12 oktober 1917. Vrijdag. Vandaag trokken onze troepen verder op weg naar de hellingen van […]
Anno 1918, op de 30ste december. Op de 11de november was de wapenstilstand getekend en […]
Anno 1915, op de 25ste april. Voor onze zondag baden we een paternoster. In de […]
Honderdzeventig jaar geleden, in 1798, werd het woelig in de streek. Reeds vier jaar leefde men toen onder de druk van commissarissen en sansculotten, de kerken waren gesloten en de godsdienstbeoefening verboden, de jonge mannen moesten dienst nemen in het Franse leger.
Na de eerste wereldoorlog verdween het gebruik van in de kerk rond te gaan met een koperen buis en te prevelen ‘cantate voor de armen, God zal ’t joen lonen’.
Door de overbevolking, de slordigheid van de soldaten en alle gemis aan reinigheidsdienst en misschien nog Veel andere oorzaken is een ziekte ontstaan op de streek, een afloop die bijna algemeen wordt. Sommige mensen lijden er weinig door, doch bij Veel oude en kranke mensen wordt die plaag dodelijk.
15 november 1914, Zondag. – Gedurig missen van ’s morgens vroeg tot rond 10 1/2 uur. De helft van het volk heeft geen mis bijgewoond. Sneeuw en regen. Bijna heel de dag vallen schrapnels op Dikkebus.
Handgeschreven oorlogsherinneringen van meester Flip Maurice Dehem heeft nog verteld dat hij als een jongen […]