Koekuit, waar reeds enkele voorbijgangers binnen zaten. Dit volk ging ook naar het klooster van Sint Sixtusbos, waar vandaag de inboedel verkocht werd.
Binnen de jaren 1793 en 1794 plunderden de Franse republikeinen deze kerk, die als één van de schoonste van het bisdom van Ieper gehouden werd. Ze gebruikten het gebouw gedurende elf maanden voor kazerne, paardenstal en beenhouwerij. Ze vernielden en verbrandden al de meubelen, als de boisering, predikstoel, biechtstoelen en altaren, terwijl ze de sacristie voor gevangenis hielden.
Vlakbij die Westpoort staat de Caesarsboom, een gedrocht van een boom die echter weidser bekend is als Lo’s befaamdste exportproduct, de knappende lukken Jules Destrooper.
Het woord ‘goed’ is hier zoveel te zeggen als heerlijk slot of burcht. Verscheidene burchten, met ophaalbrug en twee- of driedubbele walling, bestonden hier vroeger. Enige werden ten onder geholpen door de Bortoenen, in 1382, de meeste hoop door de geuzen in de tweede helft van de 16de eeuw, en de twee laatste, te weten het kasteel Ter Beke of Rattekasteel en de burcht van Jeruzalem, zijn met de Franse Revolutie verdwenen.
Om in het Poperinge van de 18de eeuw enigszins onze weg te kunnen vinden, moeten we minstens de hoeken van Poperinge kennen. De namen van de hoeken van Poperinge worden in de notariële akten van het Ancien Regime gebruikt.
Zelden gebeurt het dat een Roeselaars handelsmens niet op zijn zaken past, dat hij ‘strontaffairens doet’, dat hij ‘mê z’n gat vul schulden zit’, dat hij ‘van ponte tuut stronte’ gaat, dat hij moet ‘uutscheen van krotte’, dat hij ‘gene roste cent’ meer heeft, en dat hij ‘gereneweerd’ is.
In december 1979 mocht ik in het Vatikaans Archief enkele gegevens ontdekken die voor de geschiedenis van Sint-Sixt belangrijk bleken te zijn. In de jaren 1390-1393 is de Ontvanger van de pauselijke Taksen voor de Kerkprovincie van Reims, Jean de Champigny, op toer in de noordelijke bisdommen van zijn ruim gebied.
Wie langs rijksweg 65 uit de richting Oostvleteren komt, aan het begin van Woestendorp rechtsaf zwenkt aan de ‘Centiemhoek’ en dan de Tempelstraat volgt, komt na zo’n 300 meter aan een lichte bocht.
Den Boerenkrijg der westersche parochiën gelegen tusschen Yper, den Yperlé, den Isser en Vrankrijk, tegen de Franschen of Carmagnolen door Carolus De Rache, Krombeke.
Dat in de middeleeuwen en nog lang daarna lijfstraffen meermaals gepaard gingen met de een andere straf, waardoor de veroordeelde in zijn eer werd aangetast of aan de bespotting van zijn medeburgers prijsgegeven, is algemeen bekend.
‘Zo oud als de straat’ is een bekend Vlaams spreekwoord dat erop wijst dat de […]
Omstreeks 1750 had Langemark, benevens zijn parochiekerk, een viertal kapellen. De voornaamste was de O.-L.-Vrouwkapel ten Poele, die eigen tienden en een eigen kapelaanshuis en kosterij bezat. De kapelaan was gewoonlijk een monnik van de abdij van Voormezele.
Om goed te begrijpen wat de bevrijdingsstoet betekende voor de Poperingenaars, schetsen we beknopt de dramatische gebeurtenissen van enkele maanden voor de bevrijding van 6 september 1944. Dit verhaal is kriskras door mekaar geschreven zonder bronnen te raadplegen, zo maar uit mijn geheugen.
Hier volgt het verhaal van mijn vader Jules Depuydt, die op een dag, in het […]
Dit gebeurde gedurende de Spaanse erfenisoorlog. In 1700 immers stierf Karel II van Spanje zonder […]
Toen, 40 à 50 jaar geleden (in de jaren 30-40), een blijde gebeurtenis zich aankondigde stak de toekomstige moeder al vroeg haar licht op bij een plaatselijke vroedvrouw. Het werd als een natuurlijke gebeurtenis beschouwd en normaal verwachtte men een natuurlijke afloop.
De volgende windmolens bestonden nog op het grondgebied van Moorslede in 1914: