banner
Jan 6, 2025
100 Views
Reacties uitgeschakeld voor De priesters en hun prietpraat

De priesters en hun prietpraat

Written by
banner

Gallië bestaat uit drie naties. Belgisch Gallië, Celtica en Aquitanië. De bevolking is wonderlijk geneigd tot godsdienstigheid en dat is vooral te zien in tijden van ziekte en oorlog, van ramp en tegenspoed. Het kwijtspelen van die slechte dagen kan alleen maar afgezworen worden bij de goden zelf. Offerande en sacrificie. De mensen bieden zichzelf aan om geslachtofferd te worden ter ere van een of andere vreemde sjarel van een god.

Daar staan de druïdes voor, de priesters nog voor dat woord is uitgevonden. Het zijn zij die de offerandes voorstellen en uitvoeren en hun volk zo gek krijgen om mee te stappen in dit verhaal van afgoderij.

De druïdes stellen luidop de vraag of het niet aangewezen is om de ontevreden goden te paaien met dode lichamen van mensen die bereid zijn om zich persoonlijk te offeren voor het behoud en de welvaart van hun medebewoners. Al deze rituelen zijn onderhavig aan een hele reeks van openbare wetten en verordeningen die allemaal opgesteld werden door de machtige druïden.

Zo gebeurt het dat de mensen een soort heilige kooi maken van riet en takkenbossen. Een frame in de vorm van een godsfiguur die dan opgevuld wordt met levende mensen en die dan op en rond het vuur gezet wordt. De groep mensen wordt op de meest ellendige manier gebraden en verbrand, alsof het levende varkens aan een spit zijn. Zolang ze maar een behaaglijke offerande en een aangename misviering voor hun goden kunnen uitvoeren.

Zonder dat ze het eigenlijk zelf beseffen, tonen de Galliërs een schoolvoorbeeld van hoe dwaas een geloof, zeg maar elk geloof eigenlijk is. Ze geloven warempel dat ze de onsterfelijke goden behagen met de pijn en het afzien van diegenen die gevangen genomen zijn om redenen van diefstal, moord en andere misdaden. En als ze niet voldoende kwaaddoeners kunnen vinden dan worden er enkele arme onschuldige sukkelaars uitgekozen om mee te gaan in het vuur. Men kan niet genoeg zijn best doen om de goden te behagen.

De absolute hoofdgod is Mercurius. Hij is zonder meer de uitvinder van alle kunsten. Hij bepaalt de weg die reizigers dienen te volgen. De patroon van de kooplieden en de commerçanten. Ook voor Apollo, Mars, Jupiter en Minerva koestert de bevolking felle gevoelens. Apollo geneest zonder enig spoor van twijfel alle ziektes en krankheden. Mars is de bezieler van de oorlog. Geen enkele overwinning op het slagveld kan afgesloten worden zonder een gemeende dankzegging aan god Mars. De oorlogsbuit en de buitgemaakte heiligenbeelden worden aan hem opgedragen.

De bewijzen hiervan zijn nog lange tijd na Caesar zichtbaar. Verscheidene Gallische steden bezitten elk hun respectieve pakhuizen waar deze buit opgestapeld ligt en waar niemand het durft te riskeren om daar iets van te stelen. Want wat daar ligt is allemaal eigendom van de afgod Mars. Diegene die dat zou aandurven, veracht en minacht zijn god en zal na een rituele marteling ter dood worden gebracht. Vaernewyck heeft het over het ondergaan van de ‘aldervreedste pynen’. Ik hoef er geen verdere details meer bij te krijgen.

De god Jupiter regeert over de hemel. Minerva is de goeroe van de kunst en van de ambachten. Pluto wordt beschouwd als de broer van Jupiter. Jupiter, meester van de hemel en zijn broer baas van alle dingen die zich beneden het oppervlak van de aarde bevinden. De hel. Zoveel is duidelijk. Er is niemand die zelf weet waar de goden vandaan komen en waarom ze eigenlijk vereerd worden. Bewijzen zijn er niet. De druïden beweren dat het zo is en de mensen geloven de priesters en hun prietpraat. Geloof en bijgeloof zijn van alle tijden.

Dit is een fragment uit Boek 6 van De Kronieken van de Westhoek

Article Categories:
fragment uit deel 6
banner
http://www.dekroniekenvandewesthoek.be

Vlaamse geschiedenis zoals je die nog nooit beleefd hebt!

Comments are closed.