Vrijdag. ‘Vreyadag’, ‘Freitag’, in het Engels ‘Friday’, in het Zweeds en Deens: ‘Fredag’. Letterlijk dus: de dag van Freya, de zus van Wodan. Die godin speelt een grote rol bij de oudste mythes. Ze beschermde de vrijheid van de mensen en was uitdrukkelijk aanwezig op liefdesnachten en bruiloften. Ze gaf haar zegen aan trouwe geliefden en aan deugdzame vrouwen. Freya beschermde loyale krijgers wanneer ze vochten. Ze was er te zien op een wagen die door twee reuzenkatten voortgetrokken werd en ze was gekleed in een mantel van valkenveren waardoor Freya zich kon transformeren tot een vogel.
Ze kwam op bezoek bij vrouwen die moesten bevallen waar ze trouwens vaak vervangen werd door haar priesteressen. Ik moet niet ver zoeken naar de betekenis van haar naam. Freya wordt in Scandinavië ‘fru’ genoemd, ‘frau’ in het Duits en ‘vrouw’ in het Nederlands. Ze wordt geassocieerd met het woord ‘free’, ‘vrij’, ‘frei’, fri’ en ‘vrijen’. De verering van Freya heeft lange tijd stand gehouden tegen de bemoeienissen van het christendom. Het uiteindelijk verdwijnen van hun godin zorgde voor verdriet bij de bevolking. Een oude saga, die van troubadour Eckhart, vermoedelijk Belgisch van oorsprong, lag aan de basis van Wagners opera ‘Tannhauser’ of ‘Danhuyser’. De arme man onderging een pijnlijke strijd tussen zijn spirituele liefde voor Onze-Lieve-Vrouw en zijn fysieke aanbidding voor vrouw Vreke (Freya).
Deze godin werd in onze contreien zeker vereerd tot diep in de 8ste eeuw, dat was ook het geval in Ieper. De predikers van het christelijk geloof moesten al hun fantasie en creativiteit gebruiken om de Ieperlingen van die tijd te doen afzweren van de in hun ogen heidense verering voor Freya. De priesters slaagden er met veel moeite in om de inwoners te doen verzaken aan haar. Het bleek achteraf wel noodzakelijk om hen jaarlijks nog eens te herinneren dat ze nu christenen waren en dat ze Freya overboord hadden gegooid. Anders zou dat oud gebruik zeker opnieuw de kop hebben opgestoken.
Tijdens die jaarlijkse ‘reminder’ gooiden ze Freya wel erg letterlijk overboord. De oude godin werd verpersoonlijkt in levende katjes die van een toren werden gegooid. Dat gebruik is blijven bestaan. Ieper, de kattenstad met zijn nu gelukkig pluchen namaakdiertjes die van de halletoren worden geworpen. De kattenstoet is hoe dan ook een herinnering gebleven aan de dag dat ze Freya hier buiten gebonjourd hebben.
Dit is een fragment uit Boek 7 van De Kronieken van de Westhoek


