banner
aug 5, 2020
1594 Views

De eerste oorlogstranen

Written by
banner

Anno 1914, op de 1ste augustus, zaterdag. Om 4u30 ’s morgens werd er gebeld. Het was onze knecht Joseph Soenen. Hij had tijdens de nacht zijn oproepingsbrief gekregen en het mij moest om 5u met de eerste trein naar Antwerpen vertrekken. Hij was bij de genietroepen ingedeeld. Hij kwam ons nog begroeten. We ontwaakten in volle mobilisatie. Onze jongens vertrokken naar het onbekende. Naar de oorlog. De soldaten van het 3de Linieregiment, hier in garnizoen vertrokken met de trein van 9u. Aan de overweg van de Sterre stond er veel volk te kijken. Op een van de platte wagens zat nog een andere van onze knechten. Dat was Maurice Devos. Hij zwaaide ons van ver toe! We riepen met zijn allen ‘goede reis, goede kans!’ Aan alle openbare gebouwen en aan veel huizen werd de vaderlandse vlag uitgehangen.

Anno 1914, op de 1ste augustus, zaterdag. Tijdens de nacht van vrijdag op zaterdag werden de oproepingsbevelen van de klassen 1909 tot 1901 rondgedragen. Hele benden reservisten trokken al van in de vroege ochtend naar het station. Rond 6u kwamen de soldaten der klassen 1913 en 1911 in gelid uit de kazerne en trokken ze onder klaroengeschal naar de statie waar ze in de trein stapten die hen naar Oostende voerde. Veel Ieperlingen kwamen onze ‘jongens’ in het voorbijgaan nog eens groeten. Onder hen talrijke vrouwen met kinderen op de arm, moeders, vaders, broers en zussen. Ze deden hun geliefden uitgeleide en stuurden hen een vaarwel. Helaas zou dat voor sommigen een laatste vaarwel worden. De mobilisatie en het vertrek van de ‘piotten’ en het vertrek van de reservisten bracht grote verslagenheid onder de mensen. Vanaf heden begon men nu paarden en auto’s op te eisen voor gebruik in het leger. Op een plakbrief kondigde het stadsbestuur aan dat alle openbare feesten van Thuyndag afgeschaft waren.

Anno 1914, op de 2de augustus, zondag, trok de processie van Onze-Lieve-Vrouw van Thuyne door de straten van de stad. Net zoals de andere jaren. Na de processie gingen we met de gemeenteoverheid terug naar de Grote Markt. De gemeenteharmonie ging op de kiosk staan. De pompiers vormden de haaf, de burgemeester, schepenen en gemeenteraadsleden stonden er met ontblootte hoofden. Het muziek speelde het lied van Onze-Lieve-Vrouw van Thuyne, de Marseillaise, het God save the King en de Brabançonne. Het Thuyndagfeest was ingezet …en geëindigd.

Anno 1914, op de 2de augustus, Thuyndag was stil en doods en er was weinig beweging op de Grote Markt. De processie deed haar jaarlijkse rondgang. Het beiaardconcert, muziekfeest en de volksvermaken en openbare prijsuitdelingen voor de schoolkinderen waren afgeschaft. Duitsland stelde een ultimatum aan België. België weigerde.

Anno 1914, op de 4de augustus, dinsdag. Oorlogsverklaring van Duitsland aan België. De soldaten van de klassen 1900 tot 1899 werden opgeroepen. De 2de ban van de burgerwacht was opgeroepen en bewaakte de stad met onder meer het voedermagazijn in de Elverdingestraat, het station, enzovoort. Het gerust liep dat er veel spionnen rondliepen en daarom was men streng in de statie. Van elke vreemdeling die er toekwam werden de papieren onderzocht. Men hield eveneens een scherp oog op personen die in soldaat gekleed waren wat dat konden eventueel ook spionnen of weglopers zijn. ’s Nachts deed ook een afdeling pompiers dienst in de stad. ’s Avonds was er veel beweging rond de statie waar er allerhande geruchten verspreid werden. De burgerwacht deed daar nu dag en nacht dienst.

Anno 1914, augustus. Op de 4de augustus, een dinsdag, gisteren was de oorlog verklaard tussen Duitsland en Frankrijk. Hoe zou het aflopen met België? Het nieuws van het Duits ultimatum aan België werd hier gisteren al geweten in Dikkebus. Maar zou het waar zijn? Het bleek helaas maar al te waar. Het meinedige Duitsland had de oorlog verklaard aan het onzijdige België. Algemene verslagenheid. Wat stond er nu te gebeuren? Maar vrij snel kwam er wat animo bij het volk. Iedereen was met de oorlog bezig, bijna niemand kon nog werken en in de straten zag men altijd groepen volk bezig met het bespreken van de oorlog. Groot was de verontwaardiging over de Duitse gruwelen, niemand dacht ze daartoe bekwaam waren. Groot ook de vreugde en de fierheid over de heldendaden van het Belgisch leger in het Luikse en het Brabantse.

Bij het volk was men ook verlegen dat er nog nieuwe klassen zouden binnengeroepen worden. De 10de augustus zouden er inderdaad nog twee klassen worden opgeroepen. Te Dikkebus vertrok dan enkel één soldaat, het was schaper Leon Janssens. Ook twee jongelingen meldden zich aan als vrijwilliger; Leon Louwage en Maurits Lauwyck. Ook de eerste soldatenbrieven kwamen toe. Welke vreugde toen zij een brief kregen meldende dat de soldaat gaaf en gezond was. Helaas welke verlegenheid leefde er niet als de jongen wat lang wachtte van schrijven. Zoals te voorzien was werd er veel fake nieuws verspreid.

Nu eens was de kroonprins gevangen of waren er 30.000 à 40.000 soldaten krijgsgevangen genomen. Toch hadden de Belgen met hun klein legertje wonderlijke zaken gedaan. Valse geruchten ook i.v.m. het papiergeld dat bijna nergens nog waarde zou hebben. Iedereen trachtte aan zilvergeld te geraken, en we er had gaf het niet meer uit, zodat men soms geen zaken kon doen door gebrek aan zilvergeld. Dat zou zeker enkele maanden duren. Men hoorde in de streek ook veel spreken over spionnen. Soms met reden, maar even vaak werden mensen ten onrechte als spionnen aanzien en heerste hier veel vals nieuws over spionage.

Op bijna alle parochies deed de burgerwacht dienst. Hier duurde het lang vooraleer ze eraan begonnen, en ik geloof ook niet dat het eerder nodig was. Uiteindelijk hielden enige mannen de wacht, maar dat verliep niet echt serieus en bestond meestal uit pinten drinken en hesp eten bij de boeren. Men mocht nergens nog gaan zonder laisser-passer met je portret of tenminste je persoonsbeschrijving. Deze kaarten werden gegeven door de burgemeester. Er werd weinig gereisd, weinig handel gedreven en was haast geen vervoer. Het gras groeide tussen de kalsseien.

Anno 1914, begin augustus. Tante was net als elk jaar voor de Thuyndagen naar Ieper gekomen, een bezoek dat telkens grote vreugde in huis bracht. Nu had ze in Brussel vernomen dat de oorlog die nakend was nu toch niet zou doorgaan. We moesten niet ongerust zijn. In Brussel waren ze op de hoogte van het laatste nieuws en alles was in orde. De kinderen waren zo gelukkig dat ze – om een Iepers woord te gebruiken – een grote zedige ’tuimelet’ maakten voor ze gingen slapen, om hun vreugde lucht te geven. Helaas zou die stemming maar van korte duur zijn. Nog tijdens de Thuyndagen volgden de slechte berichten elkaar op. Er zou een oorlog uitbreken…. De feestvreugde was direct in alle harten getemperd. De mensen spraken over niets anders meer en de kinderen verloren er hun gewone uitbundigheid bij.

Anno 1914, op de 4de augustus, brak de oorlog uit. Duitse legerbenden trokken de grens over en drongen binnen in België. Aan de gevels verschenen de vlaggen bij honderden. Het land was in oorlog. Er was geestdrift en overmoed bij de bevolking maar het was een illusie dat ons klein legertje de Duitse legers zou kunnen afstoppen.

Anno 1914, op de 5de augustus, woensdag. Het opschrift ‘Hotel d’Allemagne’ in de Statiestraat en de publiciteitsborden over Duitse bieren aan ‘Sultan’, ‘Bock’, ‘Café Léopold’, enzovoort werden weggenomen. In de avond kregen we een opstootje. Een ‘broeder’ was met de tram van 20u toegekomen en ging op weg naar het klooster van de Roesbrugge Dames. Enkele mensen dachten dat het om een spion ging en troepte samen voor dit klooster. De politie werd er bijgehaald en ondervroeg de broeder. Uit zijn papier bleek het dat hij ‘een goede Belg was zoals al gijder die hier allemale op straat staat!’.

Anno 1914, op de 6de augustus, donderdag. Op het klaroengeschal werd de burgerwacht opgeroepen om de brug te bewaken aan de statie van de Kruiskassei.

Anno 1914, op de 7de augustus, vrijdag. Men was bezig met het bouwen van een houten barak met omheining op het Minneplein. Het zou zo nodig moeten dienen voor het verplegen van besmettelijke zieken.

Anno 1914, augustus, de gebeurtenissen volgden elkaar toen snel op; het ultimatum, de mobilisatie. Het onschuldige België zou het eerst aan de beurt komen! Ook in de buurt werden jonge soldaten onder de wapens geroepen. De eerste oorlogstranen vloeiden. Maar toen leefde in menig hart nog de hoop dat alles vlug voorbij zou zijn. De eerste oproepingen werden spoedig door andere gevolgd. Koortsachtig lazen de mensen het nieuws in de dagbladen, het verloop van de eerste botsingen met de vijand en allerlei geruchten deden de ronde. Meer en meer soldaten werden onder de wapens geroepen. De angst om hun lot overheerste alles. De mensen beseften meer en meer de ernst van de toestand en gingen elke avond op bedevaart naar het kapelletje aan de Kruiskalsijde (Meenseweg). ’s Avonds laat hoorde men de biddende menigte voorbijtrekken en elk gezin was vertegenwoordigd.

Uit ‘De Grote Kroniek van Ieper’ (werk in opbouw)

Article Categories:
terug naar het verleden · uitgelicht
banner
http://www.dekroniekenvandewesthoek.be

Vlaamse geschiedenis zoals je die nog nooit beleefd hebt!

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *