Sinds de jaren ’60 van de vorige eeuw is enorm veel veranderd in de maatschappij. […]
De volksverhalen worden gemeenzaam in drie verschillende groepen ingedeeld: de sprookjes, de sagen en de […]
Het was in de andere oorlog, een nicht van mij die betoverd geweest is, nè. En zij hielden café en ’t was een hofstede. En er gingen daar regelmatig bezoekers alzo, nè, om pinten te drinken en al. En er was daar een wijf dat alle dagen ging achter melk. En op een zekere dag, zij had chocolade gegeven aan haar, om op te eten.
Op de baan van Ruddervoorde naar Torhout, een kwartier van de kerk ligt er een groot omwald boerenhof waarop een woning staat met drie verdiepingen, het Tempeliershuis genaamd.
Te Brugge woonde een paruikmaker, die met veel gasten werkte. Op een achternoen kwam een heer in de winkel en vroeg de meester of hij hem voor ’s anderendaags ’s morgens een paruik kon maken.
En hèt è sproetemulle
En hèt è puustemuule
En hèt è pokkemuule
Om wratten te verdrijven moet men de kern van een noot nemen, de wrat er mee inruischen (wrijven), daarna de kern terug in de schelp doen, die toebinden en in ‘nen zwalmenest (zwaluwnest) leggen. Men moet echter zorgen dat de twee schalen van de noot en ook de kern ongeschonden blijven.
’t Ware jammer en zonde moest het Manneke, dat nu al jaar en dag zijn goe- en kwawere- ‘maren’ over geheel Vlaanderen rondstrooit, geen paar blaadjes papier over hebben om aan zijn lezers de ‘mare’te doen, dat het entwat gaat schrijven over een bijzondere mare. Ene die maar ’s nachts zichtbaar en doendig is.
Mijn dochter Ivonne is ziek gekomen toen ze zes maanden oud was. Het was bij ons thuis grenswinkel en er kwamen veel mensen o.a. kwam er een oude vrouw, die in de zeventig was en die zei : ‘Maria, ’t is al zo lang dat dat kind ziek is en altijd maar naar de dokter. Weet je wat je moet doen? Je moet dat niet uitstellen. Ga naar de paters naar leper, het is maar dat middel.’