Volgens een Ferrariskaart bezat Diksmuide in 1777 een achttal molens, waarvan een zestal op de vestingen. in 1914 waren er dat nog twee, en jammer genoeg zijn ze nu allemaal verdwenen.
Hier verkoopt men pijpen;
kleene stelen
maar grote stelen meer..
Den 9 november 1800, zynde zondag, het heeft van ten 11 uren ’s morgens tot den dry uren na noen, zoo eene vervaerlyke dulle en felle wynd gemaekt dat menschen van 80 jaer oud bekennen van zulcken wynd niet geweten te hebben.
De volgende windmolens bestonden nog op het grondgebied van Moorslede in 1914:
Uit de geschiedenis van Passendale: wat voorafging… Rond de jaren 1600 waren Boudewijn de Camacker, […]
Zekere avond ging een molenaar uit Veurne slapen. Op zijn molen stonden drie ongemalen zakken koren en er lag een pakje boterhammen bij die hij niet had opgegeten wegens buikpijn. Toen hij ’s anderendaags op de molen kwam, vond hij de drie zakken gemalen en het brood verdwenen.
Daar was ‘ne keer een moeder, en z’hadde twee meiskes, en z’heetten alle twee Karlientje. Tegen ’t eene en zeiden de mensen niet anders als Wit Karlientje, omdat het zo schone was; maar zijn moeder en koste ’t onder heur ogen niet zien, omdat het heur eigen kind niet en was. En ’t andere was Zwart Karlientje bij de mensen, omdat het zo bruin en zo lelijk was; maar, Zwart Karlientje was het liefste gezien van zijn moeder, en ’t kreeg al wat dat ’t wilde.
Daar was ’n keer een molenare, hij had noch grof noch fijn meer te malen, ’t Kwam zo verre dat hij jaren pacht ten achteren stond, hij ging algauw z’n molen mogen sluiten
en gaan om stuiten.