banner
mrt 26, 2025
180 Views
Reacties uitgeschakeld voor Vloanderen en de Vloamingen

Vloanderen en de Vloamingen

Written by
banner

Nadat Boudewijn I diens dochter (zeer tegen de zin van haar vader) ontvoert en met haar in het huwelijk treedt, ontstaat er daarna een verzoening tussen hen. Dat gebeurt pas na Boudewijns dreigement om gemene zaak te maken met de Noormannen in het noorden. Dank zij die verzoening krijgt graaf Boudewijn I het leengebied van Brugge, Aardenburg en Oudenburg toegewezen. Dat gebeurt in 863. Niettemin schijnt zijn nieuw grondgebied maar een klein deel geweest te zijn van wat Ingelram ooit bestuurd had. In het graafschap Mempiscus heerst nu graaf Reginar en in Vlaanderen is er ook sprake van een ‘Missus domini Waltcaud’. Volgens Wikipedia moet die Waltcaud een soort zendgraaf zijn, een afgevaardigde van de koning om de eigenlijke graaf onder controle te houden. Die Waltcaud moet dus controle uitoefenen in het oude gebied van de Morini dat later in het bezit kwam van de Menapii.

Beiden zijn verdwenen rond het jaar 400 in de tijd dat Bonen tot Germania Inferior gaat behoren en het hele gebied rond de kust Saksisch moet geworden zijn. Hoewel een deel van de oude bevolking er zal blijven leven. En die naam van Vlaanderen dan? Ik kijk met belangstelling uit wat Van Es over deze heikele kwestie te vertellen heeft. Hoe komt dat Saksisch gebied aan de naam van Vlaanderen en waarom krijgen zijn inwoners de naam van Vlamen of Vlamingen toegewezen?

Historicus de Flou wijst in de richting van een synoniem of een afgeleide van ‘moeras’. Hij zit daarbij niet zo ver van mijn eigen overtuiging dat het pad boven het water; de vlonder om de ene moerassige plek met de andere te verbinden heel sterk verwijst naar ‘Vloanderen’ of Vlaanderen. Een woord dat trouwens afkomstig is uit Scandinavië zoals dat het geval is met Flamsdal in Noorwegen. De Noormannen hebben de Moeren en de Morini vermoedelijk vertaald in hun eigen taal.

Boudewijn I en zijn zoon, nummer II, schijnen de nodige eerzucht gehad te hebben om te gaan heersen over de hele stam van die Saksen of aanverwante Ingaevonen. Die laatsten laten hun aanwezigheid vermoeden in woorden als pit, stik, brig die zich vanuit Belgisch-Vlaanderen tot ver in het zuiden verspreidt. Beide graven verwerven daarna het hele vroegere gebied van de Morini. Ik heb het hier over de regio van Terwaan die zich tot aan de Kwinte en het graafschap Bonen uitstrekt.

In de 10de eeuw beschrijft kroniekschrijver Richer van Reims de vorsten van dat gebied als ‘Princeps Morinorum’ in de plaats van graaf van Vlaanderen. En zelfs de Noorman Guillaume de Jumièges schrijft ‘Morini quos moderni Flandros appellent’, zeg maar ‘de Morini die men nu Vlaanderen noemt.’

Arnulf I is de zoon van graaf Boudewijn II. Tijdens zijn bewind heerst hij over Vlaanderen met daarbij de gouwen Mempiscus, Gent, Waas, Doornik, Bonen, Kortrijk, Melantois, Caribant. De graafschappen Bonen, Wijnen, Heusden (Hesdin), Saint-Pol en de heerlijkheid Béthune worden door zijn vazallen bestuurd. De eerzucht van die eerste Vlaamse graven is daarmee nog niet gestild. Ze proberen ook het graafschap Pontheu te bemachtigen en gaan daarbij in confrontatie met de hertogen van Normandië.

Op het einde van het spel gaat de koning van Frankrijk lopen met het gebied omdat dit zijn enige uitweg naar de zee blijkt te zijn. In 1164 wordt Vlaanderen uitgebreid na het huwelijk van graaf Filips van de Elzas met Elisabeth van Vermandois die Valois en Amièonois bestuurt. Het koppel probeert op goede voet te blijven met de Franse koning en probeert hem daarbij te paaien met het land ten zuidwesten van de Aa. Maar die laat zich niet beïnvloeden. Bij Elisabeths dood eist hij haar vroegere gebieden terug als zijnde vervallen lenen. Filips van de Elzas laat zich niet zo maar doen en slaagt er in om een deel van de Vermandois in te lijven bij Vlaanderen. Na zijn dood gaat Vlaanderen meer en meer achteruit. Tijdens het bewind van Filips de Stoute (1435-1477) reiken de Bourgondische Nederlanden opnieuw tot aan Beauvais met inbegrip van Picardië. Maar dan is dit gebied al volledig geromaniseerd.

Het is vrij goed bekend hoe de verfransing er gekomen is. Om te beginnen speelt de kerk zijn belangrijke invloed bij dit proces. De kerkelijke indelingen in het noorden hangen af van bisschoppen uit het zuiden. Ook de meeste kloosterorden krijgen hun orders van ginder. Vrouwen en mannen uit zuid en noord huwen met elkaar zodat de eerste generaties een mix van Romaans en Germaans gaan spreken. Dat is ook het geval met de lagere adel. Al van sinds de Frankische koningen heeft het Latijn zich als bestuurstaal gesetteld. De Romanen krijgen zo de voorkeur voor de postjes.

De Germaan wordt beschouwd als zijnde een boer en een krijgsman. Erg moeilijk is het niet. Zowel op wereldlijk als op geestelijk gebied worden de touwtjes in handen gehouden door de Romanen van het zuiden. Komt daarbij nog het prestige van het Latijn in het onderwijs die er voor zorgt dat de verfransing verder gaat doordringen in het noorden van Frankrijk. Schrijver Van Es is er verbolgen om. De flamingant heeft het over de bron van het kwaad. Die steekt volgens hem in de Latinisering van de klerkenstand sinds de samenvoeging van het Romaans en het Germaans gebied. De bisschoppen van Kamerijk laten zich inspireren door het Romaanse zuiden. Studenten trekken naar Chartres, Parijs of Laon. De Germaanse inwoners zien het niet zo graag gebeuren dat het Frans tot diep in Vlaanderen gepromoot wordt door de sterk verfranste vorsten.

Men doet alle er pogingen om de eigen taal opnieuw te laten meetellen en als kanselarijtaal te laten gelden. Tot in de 20ste eeuw zullen de Vlamingen moeten strijden voor hun rechten. Het is natuurlijk een proces van vallen en opstaan geweest. Op een bepaald moment in de tijd probeert met het Latijn als bestuurstaal af te schaffen. Iets wat niet lukt in de Germaanse gebieden die van de Franse koning afhangen. Die eist dat het Frans verder moet gebezigd worden en omdat in die tijd de gebieden ten zuiden van de Aa onder het bestuur van de ‘roi de France’ vallen gaat het Vlaams er systematisch op achteruit.

Ook in Vlaanderen is het Frans de officiële bestuurstaal. Kijk maar naar Atrecht waar de bevolking al eeuwenlang zijn Vlaamse taal als een verworven recht beschouwt. Ze zullen er zelfs bij de paus een verzoek indienen om te mogen ingedeeld te worden bij een Vlaams bisdom. Toch wordt er algemeen beschouwd nog maar bitter weinig ondernomen om de ondergang van het Germaans beneden de huidige taalgrens nog te beletten.

Dit is een fragment uit Boek 7 van De Kronieken van de Westhoek

Article Categories:
fragment uit deel 7
banner
http://www.dekroniekenvandewesthoek.be

Vlaamse geschiedenis zoals je die nog nooit beleefd hebt!

Comments are closed.