We vervoegen de jaarboeken van Veurne die het hebben over het jaar 137. Keizer Adrianus […]
Rond het jaar 420 zijn de Salische Franken onder leiding van hun koning Pharamond onze […]
In de 17de eeuw wordt ‘Historiae Anglicanae’ gepubliceerd. De geschiedenis van Engeland wordt er aan […]
Vanaf de 7de eeuw krijgen we de eerste info over de infrastructuur in onze streek. […]
Na de verschijning van ‘eener sterre met eenen steert’ in 874 en andere voortekens van plagen wordt datzelfde jaar verschroeiend droog en onmenselijk heet waardoor het graan op de akkers er totaal opgedroogd bij ligt. Er breekt een nooitgeziene sprinkhanenplaag uit. Precies de achtste plaag van de farao.
De komst van de Noormannen laat een onuitwisbaar spoor na in de geschiedenis van onze contreien. De echo van de ellende die ze aanrichten, blijft lang nagalmen.
Het Vrijbos Wat heden overblijft van het zo beruchte Vrijbos, is maar een schim van hetgene het vroeger was. Eeuwen geleden besloeg het een oppervlakte van meer dan 6000 hectare.
Die Boudewijn van de Ijzer is me het kereltje wel. Sterk, dapper, zijn reputatie die hem in lijn brengt met zijn ijzeren imago.
De voorbije dagen ben ik begonnen aan een nieuwe kroniek: ‘De Kroniek van Brugge’. Alvast een voorproefje (heet van de naald)
Het ontstaan van Roeselare gaat in de nevelen van de tijden verloren.
e zee krijgt vrij spel over dat uitgebreide kustgebied van Buck. Geen dijk of duinen zijn er om het zoute zeewater van de laagvlakte ten westen van de lijn tussen Roesbrugge en Aardenburg af te houden. Het achterland van Buck bestaat grotendeels uit ‘boschagie’, bossen en wildernis. Het is het meest westelijk gelegen aanhangsel van het bos van de Ardennen. Hier zwerven grote groepen wilde dieren rond, in het bijzonder reebokken, ‘bucken’, die uiteindelijk deze naam aan het toenmalige Vlaenderen schenken: ‘het land van Buck’. Gevangen tussen de wouden bevinden zich het dorp Oostburch en de stad Rodenburch, die later Aardenburg zal genoemd worden.
De leeggelopen kust- en Scheldestreek is al vanaf de 4de eeuw deels herbewoond door Saksische groepen die hun Germaanse cultuur en taal met zich meebrengen. Daarvan getuigen de ontelbare Germaanse dorpsnamen die we op vandaag nog kennen. De Salische Franken zelf vestigen zich in de 5e eeuw in het huidige Noord-Frankrijk en Wallonië, vooral rond de steden Kamerijk, Doornik en Bavay.
In zynen tyd was Constantinus keyzer van Roomen, en Karel-den-Grooten voornoemd koning van Vrankryk. De gemaelinne van Liederik was eene vorstinne uyt Germanien, genoemd Flandrina. Eenige willen dat Karel-den-Grooten Vlaenderen, na deze vrouw, den naem gegeven heeft die dit land tegenwoordig voerd. Naer vele getrouwe diensten die Liederik aen dezen vorst bewezen had, gaf hy hem geheel het land van Vlaenderen, tot aen den zeekant toe, met alle de goederen die zynen vader bezeten had, en maekte hem, in de tegenwoordigheyd van alle zyne edellieden, bestierder van Vlaenderen, op den 17 january van het jaer 796.
Boudewijn de imperialistische trekjes geërfd van zijn voorouders. Als hij de kans krijgt om aan de oostelijke kant van de Schelde een gebied te verwerven ter grootte van zijn bezit aan de Westelijke kant, waarom zou hij dan nog twijfelen?
Vlaanderen is ingedeeld in gouwen Sinds de Franken van Karel Martel, (door hem de Karolingische […]