Een inwoner uit Vlamertinge vertelde op zekere dag aan al wie het horen wilde dat hij een echt everzwijn gevangen had. ‘Ge weet wel; zo een als er alleen in de Ardennen te vinden zijn.
Op dinsdag 6 juni 1944 ’s morgens landden de Engelsen op de Franse zeekust tussen Le Havre en Cherbourg! Na een hardnekkige strijd werden de Duitsers achteruitgeslagen en weldra kon men hier door allerhande voortekens vaststellen dat het Duits leger tot de aftocht gedwongen werd.
Bij het begin van dit hoofdstuk herhalen we de eerste wetenswaardigheden over onze kerk uit de vroegste tijden:
Men vermoedt dat er al een altaar of kerk bestond in de 9de eeuw. De geciteerde kroniek vermeldt het jaar 857.
Op 4 oktober 1818 schreef de Ieperse dichteres en auteur Lambin een heel interessant artikel over de eerste burggraven van de stad Ieper. Een prima onderwerp voor de ‘Kronieken van de Westhoek!’
Topografische indeling: volgens een systeem van topografische verdeling, vroeger bijna over gebruikt in Vlaanderen, werd de parochie Vlamertinge verdeeld in ‘houcken’. Er waren in totaal 23 ‘houcken’:
Maandag, in de vooravond kwam J. Deneire van Poperinge, met paard en koets van Ieper naar Poperinge.Niet ver van de herberg Breda, dicht tegen Vlamertinge, zag hij een motorfiets ontredderd ten gronde liggen en een tiental meter verder, aan de zijkant van de baan, zag hij een man bewusteloos en gekneusd uitgestrekt.
De administratieve zaken van de heerlijkheid werden beheerd door de schepenen van de parochie onder voorzitterschap van de baljuw. De heer van Vlamertinge bezat hoger, middelbaar en lager gerecht. De terechtstellingsplaats was het ‘Galgheveldt’. Hij bezat het recht om bomen te planten langs de baan van Ieper naar Poperinge, op het grondgebied van deze heerlijkheid. Dit recht werd bevestigd door een akte van algemene bekendheid, afgeleverd door de magistraat van de parochie.
De winter is nat, winderig en zonder grote vorst geweest. Op 22 februari, dag van de meeste koude was de barometer 7,5 graden beneden 0. De meeste hitte, op 24, 25 en 26 augustus, was 28 graden boven 0.
De situatie met al die kerken en godshuizen en de ongebreidelde macht van de proost van Sint-Maartens leidt tot ernstige misbruiken. De kanunniken laten bijvoorbeeld niet toe dat er meerdere huwelijken op het zelfde moment worden gehouden omdat ze zo meer offergaven in de wacht kunnen slepen. Huwelijken tussen personen van verschillende parochies worden enkel toegelaten als de proosdij hiervoor een zeker som geld krijgt. Wanneer lichamen van doden worden aangeboden tijdens een dienst, laten de kanunniken na deze een kerkelijke begrafenis te geven. Bovendien wordt voor de ‘kerkganc’, een soort huwelijksfeest, door de bevolking soms hogere bedragen betaald.
De toestand in Vlamertinge Iemand die in het begin van de oorlog naar Frankrijk gevlucht is en nu maar pas naar de gemeente terugkeert, kan zich moeilijk een gedacht vormen van de ellendige toestand waarin de terugkerende bevolking verkeerde na de aanval van 28 september 1918.
Wat er ook van zij; in 1434 behoorde heerlijkheid van Elverdinge-Vlamertinge goed en wel aan Filips de Goede, graaf van Vlaanderen. In mei 1435 schonk hij het gebied aan zijn onwettige zoon Cornelius van Bourgondië voor de duur van zijn leven.
Anno 13 januari 1285: Jan Li Noir, baljuw van Veurne, Lambert van Staden en Halin le Reke worden door de graaf van Vlaanderen aangesteld om een onderzoek in te stellen naar verscheidene geschillen die ontstaan zijn tussen ridder Jan van Spierre en het hospitaal van Elverdinge. In de archieven van de kasselrij Veurne zien we dat deze geschillen nog niet opgelost waren in 1507.
De kerk van Vlamertinge werd tijdens de oorlog het meest beschadigd door de brand op zaterdag 12 juni 1915 en door een van die ‘marmieten’ welke de kerktoren in twee scheurden, van boven tot beneden!
Op 12 maart 1579 arriveren er in Elverdinge honderd Waalse ruiters. Ze blijven er vier dagen en de inwoners moeten zorgen voor hun soldij. Twee schellingen per man en per dag en daarna vertrekken ze terug naar Roeselare van waar ze gekomen zijn.
Sedert haar ontstaan lijkt Vlamertinge verbonden te zijn geweest met het lot van het dichtbij […]
De tempeliers hebben in hun bestaan tussen 1128 en 1314 ontelbare sporen nagelaten. Over heel Europa, België blijven op vandaag fysieke en tastbare bewijzen van hun bestaan overeind. De meeste tempeliers zonderden zich af in afgelegen hoeves die door de eeuwen heen de verbeelding van de mensen hebben geprikkeld. Het lijdt geen twijfel dat een aantal afgelegen boerderijen door het geroddel van de mensen onterecht aan de tempeliers werd toegedicht.
(Nooit en had men zulke regen gezien!) Hij duurde tot drie uur na de noen zonder ophouden, maar dan heeft het wat beginnen te minderen en men zag tot Vlamertinge na het eindigen van de vespers, het water aankomen over de velden, weiden en hagen, met zo een gedruis dat het een bangelijk was om horen en zien als de eerste stroom aankwam, die kwam meer dan 4 voeten met de eerste dikke en het groeide gedurig aan tot omtrent om 4 uur in de achternoen, wanneer het heeft beginnen te vallen, dit water kwam aangedreven met groot geweld dat de huizen al doorliep; muren, galenten zijn ter aarde neergeveld.
Wij zijn weerom al bijéén
Brandhoeknaartjes, Brandhoeknaartjes
Wij zijn weerom al bijéén
Brandhoeknaartjes, groot en kleen.
Dank zij Julietje was de overval mislukt. Het enige noodlottig gevolg was dat Gabriëlle Veys-Goethals, die een tweede kindje verwachtte, door deze gebeurtenissen een miskraam had. Julie Capelle (°Staden 13-05-1859 +Westrozebeke 05-03-1952) werd te Vlamertinge “Julietje van Feysens” genoemd omdat ze gedurende 75 jaar te Vlamertinge in dienst geweest is bij de familie Veys, waar ze bij drie generaties vergroeid en vastgeworteld was.
In augustus, september en oktober werd er dagelijks graan opgekocht. Het volk hier over misnoegd, wilde de graankopers plunderen, hetgene geschiedde te Steenstraete, Elzendamme en Roesbrugge. Enige der oproermakers werden kort gestoken en de beroerten werden gestild.
Jules Goeman, bijgenaamd Witten Sabinne, van Vlamertinge, die in België een gevangenisstraf van drie maanden moest uitdoen, was over een zestal weken naar Frankrijk gevlucht en werkte aldaar in de omstreken van Armentiers met een dorsmachine.
Wat moet ons dorp Vlamertinge in die tijd geleden hebben! Wegens de ligging langs een grote weg, die men in die tijd als strategisch kon beschouwen moet het dorp vreselijk behandeld zijn geweest.
Dat is een kieken van den ouden hane. Reninge, Pollinkhove.
Hij heeft een aardje naar zijn vaartje.
Tijdens het lezen van een tekst van een oud marktlied ging zoals wel meer gebeurt mijn brein aan het stomen. Het ging over een man uit Poperinge die laffelijk werd vermoord op de weg tussen Poperinge en Ieper. Het verhaal had ik nog ergens gehoord. Daar ik in Vlamertinge woon, sprak het me des te meer aan. Ik ging te rade bij mijn buurvrouw die reeds een gezegende leeftijd heeft en die nogal nou betrokken is bij alles wat gebeurt in het dorp, het is ook een echte ‘Vlamertingenege’ zoals wij hier zeggen.
Sinds aloude tijden wordt Sint Maarten gevierd op Vlamertinge en op talrijke gemeenten in deze streek, juist zooals Sint Niklaas en de Engel elders gevierd worden. Reeds weken vóór Sint-Maartensdag zingen de kinders in school en op straat en bijzonderlijk in huis de aloude volksliedjes over dezen Heilige… en naarmate dit feest nadert… krijgen sommige huizen reeds een voorbezoek van den heiligen man… of zijn plaatsvervanger, die terwijl de kinders luidruchtig zingen, voorzichtig de voordeur opent, eenige lekkernijen binnenwerpt en in allerhaast verdwijnt zonder zich te laten zien!…
Er waren in de streek reeds heel wal overvallen gebeurd door de bende van Pollet, die actief was van 1898 tot 1906. Bendelid Lapaer, bijnaam voor Camiel Guyaerd van Poperinge, wist dat de gebroeders Veys er als handelaars in hommel warmpjes inzaten. De bende beraamde een inbraak en om 11 uur ’s avonds kwamen Abel Pollet, Lapaer en twee bendeleden uit Wevelgem, Verbeke en Dekimpe, toe aan de woning Veys.
Boudewijn de imperialistische trekjes geërfd van zijn voorouders. Als hij de kans krijgt om aan de oostelijke kant van de Schelde een gebied te verwerven ter grootte van zijn bezit aan de Westelijke kant, waarom zou hij dan nog twijfelen?