De bal gaat aan het rollen in 1475. Karel de Stoute en de Franse koning […]
24 september 1871. Een pastoor, waardig van onze heilige godsdienst, een priester of een vicaris […]
Poperinge-Ommegang Zondag juli 1972 – een troosteloze hemel vol regen en watergieten, wij er door […]
Pauwel komt nu plots aandraven met een historie over een zekere Geeraert Lambrecht, een ‘slechte’ man en een arme dagloner uit de parochie van Haringe. In de meimaand van 1681
Dat ze in Nieuwkerke in vroegere tijden geen groot gedacht hadden van hun katholieke priesters kan je zo lezen in onderstaand krantenartikel uit 1887
De geestelijken proberen met harde hand de christelijke regels op te leggen, maar kunnen natuurlijk niet verijdelen dat jeugdige vrouwen en maagden zowat overal gevaar lopen om geschaakt te worden. De keuze van de dames voor de kuisheid en de vrede voor hun God is uiteraard vaak een vlucht naar veiligheid en geborgenheid. Een ooggetuige van de vloed naar de kloosters omschrijft het in het begin van de jaren 1200 als volgt: ‘jonge dochters lopen er met hopen naar toe, weduwen snellen er heen.
Op 20 mei 1596 bevestigde Laureinsekin Tulpen, ‘huysvrauwe’ van Jacques le Maire, ‘cipier ten steene’ onder eed, hoe ghisteren de vrauwe daer Leene woont, commende ter steene verkende dat Leene haer gheholpen hadde van een gheest die haer quelde die ze zeyde dattet haer mans gheest was die haer quam quellen. Zeght voorts dat de zelve vrauwe zegt, dat Leene ordeinairlic upstaet ter middernacht ende gaet ligghen in de veinster altijts alst schoon weder is, ende dat ze zeght dat ze daer alle dinghen ziet, ende dat ze ziet al de stadt over, ende dat ze dat al weet ende dat ze datte al in de lucht ziet…’
«Zé», zei Modesta, «dat moet en zal hier gedaan zijn op ’t hof; ’t weet hier van geen uitscheiden: de ene tegenslag na den anderen, eerst met de zwijns en dan met de koeibeesten. Cesarke, » zei ze tot ’t poesterke, «we gaan een van die dagen op beevaart naar Deizel», «Gaan dienen?» vroeg Cesarke. «En moet ik mee? Te voete? ’t Is meer of vier uren verre van Staên: viere deure en viere were! ‘k Zeggen maar dadde ! Goed om stijve kieten op te doene en de voeten vol blazen.»
Deze morgen geschreven: ‘De titel van hoofdstuk 20 uit het boek van Galbert maakt het […]