De grootste verdienste van ‘Verloren maandag’ is ongetwijfeld de hand- en spandiensten die deze dag leverde voor de ‘Blauwe maandagen’ die vermoedelijk al actueel waren in de eerste eeuwen van de antieke geschiedenis. De metgezellen van de gilden wilden zich verzekeren van de goodwill van de heer Maan en plaatsten die boven zijn zuster Zuna. Iets wat de schrijver in 1844 geenszins verwondert omdat de oermensen altijd al de maankalender verkozen boven de zonnekalender.
De maan speelde sowieso de hoofdrol in hun dagelijks leven, vandaar ook het groot belang dat ze hechtten aan de ‘dag van de maan’. Vanaf de 12de eeuw begonnen onze christelijk geworden voorouders af te rekenen met die oude gewoonte van de ‘blauwe maandag’ die ze gaandeweg als heidens, goddeloos en wanordelijk gingen bezien. Misdaden die op een blauwe maandag gepleegd werden konden op een strengere straf dan anders rekenen. In Duitsland begonnen de monniken speciale gebeden uit hun mouw te schudden om de ambachtslieden te doen afzien van hun blauwe maandag die daar blijkbaar ook bekend stond als ‘Poefmaandag’ of ‘Vrije maandag’.
Hun inspanningen leverden niet zo veel op want de blauwe maandagen bleven overeind. Dat de finefleur van de steden iets tegen die blauwe maandagen had heeft ongetwijfeld iets te maken met de fysieke toestand van de leerjongens die de maandagmorgen gebruikten om weer wat op de plooi te geraken na een zondag vol drankgelag en feestvieren. Die maandag werd dus vaak als excuus gebruikt dat er nog eerst wat eigen zaakjes dienden te geregeld te zijn vooraleer de werkweek kon aangevat worden. Zonder het te beseffen is ‘I don’t like Mondays’ een regelrechte zinspeling op ‘ik ga niet graag werken met een houten kop op deze blauwe maandag’.
Het middeleeuws gebruik om op de eerste maandag van de vasten de kerken aan te kleden met blauwe lakens moet daar zijdelings mee te maken hebben gekregen, al is het maar dat ze synoniem waren aan die speciale gebeden van die paters in Duitsland.’
En er zijn er nog: ‘Gerstmaandag’ is de eerste maandag van de Vasten. ‘Rode maandag’ herinnert in Vlaanderen aan de veldslag van Bergues in 1206. Daar heeft de regio van Veurne alles mee te maken. De vete tussen de Blauvoetijnen en de Ingerijkers was al eerder uitgevochten in de dorpen Houthem en Wulvergem en vond achteraf zijn beslag te Sint-Winoxbergen in dat jaar 1206 wanneer Christiaen van Praet de leider van de Ingerijkers er in slaagde om de Blauvoetijnen op bloedige manier te verslaan en waarbij velen onder hen gedood werden. Die dag betekende het einde van een jarenlange burgeroorlog en wordt sindsdien als ‘Rode maandag’ herdacht. Het rood van het vergoten bloed der Blauvoetijnen.
‘Kwade maandag’ heeft een beetje een gelijkaardige betekenis. In de jaren 1344 en 1500 rekenden Gentse wevers op drieste manier af met hun collega volders die massaal in de Leie werden gegooid. Wat je al dan niet mag doen op maandag? Meneer Maan houdt allerminst van kredietverstrekkers en bankiers. Je moet absoluut vermijden om iets te lenen of te ontlenen op een maandag. De dienster die haar job op een maandag begint zal op zaterdagavond uitgaan met de heksen. En wat men onderneemt op een maandag zal geen week blijven bestaan. Misschien precies daarom dat velen die ‘Blauwe maandag’ als excuus gingen gebruiken…
Dit is een fragment uit Boek 7 van De Kronieken van de Westhoek


