banner
aug 3, 2019
1114 Views

Treinramp in Voormezele

Written by

De grote apostel Paulus handelt in een van zijn brieven over gevangenschap en geseling, over steniging, over plunderen en schipbreuk, en menigvuldige doodsgevaren die hij moest doorstaan. Leefde hij op onze dagen, dan zou hij gewis ook spreken over spoorwegrampen.

banner

Buurtspoorwegramp te Voormezele

De grote apostel Paulus handelt in een van zijn brieven over gevangenschap en geseling, over steniging, over plunderen en schipbreuk, en menigvuldige doodsgevaren die hij moest doorstaan. Leefde hij op onze dagen, dan zou hij gewis ook spreken over spoorwegrampen.

Wat hij niet ondervonden heeft, daar weten wij van te spreken. Helaas! Immers, de spoorwegrampen worden stillekens aan de orde van de dag! Als het mag gezegd worden dat de spoorwegen veel dienst bewezen hebben aan de maatschappij; het is ook zeker dat het slachtofferen van die talrijke mensenlevens als een van hun grootste nadelen mag aanzien worden.

Men stapt de trein of de tram op zonder te weten of men hem levend zal afstappen. Men zit lustig te praten en ieder ogenblik kan het ongeluk voorvallen, en zo viel het voor ons op zaterdag 10 februari 1912.

Uit Ieper vertrokken om 13u10 kwamen we gezapig – wat ware het geweest, had de tram dapper moeten rijden – om 13u30 in de statie van de Vierstraat tussen Voormezele en Kemmel toegereden. Plots horen en voelen we een geweldige schok, gevolgd door twee of drie mindere … akelig kraken de wagens, in eens zijn al de ruiten verbrijzeld …gij vraagt u af of uw laatste uur geslagen is, en kwam men u zeggen, de wereld vergaat, niet meer zoudt gij verschieten!

In minder dan 5 seconden ligt alles stil en rap als de bliksem snellen de reizigers naar buiten; ‘niemand dood? Niemand gekwetst?’ ‘Neen, geen armen of benen gebroken, dat is nog het bijzonderste!’. Verscheidene bekwamen kneuzingen of lichte wonden door de glasstukken die gelijk de hagelstenen rondspaasden en ’t meestendeel hadden maar de ogen te sluiten om te zijn gelijk afgelegden.

De oorzaak van de ramp was een raliebreuk: de locomotief zat scheerling over de dijkoever en de reizigerswagens, vooral de eerste waren nog goed om geplaatst te zijn bij het oud ijzer. Onder de reizigers waren ze verscheidene van Kemmel, Nieuwkerke en Wijtschate, die zeker de markt van Ieper gedaan hadden.

Nog nooit hadden wij de dood van zo dichtbij gezien en, goddank, we waren er goedkoop vanaf gekomen! Heel gemakkelijk hadden we er kunnen de kraag bij laten.

Die bevreesd is voor een tramongeluk, bezige een ander rijtuig, zo hij er over beschikt, of zoniet, hij scharte grootvaders paraplu uit om te voet zijn weg af te pikkelen. En pakt ge de tram, stel u voor alle zekerheid onder de bescherming van uw engelbewaarder; ook het schapulier en het kruisje zijn almachtig om u van ongelukken te vrijwaren. En wie beladen is met dat onzichtbaar pakket, denk nog eens op een akte van berouw. Want als dood gaan niet veel tijd vraagt, dan duurt de dood wel veel langer.

Uit ‘Het Ypersche Volk’ van 19 februari 1912 – www.historischekranten.be –

Article Categories:
vergeelde krantenknipsels
banner
http://www.dekroniekenvandewesthoek.be

Vlaamse geschiedenis zoals je die nog nooit beleefd hebt!

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *