Er bestaan in de middeleeuwen drie soorten rechtbanken. Alle drie hebben ze een verschillende bevoegdheid […]
Er is iets merkwaardig aan de gang in Vlaanderen. Er is altijd al wel wat […]
Gravin Margaretha van Constantinopel huwt met legerbevelhebber Willem van Dampierre afkomstig van een bekende, maar […]
In december 1278 volgt de 52-jarige Gwijde van Dampierre zijn moeder definitief op als 21ste […]
De macht van de superrijke burgerij zorgt voor een belastingsstelsel dat zeer nadelig is voor […]
De oorlog van 1299-1300 is er één zoals zoveel voorbije oorlogen of oorlogen die nog […]
1278. Gravin Margareta heeft ondertussen de respectabele leeftijd van 76 jaar bereikt . Omdat ze […]
In 1296 voelt Veurne-Ambacht de politieke malaise aan den lijve als de Fransen de streek aanvallen en alles wat ze onderweg ontmoeten met de grond gelijkmaken.
1297. Gwijde van Dampierre is het spuugzat. Als het niet lukt met overleg en vriendelijkheid dan zal de Fransman het wel moeten voelen. De graaf sluit op 7 januari van 1297 een pact met o.a. de koning van Engeland en verklaart de oorlog van Frankrijk.
Ga maar eens op een maandagmorgen naar de stad. Je vindt de arme werklieden zowat overal. Op de markten. Bij de kerken. Hier zie je ze angstig wachten op ambachtslieden die hen voor acht dagen werk kunnen bieden. Van zodra ze aangeworven zijn, wordt het werk geregeld door de klokken van de stad. Van de vroege morgen, wanneer het werken moet beginnen, tot aan de avond wanneer de vermoeide lijven even respijt krijgen.
In de hoge middeleeuwen geldt nog steeds het Germaanse principe: de beklaagde moet zijn onschuld bewijzen! Hij wordt als schuldig beschouwd zolang hij geen bewijs van zijn onschuld kan voorleggen. Meer en meer laat de kerk zijn invloed gelden in de barbaarse rechtspleging. In de 14de eeuw zijn die barbaarse principes al helemaal omver gesmeten. De betichte is zolang onschuldig tot dat de aanklager zijn schuld op een klare manier heeft kunnen bewijzen.
Den oudtsten zone van Margariete was Guilielmus genaemt, en hadde reedts ten jaere 1247 met zyne Moeder begons het landt te regeren; ja zelfs vindt men verfcheyde acten, in de welcke hy zig Graeve van Vlaenderen is schryvende. Dit is de reden dat sommigehen onder het gevolg der Graeven gestelt hebben, maer zonder eenig fondament: om dieswille dat hy, dit graeffchap van zyne moederlycke zyde komende , en hy voor fyne moeder ten jaere 1251 overleden zynde, van haere goederen, zoo lang zy noch in ’t leven was, niet erven en konde.
Het eenvoudige Vlaamse volksleger heeft het elitaire ridderleger van de Fransen verslagen. Zowat in heel Vlaanderen luiden en jengelen de uitbundige klokken om de overwinning van het volk te vieren. De mensen zijn uitgelaten en opgewonden. Nu gaat alles veranderen in Vlaanderen! Victorie. Victorie. Victorie. De mensen van de Gentse achterbuurten komen geestdriftig op straat met de banieren van Gwijde van Namen en die van Willem van Gulik. Al snel zwelt de massa aan tot een uitbundige feestelijke stoet. Het voelt aan als de bevrijding. De bassen van de trommels en het geschal van de trompetten bezwangeren de Gentse lucht. De Leliaards worden vertrappeld
Rechtstreekse beledigingen aan het adres van God, de heilige maagd of de heilige kerk zijn taboe. Ook hier velt de vierschaar verschillende vonnissen. Een zekere Meulin Heerbrecht wordt aan de schandpaal gebonden en vervolgens met afgekorte tong voor zeven jaar in verbanning weggestuurd: ‘pour les despiteuses inhonestes et innaturèlez parolez blas fèmes qu il dist sour notre Seigneur Jhesu Crist et de la glorieuse benoite Vierge Marie’. De poorter Eloy Mazin wordt voor 7 jaar verbannen ‘de destourbir le ville des parolles qui dist au contraire de sainte eglise…’. Menselijke Majesteitsschennis.
Oorlog met Frankrijk. Van de Brugse Metten naar de Guldensporenslag.
Uit deel 2 van De Kronieken van de Westhoek