Zijn verstand zit in een schuimspaan, ’t beste loopt er deure.
Hertefretters worden niet geboren maar gemaakt.
è Vrouwe zwijgt de dingen die ze niet weet.
Hij loopt rond lijk een geschoten patrijze.
è Schone babbel bedriegt vele.
Wie zijn tonge niet kan bedwingen, kan geen advocaat zijn.
’t Doet hem zeer os d’ anderen kontent zijn.
Hij heeft het spit in zijn rugge (een luiaard die altijd uitvluchten zoekt om niet te moeten werken)
De sause gaat ’t hem moeten doen.
Felle slagen en kwade woorden zijn geen merci weird.
Zijn verstand zit in een schuimspaan, ’t beste loopt er deure.
Hertefretters worden niet geboren maar gemaakt.
è Vrouwe zwijgt de dingen die ze niet weet.
è Springt bijkans uit zijn vel van de weelde.
Vieze zwijns worden niet vet. (vies = kieskeurig)
’t Zijn vinken die meer pikken dan drinken.
Welgekommen, wanneer ga ‘j were deure?
’t Is jonge wuuvewerk (ze is in verwachting)
è Krijgt worms (hij begint bang te worden)
è Zwijn heeft ook zijn goeste.
’t Is dikwijls beter naar joenzelven te kijken dan naar andere.
’n Is bezig met zezelven te bekijken vanbinnen. (hij slaapt)
Ne gaapt al voren datten entwodde krijgt.
Die trouwt doet goed, die niet trouwt doet beter.
Peinst vele, spreekt minder en schrijft nieten.
Stout gesproken is half gevochten.
Wie vele babbelt liegt vele.
’t Trouwen komt op als ’t kakken.
Veel uitgaan is achteruitgaan.
Hij is uitgesnoten (zijn leven is afgelopen)
Beter è keer te vallen dan te bluven waggelen.
Wie nieten te verliezen heeft slaapt best.
Half verzonnen is lomp gewonnen.
Schone gevleid is half geëist.
Zijn binnenwerk deugt niet.
Heur tonge draait lijkt è blad van de populiereboom.
Hij kijkt ernaar lijk nen blinden naar een ei.
Ge moet ’t bloempje plukken binst dat ’t bloeit.
Een slokje hier, een flesje daar en zo raakt men zijn boeltje kwijt.
De weireld zit vul haken en ogen.
Nen mageren hane en è vette hinne is een bewijs van zoete minne.
’t Is in huis è groot verdriet o’t hennetje kraait en ’t haantje niet.
Eén zwijnhaar maakt nog geen kleerborstel, één pluime geen bedde.
’t Kan gebeuren dat de koe een haze vangt in è nauw straatje.
Kloeke geesten en kundige handen worden gevoed in alle landen.
De mens verandert olle zeven jaar.
Da’s vuile kost zei Dries en hij at koestront voor spinazie.
Daar is geen koe of wijf zonder plekjes aan haar lijf.
Ze is te lelijk om up è schoon bedde te liggen.
Niemand zo schone die nie entwodde van lelijkheid hè ’t.
’t Is nen flauwen kok als ’n de lepel zoekt binst dat de pot overloopt.
Vrijen is ne leugenachtige toestand.
Wat nu juuste is gaat morgen geene leugen zijn.
Grote stoeffers zijn leugenstoeffers.
è Leeft lijk è luis op è zeer hoofd.
Article Tags:
achteruitgaan · advocaat · babbel · bedriegen · bedwingen · geesten · geschoten · gevleid · gewonnen · haan · hen · hertefretter · kakken · kleerborstel · mager · min · patrijs · peinzen · saus · schuimspaan · spinazie · spreken · tong · trouwen · uitgaan · uitgesnoten · vanbinnen · varken · vet · vies · waggelen · zwijnArticle Categories:
wijsheden uit de Westhoek