Het jaar 1437. Op de 31 januarius, wierd de naam van koude donderdag gegeven, wanneer […]
In dit dorp woont er een vrouwtje dat volgens men zegt zeer benauwd is van alleen thuis te blijven. Een farceur wist dat en, om eens hartelijk te lachen verzon hij een klucht en maakte een strooien man.
De administratieve zaken van de heerlijkheid werden beheerd door de schepenen van de parochie onder voorzitterschap van de baljuw. De heer van Vlamertinge bezat hoger, middelbaar en lager gerecht. De terechtstellingsplaats was het ‘Galgheveldt’. Hij bezat het recht om bomen te planten langs de baan van Ieper naar Poperinge, op het grondgebied van deze heerlijkheid. Dit recht werd bevestigd door een akte van algemene bekendheid, afgeleverd door de magistraat van de parochie.
Maandag was het de beurt aan Mesen om het gedenkteken in te huldigen ter nagedachtenis van het ‘Londen Scottish Regiment’. Dit beroemde regiment heeft zich in de gevechten bij Mesen-Wijtschate met roem beladen.
De strijd om de offerandegelden is gestreden. De zevende en de dertigste dag na het overlijden wordt er eerst en vooral in de kerken een gezongen kerkdienst gehouden, compleet met alles erop en eraan. En als de parochiepriesters al eens toestemming geven om wel een dienst te laten doorgaan, dan eisen ze wel alle offerandegelden op. Een duivelszak geraakt nooit gevuld.
Afkomstig uit Vlaanderen, werd dit volk overgeplaatst door de koning van Engeland, Hendrik I, om deze streken te bewonen. Een moedig en sterk volk is het, een volk door voortdurende strijd zeer vijandig gezind jegens de Cambriërs, een volk, zeg ik, bedreven zowel in het weven als in het handeldrijven, een volk zeer behendig om winst te maken en hiervoor geen moeite sparend of gevaar vermijdend zowel te land als ter zee : een volk al naar gelang plaats en tijd, vaardig in het hanteren nu eens van den ploeg dan weer van de wapens, een volk waarlijk gelukkig en moedig.